Zondagse mijmering over vooruitgang

Op de fb-muur van een goede en bovendien inspirerende vriend (goed, inspirerend en vriend; eerdaags scholen wij samen aan dezelfde tafel en dus lijkt het me niet onverstandig deze drie concepten hier hem typerend te clusteren) las ik kortelings de vaststelling dat een student in 1968 met een Citroën 2CV mobieler was dan Karel de Grote. Klopt natuurlijk, als ware het een zwerende vinger.

Labels

Zondagse mijmering: Over onder- en bovendanen

De vlag ligt uithangklaar, straks een leeuwenbabbel, dinsdag naar het Brusselse stadhuis en het Schoonselhof getogen. De flamingantenregel dat vakantie vóór 11 juli niet past, volg ik al mijn ganse leven. Overigens, als leraar kon de riem er daarna af, nu ik in Belgisch dienstverband gekneld zit, hoor ik tot 20 juli actief te blijven (waarop van aan de toog geroepen wordt: ‘Actief, ne politieker? Zwaanst na ni.’)

Zondagse mijmering: Over een anarchistische begijn

De Morgen berichtte vrijdag over de besognes die Christiana teisteren, de anarchistische vrijstaat in Kopenhagen. Die buurt in de Deense hoofdstad doet zo’n beetje waartoe de inwoners samen beslissen zin te hebben. Dat mogen ze daar al van de stadsbestierders sedert 1971, op een oud militair domein. Het heeft wat zelfbestuurderig en ook het woord Vrijstaat klinkt me als muziek in de oren.

Labels

Zondagse mijmering: Over bordjes en plaids

Aangezien de kinderen ten bate wier welzijn wij indertijd de hiernavolgend genoemde oppas inhuurden intussen het vierde decennium hunner bestaan hebben bereikt, moet deze anekdote zich ergens in de jaren negentig afgespeeld hebben. Wie zich dat tijdvak nog herinnert, weet dat we ons toen zeer modern, hoogtechnologisch geëquipeerd en mondiaal georiënteerd achtten hoewel we niet rondliepen met een volwaardige filmploeg in de broekzak, niet elke minuut opgeschrikt werden door nieuwsflashes, onze vrijgezellenavond niet organiseerden in Tallinn en intelligentie nog geen artificieel ding was. We meenden het product te zijn van een gigantische vooruitgang maar stonden, zo blijkt nu, eigenlijk nog nergens want in tegenstelling tot vandaag was ergens toen nog ergens.