‘We maken er een dag van 1000 kusjes van’, besloten de jongste (hij dus) en de oudste (ik dus) hun ochtendbabbeltje, waarbij de oudste de jongste de vraag stelde hoe ze de dag zouden doorbrengen, die oudste ook aanvullend zelf de mogelijkheden opperde en daaruit ook zelf bovengenoemd besluit trok. Het mondje van de jongste vormde een lachebekje, de oogjes sloten zich daar bij aan en dus besloot de oudste dat er een akkoord in het verschiet lag. De mama haalt boven de nachtonderbrekingen in, vandaar dat de jongens de ochtendshift voor hun rekening nemen, maar zij kan zich vast vinden in het hier beneden afgesloten vergelijk. Tot haar goedkeuring betreft dat uiteraard slechts een voorlopige besluit.