Zondagsmijmering: Over vooruitgang

Zondagsmijmering: Over vooruitgang

Arendo Joustra gooide per 1 januari zijn kap over de pensioenhaag en kroop er vervolgens zelf over, niet om op rust te gaan - kent u jonggepensioneerden die gaan rusten? - doch om gewoon hetzelfde te blijven doen - in zijn geval: schrijven - maar dan op eigen houtje. Kortom, een pensionering zoals zo veel andere, dus waarom de zondag daarmee gevuld?

Bovendien, u kent Joustra wellicht niet eens tenware u een sterk bovengemiddelde belangstelling aan de dag legt voor het journalistieke gebeuren bij onze noorderburen want genoemde Arendo leidde EW als hoofdredacteur gedurende 24 jaren en ik behoorde een deel van die tijdspanne tot zijn getrouwe lezersschare.

EW staat eigenlijk voor Elsevier Weekblad maar dat mag niet meer hardop gezegd worden sedert de verkoop ervan enkele jaren geleden en het daaraan gekoppelde verbod van de wetenschappelijke uitgeverij Elsevier om het woord Elsevier nog als titel te gebruiken, in de verwachting de logische verwarring voortvloeiend uit dat dubbele gebruik de kop zodoende te kunnen indrukken.

Een kwarteeuw minus één jaar hoofdredacteur van een vooraanstaand weekblad, dat verdiende een uitzwaai-interview in … EW dat ik vervolgens las.

Daarin zei hij iets wat me voldoende opviel om er hier even bij stil te staan, al bekruipt mij het gevoel dat thema al eerder aangeroerd te hebben. Het weze zo, 52 mijmeringen per jaar, dan moet je jezelf wel eens tegenkomen.

Ziehier de passage: “Ik ben optimistisch. Ook omdat de geschiedenis leert dat daar alle reden voor is. Doemdenken over het klimaat, dat kun je doen, maar je wordt er neerslachtig van en kinderen raken depressief. En het is niet nodig, want we vinden altijd een oplossing - soms snel, soms langzaam. Ik geloof sterk in vooruitgang.”

Daar bleef ik dus haken, in dat geloof in vooruitgang. De combinatie op zich wringt me al een beetje. Vooruitgang zoals doorgaans bedoeld, stoelt op het gebruik van ratio en de daaruit voortvloeiende wetenschappelijke doorbraken. Wat doet dat woord ‘geloof’ daar dan? ‘Geloven’ lijkt me toch niet in betekenis gelijk aan ‘weten’? Geloven, zo beweer ik wanneer u mij daar naar zou vragen, draagt een element in zich van onzekerheid, onbewijsbaarheid en dus betreft het een keuze terwijl het niet echt moet. Waarom ‘gelooft’ iemand in vooruitgang? Het klinkt logischer om te zeggen ‘ik zet in op vooruitgang, waarvan het bestaan onbetwistbaar is’. Dat zou de ware…, ik schreef haast gelovige, de ware overtuigde kenmerken.

Of twijfelen die vooruitgangsgelovigen stiekem toch een beetje? Indien zo, terecht.

Vooruitgang bestaat wel, mits meetbaar. Wanneer ik van Antwerpen naar Brussel rij en zoef langs het bordje Mechelen, dan heb ik vooruitgang geboekt aangezien ik, inmiddels verder weg van het startpunt, dichter naar mijn doel bent opgeschoven.

Doel. Voila, het woord valt. Wie spreekt over maatschappelijke vooruitgang moet naast startpunt ook einddoel aangeven. Wat zou dat einddoel dan wel zijn? Communisten bijvoorbeeld, die hebben dat: ‘Van ieder naar zijn vermogen, aan ieder naar zijn behoefte’. Christenen ook en aangezien zich dat doel na het verscheiden situeert, kan niet worden aangetoond of het wel of niet bereikt wordt, dan wel bereikbaar is. Dat heeft de christen voor op de communist. De christen noemt zich gelovig en de ware communist een adept van een wetenschap.

Wat is ons maatschappelijk doel? Wanneer dat niet bepaald is, bestaat er natuurlijk helemaal geen vooruitgang.

Nu val ik Joustra ongaarne af. Zijn voorbeeld betrof de klimaatverandering en daar kan natuurlijk wel een einddoel bepaald worden, te weten het in toom houden van de opwarming, bijvoorbeeld tot 1,5 graad. Mooi meetbaar dan of we vooruit gaan of achteruit.

Wat de geschiedenis ons echt leert, is dat wat we vooruitgang noemen dikwijls neerkomt op het stelpen dan wel herstellen van vastgestelde achteruitgang. U kent het schema en ondervindt het vanaf een bepaalde leeftijd ook gewoon aan den lijve: geboorte, groei, bloei en aftakeling. Die aftakeling vertragen en waar mogelijk herstellen, voor die opdracht staan we voortdurend, zeker wanneer we de bloeiperiode bewaarwaardig achten. Zo ook bij het herstellen van het bestaande klimaat waar we zo aan gewend zijn dat we het als enige normale toestand beschouwen.

Het is dus allemaal een kwestie van formuleren. Achteruitgang weer herstellen vooruitgang noemen, mij niet gelaten hoor. Wellicht klinkt het motiverender om te geloven in die opwaartse beweging van de geschiedenis naar het ultieme, weliswaar onbenoembare, heil. Oei, schreef ik geloven? Terecht natuurlijk.

Het ga u goed Arendo.

Facebook, 28 januari 2024

Labels