Toespraak bij aanvang plenaire vergadering
Goede collega’s,
Op het einde van het vorige werkjaar oogstte ik hier in de late avond groot applaus, weliswaar met de mededeling géén slottoespraak meer te houden. De vermoeidheid had toen bij ons allen zwaar toegeslagen en het vat was duidelijk af. Hopelijk gaven de recesweken u voldoende energie om mij nu wel enkele minuten - ik hou het kort, wees gerust - te aanhoren.
Wij, parlementsleden, staan voor een immense uitdaging want parlementen worden niet langer algemeen beschouwd als het levende hart van ons democratisch bestel, wat ze nochtans wel horen te zijn.
Daarover valt veel te zeggen en ik denk dat wij voor dat fenomeen veel meer ruimte zouden moeten maken in dit huis, zelfbewust van het belang van deze instelling maar tevens zelfkritisch voor de mankementen.
Eén pijnpunt, niet het enige maar ook niet het minste, betreft de kloof tussen beloften en realisaties, een spagaat dat ongenoegen wekt bij veel burgers. Meer bescheidenheid in het voorspiegelen van oplossingen - zeker waar wij ze niet kunnen bieden - zou ons sieren. Meer ambitie in het leveren van oplossingen waar wij die wél kunnen verwezenlijken, zou ons niet minder passen.
Sta me toe hier een suggestie te doen, in het volle besef tegen veel wind in te roepen. Daartoe stel ik graag een algoritme voor dat ik naar de auteur het De Roover-algoritme durf noemen en dat bij deze dan toch tenminste de annalen van dit huis haalt.
Wanneer moet ‘de politiek’, wanneer moeten wij regelgevend optreden?
Vraag 1: vormt de aanleiding echt een probleem? Soms lijkt het dat wij problemen uitvinden die er niet echt zijn.
Indien ‘ja’ op vraag 1 volgt
Vraag 2: moet ‘de politiek’ dat probleem oplossen?
Niet alles dient bij wet of kb geregeld. Burgers kunnen aardig wat problemen zelf aanpakken.
Indien ook vraag 2 toch met ja beantwoord wordt
Vraag 3: Lost de oplossing die u suggereert het probleem ook op? Soms denken we dat het volstaat de indruk te wekken ‘iets’ te doen. Het ietsisme lijkt mij een spook dat we uit dit huis moeten verdrijven.
Volgt er weer een ja, dan
Vraag 4: weegt de oplossing op tegen de nieuwe problemen die ze schept? Ook die vraag wordt te dikwijls, maar volkomen onterecht, genegeerd. Bij vier keer ‘ja’ - er is een probleem dat wij moeten aanpakken, dat we kunnen oplossen en waarmee we niet meer ellende creëren - en alleen dan lijkt me politiek handelen gepast maar in die gevallen ook noodzakelijk.
De toepassing van dit algoritme zou het aantal initiatieven hier zeer reduceren maar de relevantie van ons huis verhogen indien we wat rest met passende doorzetting aanpakken. Uiteraard hoeft u het daar niet mee eens te zijn maar als u er heel even over zou willen reflecteren, dan acht ik de tijd die ik hier heb opgeëist niet als verloren.
Ik wens u allen een actief werkjaar toe, waar scherp debat respect voor andersdenkenden niet in de weg staat en waar geen monden worden gesnoerd omdat ze onwelgevallig klinken, de ware parlementaire democratie ten bate.
- Login om te reageren