Naar aloud gebruik kan u hier weer mijn overzicht van de parlementaire week lezen want tenslotte vertegenwoordigt een volksvertegenwoordiger toch ‘zijn volk’, niet? En dus hebt u er alle recht op te weten waarmee ik bezig ben.
De parlementaire week begon met een klapper: de stemming over de inmiddels berucht pandemiewet in de commissie Binnenlandse Zaken. Die moet zogezegd de rol van het parlement in tijden van crisis herstellen maar betonneert juist dat het parlement buitenspel wordt gezet. Dat is de essentie van newspeak: introduceer een volmachtenwet maar noem ze pandemiewet.
Voorbije parlementaire werkweek volgde op een weekend verantwoordelijk genieten – zoals het een parlementariër betaamt - op de vers heropende terrassen. Het werd een korte werkweek want na het rode 1 mei was het de beurt aan de groene hesjes om hun feest te vieren, al hoorde Ons-Heer-Hemelvaart voor de ACV-bonzen een strijddag te zijn.
Na een druk weekend waarop ik op de Dag des Heeren (die heeft voor alle duidelijkheid niets te maken met een bepaalde prikkelbare burgemeester) aan de slag moest met een passage in De Zevende Dag (loonoverleg), een opiniestuk voor De Morgen uit het klavier moest rammelen en een tussendoor een interview aan Le Soir geven (beide over het thema van de week), kon ik alvast op kruissnelheid de nieuwe week invliegen.
Jawel, er wordt gewerkt in de Wetstraat, wat kwade tongen ook moge beweren. Daarvan breng ik graag elke week een overzicht, soms in beeld, dan weer in woord. Deze Week was Wederom Woelig.