Zondagsmijmering: Over schaapjes
Hij had net bij de mama gegeten toen die, in zijn grote donkerblauwe ogen kijkend, met moederswijsheid vaststelde dat het jongetje niet meteen slapensklaar was, hoewel de kleine wijzer naar de drie neigde. Maar het jongetje, laten we hem M noemen, kon nog geen klok lezen en vulde het idee ‘dag en nacht’ heel eigenzinnig in.
‘Ik zal er wel even mee rondlopen’, zei de ook wakker geschoten papa ambitieus en legde M tegen de schouder. Licht wiegend verlieten ze de slaapkamer mama enkele momentjes rust gunnend.
Het jongetje, M dus, vond dat wiegen wel fijn maar geen reden om de oogjes te sluiten.
‘Ik zal een liedje zingen’, dacht papa een goed idee in klank om te zetten. Ook dat vond M fijn, de klanken vibreren zo heerlijk van borst naar borstje, maar slaap, neen dat kreeg hij er dit keer niet van. Wrijven op de rug, even op het speelmatje liggen, nieuwe pamper, hoe diep papa ook in de trukendoos grabbelde, de ogen werden er niet kleiner op.
Toen zette papa de schaapjes in. ‘We gaan schaapjes tellen’, kondigde hij aan.
‘Mogen dat ook lammetjes zijn’, dacht M want zeggen kon hij het nog niet. Hij kende al wel de e, die uit een West-Vlaamse pen, en daar kwam sedert kort de a bij. Hij had de indruk dat er nog wel meer letters waren maar geen idee hoeveel. Dus wat er door zijn hoofdje schoot moest worden vertaald in e’s en a’s of zonodig, natuurlijk, in een van de vele tinten geschrei.
‘Ok, lammetjes dan’, zei de papa die wel begreep dat die meer passen bij M’s leefwereld. Er stond er een op de schouw en een zachtere versie lag in zijn wiegje.
‘Ik zie een lammetje dat komt aangelopen’, fluisterde papa in M’s oortje, ‘en ja hoor, het springt over het hek. Dat is al één lammetje.’
‘Mooi’, dacht M, ‘die is dan al binnen’. Hij spitste zijn aandacht om het opgevoerde pastorale tafereeltje een beetje te vatten. Niet eenvoudig, zelf stadsbaby zijnde.
‘Oh kijk’, ging papa verder, ‘wat zie ik nu?’
‘Ha, dat wil ik ook eens weten want ik zie niets’, dacht M, die steeds wakkerder werd door dat spannende verhaal.
‘Nog een lammetje. En het springt zijn vriendje achterna. Hoeveel lammetjes zijn nu over het hek gesprongen?’
‘Euh, er was al een lammetje en nu nog een lammetje’, dacht M die ook nog niet kon tellen.
‘Dat zijn dan al twee lammetjes’, beweerde papa.
‘Twee’, dacht M, ‘mooi maar wat wil twee zeggen? Is dat een ander woord voor allemaal?’
Niet dus want papa kondigde alweer een lammetje aan en, jawel, ook dat wipte gezwind over het hekje.
‘Eén lammetje, toen nog één dat is twee. En nu weer één bij die twee, da’s drie’, becommentarieerde papa het schouwspel. M liet het wat inzinken, want wees eerlijk, het was een hele hoop.
‘Zie ik daar nog een lammetje?’ Papa vroeg het M, die het antwoord schuldig bleef. ‘Ja hoor, nummer vier springt sierlijk over het poortje.’
‘Zal wel’, dacht M met gefronst voorhoofd, ‘Gelukkig kan ik niet tellen, anders was ik die tel nu wel kwijt’.
‘Ik hoor nog lammetjes. Ik hoor ze è, è, è…’
Nu was M mee. Die letter kende hij. Zoals in pen, als een West-Vlaming dat uitspreekt.
‘Daar is de vijfde’, hoorde hij papa met verzwakkende stem murmelen. De greep begon te verslappen. M keek naar boven, langs de schouders van papa en zag diens ogen dichtvallen.
‘Wel, wel’, dacht M, ‘dat met die springende lammetjes, dat werkt dus echt.’
Papa kon het niet horen want zoals M in papa’s armen lag, lag hij in die van Morpheus. Trouwens, met die e en die a kwam hij toch niet ver.
Maar denken deed hij het wel: ‘Als ik later ook kan tellen, papa, dan doe ik mee; beloofd. Slaap nu maar even, je hebt het verdiend.’
Fijn zondag gewenst
Foto: Dit verhaaltje schreef ik in mijn hoofd, vannacht rond de klok van drie, toen… Ach, laat maar, het hoort er bij en die prijs is klein voor wat je er voor terugkrijgt.
Dit duo, gekiekt in Zeeland, past wel bij het verhaaltje dacht ik zo.
Facebook, 13 juli 2025
- Login om te reageren