Zondagsmijmering: Over discriminatie
Had ik al vermeld dat het vaderschap in de zomer niet zonder gevolg bleef op mijn stappenteller? De mama stond in voor de nacht, ik nam de ochtend voor mijn rekening (verleden tijd want de professionele plicht begint zich serieus te meten met de ouderlijke plicht) en die vulde ik graag in al Antwerpen doorkruisend achter de huifkar waarin de spruit zich volgaarne door de koekenstad laat voeren.
In de maand augustus registreerde mijn stappenteller een daggemiddelde van 13177 passen; zelfs gegeven de relativering dat die wellicht niet al te fijnmazig registreert, mag dat pittig heten.
De tocht kent geen vast patroon maar een bakker bevindt zich doorgaans wel op het parcours. Niet dat we er brood betrekken want zoals u wellicht al eerder ter ore kwam, beoefent uw dienaar de edele kunst van de zuurdesemmerij met enige regelmaat en dito bijval. Croissants, pistolets, koffiekoeken of taartjes schaffen we evenwel aan bij vaklui. Eén dezer drijft in het stadscentrum een uiterst gezellige nering waar alleen al de uitstraling tot een bezoek noopt.
De ronde rozijnenkoffiekoeken die aldaar worden aangeboden niet te versmaden noemen, doet hen oneer aan. Ze zijn gewoon onweerstaanbaar.
Doorgaans koop ik er twee; één milder, de andere straffer gebakken. De inzittende van de huifkar houdt het bij verse melk en behoeft er dus nog geen maar dat er een gedreven koffiekoekgebruiker schuilt in onze spruit, daar ziet het heel erg naar uit.
Af en toe schaf ik wel iets extra aan, een taartje bijvoorbeeld, maar de ronderozijnen ontbreekt nooit. De bakker bedient aan een heerlijk kalm tempo, volkomen passend bij het interieur dat de bezoeker even de illusie biedt in andere , rustiger tijden te verwijlen.
Gisteren zag ik twee jongedames net voor mij binnen glippen, wellicht Duitse toeristes want ze bestelden in het Engels.
Toen de vorige klant nog bediend werd, vroeg de bakker me tussen neus en lippen ‘één of twee?’. ‘Eén vandaag’, want de jonge mama was reeds politieke plichten aan het vervullen. ‘De goed gebakken’, reageerde hij zonder vragende intonatie want als ik er één aankoop is het er zo een. Een korte knik mijnerzijds volstond, wat zeg ik, was zelfs overbodig.
Niemand merkte het maar de andere bestellingen afhandelend, stak hij een goed doorbakken ronde rozijnen in een zakje en legde dat opzij. ‘Ik had er nog maar drie’, vertelde hij toen de Engelssprekende Duitsen waren bediend en vervolgens vertrokken. Mochten zij er drie besteld hebben, had hij er zeker maar twee beschikbaar geveinsd. De mijne lag al ingepakt naast de kassa.
Ik genoot gisteren van wat discriminatie genoemd moet worden want de logica van de volgorde der binnenkomst werd te mijner voordeel doorbroken.
Voor een rechtbank hadden die Duitse toeristes desgevallend wellicht gelijk gekregen want vrouwe justitia draagt een blinddoek. Gelukkig maar.
Mensen die elkaar kennen, dragen geen blinddoek. Gelukkig maar.
Fijne zondag gewenst, bijvoorbeeld mét een koffiekoek.
Foto: Bakker Marcel levert zijn brood met de huifkar.
Facebook, 7 september 2025
- Login om te reageren