Zondagsmijmering: Over Zoetenaaie en Lootenhulle

Zondagsmijmering: Over Zoetenaaie en Lootenhulle

U hebt het vast niet gemist, het fijne nieuws uit de hoek van de Vlaamse regering. Er was uiteraard het stof dat de ploeg bijna maar dan toch niet deed stikken maar daarover wil ik het hier niet hebben. De boerenkrijg over wat de boeren krijgen, inspireerde me vorige week al en de ene zondag is de andere niet.

Waar de eerste zin dezer bijdrage naar verwijst, betreft het manmoedige weerwerk van Ben Weyts tegen de rectoren onzer universiteiten die hun instellingen van intellectuele bollebozerij willen doen aansluiten bij de loop der geschiedenis, een beweging die zij menen te kunnen samenvatten in het werkwoord ‘verengelsen’.

De druk is groot maar Ben blijft op de Vlaamse strepen staan. Niet dat de deur van de Engelstaligheid volledig op slot zou zitten aan onze Vlaamse hersenfabrieken, in tegendeel zelfs. Maar ‘enough is enough’, vindt Weyts, wat toen de francofonie ten onzent nog domineerde klonk alsof een ei een ei zou zijn.

Dat biedt een mooi bruggetje want het debat is niet nieuw. In 1990, nu dus 33 jaar geleden, flanste uw dienaar een bundeltje in elkaar, uitgegeven onder de welluidende titel ‘To the intellectuals of Zoetenaaie and Lootenhulle’, voor de mindere verstaanders aangevuld met de ondertitel ‘een oud debat heropent: taalgebruik in het onderwijs’.

De Nederlandse minister van onderwijs Jo Ritzen had kort voordien op de vraag van een Elsevier-journalist of hij ‘daar’ naar gaat streven onomwonden ‘ja’ geantwoord. Die ‘daar’ doelde op de verengelsing van het hoger onderwijs, zoals toen ingezet aan de landbouwuniversiteit Wageningen (lap, toch weer landbouw).

Daarop volgde een storm van protest, de onthutsing hield schier heel cultureel Nederland in de greep, Ritzen haalde bij al dat geraas de schouders op en vandaag is het in Nederland wel ongeveer zo ver en worden zowaar opleidingen Nederlands in het Engels gegeven. Daar stelt een groeiende groep noorderburen nu wel weer vragen bij overigens maar onze rectoren kunnen niet snel genoeg bijbenen.

De titel van ons brochuurtje zoog ondergetekende niet zo maar uit de duim. In juli 1912 noemde Charles Leboucq, voorzitter van de ‘Société de Médicine’, tijdens een vergadering van zijn vereniging de Vlamingen die de vernederlandsing van de Gentse universiteit eisten spottend “Les intellectuels de Zoetenaaie et de Lootenhulle”. Neerbuigendheid jegens verdedigers van een volwaardig Nederlands zou het kenmerk blijven zowel bij ijveraars voor de verfransing als bij hun anglofiele geestesgenoten.

In een brief van 1906 meenden de Belgische bisschoppen te moeten schrijven: "Les Flamand qui voudraient flandriciser une université belge, n'ont pas assez réfléchi au rôle superieur auquel doit prétendre une université. Si leur revendications étaient accueillies, la race flamande serait du coup réduite à des conditions d'infériorité dans la concurrence universelle."

Je zou het min-of-meer letterlijk kunnen terugvinden vandaag: “the Flemish race would suddenly be reduced to conditions of inferiority in universal competition”, evenwel zonder het woord ‘ras’ natuurlijk want daarover zou de verbouwereerde sensivity reader ongetwijfeld struikelen.

Henri Pirenne, de liberaal-belgicistische historicus, zat in 1920 in dezelfde ‘mindset’. De eventueel vernederlandste Gentse universiteit zou haar internationale positie verliezen en zichzelf cultureel isoleren. De Franse taal bood volgens Pirenne het enige venster van waaruit Gent de wereld kan bekijken en van waaruit de wereld Gent beschouwt. Een Nederlandstalige universiteit Leuven zou, zo werd menig decennium later nog gewaarschuwd, het lot beschoren zijn te eindigen als hogeschool van het Hageland.

Maar er werden ook sociale argumenten in de strijd gegooid. De socialist Edje Anseele liet zich in 1914 van de pragmatische kant kennen met de vaststelling dat in het toenmalige België geen lotsverbetering mogelijk was zonder gedegen kennis van het Frans. Hij verweet de flaminganten de arbeiders de mogelijkheid te willen ontnemen om deugdelijk Frans te leren.

Weinig nieuws onder de zon dus, petite nouveauté sous le soleil, little novelty under the sun.

Dat die anglofiele rectoren in andere omstandigheden zo graag aandacht vragen voor de nefaste gevolgen van de kolonisering en de dekolonisering van de wetenschap bepleiten, mag daarbij toch verbazing opwekken.

Deze hooggeleerden zijn zeker vertrouwd met het begrip ‘évolué’. In de jaren ‘40 mochten ‘inboorlingen’ die konden aantonen zich voldoende ontwikkeld te hebben naar de normen van het koloniale moederland zich verheugen in de verlening van een opgewaardeerd statuut. Het lijkt dat onze rectoren verbazend sterk lijken op zo’n évolué. Dat zou dan trouwens op termijn nog perspectief kunnen bieden want die évolué’s trokken later het voortouw in de dekolonisatiestrijd.

Deze bange tijden voor het Nederlands als volwaardige onderwijstaal zijn dus niet ontdaan van hoop. Gewoon blijven volhouden Ben.

Facebook, 12 maart 2023

Labels