Zondagsmijmering: Over het geschreven woord
Zou ik het vandaag niet eens over Oekraïne, de Russen en Trump hebben? Wanneer ik dat nalaat, rest deze pagina haast als laatste die dat thema deze week niet beroert, alsof het ons onberoerd mag laten. Is dergelijk verzuim verschoonbaar in een wereld waar haast iedereen een uitgesproken mening meent te moeten ventileren?
Ik zou me een klein beetje als kenner kunnen voordoen. Mijn boekenvoorraad bestaat onder meer uit een opmerkelijk aandeel Sovjet-druksels, zowel komend van het regime als van de dissidenten. Dankzij een vrijgevige ambassade beschik ik over een stevige voorraad Lenin-in-het-Nederlands. Ruggen van Dostojevski, Tolstoi, Toergenjev, Gontsjarov, Tsjechov vullen een andere sectie. Solzjenitsyn neemt een volledige plank voor zijn rekening. Orlando Figes’ meesterwerken staan naast Pieter Waterdrinker, Simon Sebag Montefiore en Anne Applebaum. In de orthodoxe vleugel van de Europese traditie stel ik al decennia bijzonder belang.
Toch laat ik de gelegenheid onbenut. Kies ik uitgesproken één zijde, lok ik de verkettering uit van de andere - soms van ingoede maar hierover andere meningen toegedane vrienden. Verwissel de woorden ‘één’ en ‘andere’ en het effect blijft hetzelfde.
Breng ik een verwarrend want geen van beide discours rechtlijnig volgend element aan, riskeer ik de banvloek van elkeen. Ook dat kan niet de bedoeling wezen van wat pretentieloos zondagsvertier hoort te zijn, waarbij de ruimte tussen de regels overigens niet altijd onaangewend blijft.
Op café, een ander oord van onbevangen tijdverdrijf, kan een mens iets verder gaan. Verba volant, scripta manent - het gesprokene vervliegt, het geschrevene staat gebeiteld.
Alcohol, wat bezoekers van café’s gaarne plegen te nuttigen, wordt ook wel eens spraakwater genoemd. Het maakt tongen los. Maar over het niet geregistreerd gesprokene hangt altijd een waas, zeker wanneer geuit in een alcoholrijke omgeving, die letterlijke reproductie betwistbaar en onzeker maakt. Dat komt het roddelcircuit uiteraard ten goede maar de verdediging later net iets gemakkelijker dan bij confrontatie met het geschreven woord.
Politici kunnen het zich niet veroorloven zodanig in de nuance te blijven hangen dat die uitmondt in onbeslistheid. Wanneer het gaat over oorlog - de aanvulling ‘en vrede’ laat ik hier weg want echt vredevol durf ik de huidige staat van oorlogsloosheid waarin wij ons bevinden ook weer niet noemen - wordt nuance snel gelijkgesteld aan defaitisme, onderworpenheid, berusting of lafheid.
Gelukkig wordt deze rubriek niet gevuld door de politicus in mij; hier spreekt de andere helft.
Over dit alles moeten we het eens hebben, in een café.
Ik gun u bij deze een fijne, vredelievende zondag.
Foto: Laat ik van de gelegenheid gebruik maken om dit schitterende boek onder uw aandacht te brengen. Ook vertaald als ‘graaf in Moskou’.
- Login om te reageren