Zondagsmijmering: Een petieterig kopopstekertje (deel II)

Zondagsmijmering: Een petieterig kopopstekertje (deel II)

Laten we hier maar gewoon en zonder gêne geschiedenis schrijven door een deel II aan te heffen, terwijl er nooit sprake is geweest van een eerste deel. Dat lijkt me nog eens een taboebreker die de orde der dingen stevig door elkaar weet te schudden en geef toe, waar vind je nog taboes om te doorbreken? Maaiden de bevrijdende decennia na de wilde jaren ‘60 niet alle zekerheden weg, ramde de sloopkogel der vooruitstrevendheid de steunpilaren van de oubolligheid niet van hun sokkel, stortten de muren van het vertrouwde Jericho niet compleet in onder het aanhoudend progressieve trompetgeschal, deed het gestaag gebeuk van links de grondvesten van de Bastille der conservatieven niet beven om vervolgens tot puin verbrijzeld te worden? Resten er nog taboes om te slechten?

Aha, ik lok u bij deze in de sleuf der dwalingen want taboes zijn als de kop van een draak; keel die en er groeit een nieuwe, wellicht zelfs meer dan één. Zelfs de ultiemste taboedoorbrekers eren het taboe dat er geen taboes mogen zijn en wee het gebeente van wie dat wil doorbreken.

Enfin, ik kalmeer en offreer bij deze dus deel II van wat geen deel I kende. Trouwe lezers weten dat ik vorige week iets gerelateerd aan die titel wilde intikken maar dat mijn gezeur over overmatig gezeur op sociale media zo overmatig werd dat ik niet meer tot mijn verhaal kwam. U voelt diezelfde dreiging ook weer boven deze bijdrage schuiven maar vandaag volhard ik. Wat volgt gaat over een boom en over een geboorte, dus past het ook gewoon veel beter bij deze zondag dan bij de vorige.

Afgelopen week was druk, begrotingsdruk. Weinig bed gezien, wel veel parlementaire banken. De week daarvoor was ook druk maar in tegenstelling tot deze zevendaagse het geval was, keerde ik toen wel elke dag braaf huiswaarts.

Toen ik vorige week woensdag erg laat de vertrouwde (t)huisdeur opende, stil want de nachtelijke rust had het pand reeds volledig in de greep, sloeg de schrik me plots om het hart. Het drukke parlementaire gedoe deed me dagenlang vergeten het kleine kopopstekertje te begieten. Zou ik een verdroogd restantje treffen?

Een passend woordje uitleg daarbij. In de nazomer foefelde ik wat druifjes, stukjes vijg en olijfjes (laatste twee uit het verre Puglia) in met potgrond gevulde kartonnen drinkbekertjes. Sommige bekers gaven geen krimp, in andere groeit intussen uitbundig groen. Eén potje wekt daarbij mijn bijzondere aandacht. Daarin stak een frêle, kwetsbaar, schoorvoetend ontluikertje het broze kopje op. Het delicate scheutje roept weke gevoelens bij me op. Zo’n tenger dingetje in die drukke wereld, zo druk dat ik het enkele dagen vergat te koesteren, deed dus mijn hart, beneden met de sleutel in de hand, schuldbewust een slag overslaan. De politiek dreigt het morele kompas wel meer uit het juiste magnetische veld te slaan, leek het tere stammetje me met zwak stemmetje toe te fluisteren. Pas kopje boven de aarde gestoken en het eigenwijsje houdt me al een spiegel voor. Daarin kunnen kleine dingetjes groot zijn.

Het ontluikertje draagt ook een diep geheim in zich. Mijn slordigheid maakt dat ik niet meer weet wat ik in welk potje duwde. Draagt dat dunne stammetje met piepkleine blaadjes de belofte in zich tot een stevige, rijk vruchten dragende vijgenboom uit te groeien of wordt het ranke steeltje ooit een knoestige druivenrank? Op een olijfboom durf ik niet hopen maar hoedanook, als het er in lukt voldoende te wortelen, staat het aan het begin van vele decennia natuurwonder voor wie er oog voor opbrengt. Er staat dus wel wat op het spel.

Ik trippelde voorzichtig, pogend de slaap der rustende niet de storen, de gang door, opende de deur van de woonkamer, sloop naar het betrokken kartonnen drinkbekertje dat dient als plantjeskribbe en… jawel, het oogde nog even fragiel maar beloftenvol.

Nu, ruim een week later, is dat nog het geval.

Boompje, geboorte, hoop, Kerst. Wat een kwartet.

Sta me toe u een zalige kerst te wensen.

Facebook, 25 december 2022

Labels