Zondagsmijmering: Een kinderfeest

Zondagsmijmering: Een kinderfeest

‘Alles is politiek en wat niet politiek is, dat maken we politiek.’ Dat lijkt zowat het streven de dag van vandaag.

Sinterklaas - want daarover horen mijn gedachtensprokkels dit weekeinde vanzelfsprekend te handelen - bezoekt de Lage Landen, de streek langsheen de Dender niet te na gesproken, in principe op 6 december maar in de praktijk doorgaans tijdens de nacht van zaterdag op zondag aan die datum voorafgaande of, dat kan zeker ook en verdient zelfs aanbeveling, de nacht daarvoor. Het aanbevelenswaardige dezer laatste optie zit in het feit dat ze de ontvangende kinderen een dag extra biedt om te genieten van het ontvangen speeltuig en het begeleidende snoepgoed terwijl het de ouders bevrijdt van een zenuwslopende dag vol van gemengde verwachting en daar bij horende gemoedswisselingen bij het nageslacht.

Indien de brave borst zich zowel door de ouderlijke als de grootouderlijke schouw(en) laat zakken, lijkt een verdeling van de vreugd over beide ochtenden aanbevelenswaard. Daarbij dient er over gewaakt dat de heilige man de waarde der geschenken goed inschat teneinde die evenwichtig over de aan diverse schouwen geplaatste schoentjes te verdelen.

Het Sinterklaasgebeuren hoort een feest te zijn en niet uit te monden in familiegeschillen noch deze indien reeds smeulend van zuurstof te voorzien. Het komt de evenwichtige ontwikkeling van kleuters niet ten goede wanneer ze op Sinterklaasochtend een moegetergde vader rozige marsepeinen varkentjes uit het mandje naar de Oma-van-moederskant zien smijten, waarop Opa-langs-moederskant, bij de kleinkinderen gekend als Opa-paardje omdat zijn knieën, weliswaar steeds meer aan sleet onderhevig, altijd beschikbaar zijn om als surrogaat te dienen voor niet aanwezige op hol slaande merries maar zich in deze zich afspelende kwestie verplicht voelend zijn rol van trouwe echtgenoot te spelen, het plastieken Star Warslaserzwaard dat naast het schoentje van de kleinzoon ligt, dreigend opheft naar zijn snoepgooiende schoonzoon.

Onmin in de familie, het bestaat maar hoort niet op de ochtenden na Sints bezoek opgerakeld te worden. Rekeningen binnen de sibbe kunnen desnoods verbaal vereffend worden tegen het eind van Kerstfeestjes, wanneer de alcohol de remmen der wellevendheid heeft uitgeschakeld en de kinderen reeds te ruste werden gelegd in de logeerbedden maar, ik herhaal, niet op Sinterklaas.

Laat staan dat het zou passen die kindervriend onderwerp te laten worden van politiek krakeel. Over de afkomst van de Sint (Turk of niet) of de kleur van knecht Piet bijvoorbeeld.

In mijn tijd was hij zwart door het schouwroet. Vanwaar die aangezette lippen en het krulhaar dan? De vraag klinkt gepast. Was Piet dan toch een Afrikaan? Maar waarom heet hij dan Piet? Als Sints knechten Patrice of Joseph-Desiré hadden geheten, dan kon terecht vermoed worden dat die schijnheilige zich wel degelijk schuldig maakt aan sociale dumpingpraktijken middels oneigenlijke detachering vanuit het zwarte continent. Maar ze heten Piet, zoals in Mondriaan, Keizer, Vantemsche, Piraat of Bell. Als kind zag ik trouwens ook wel dat zwarte Piet in de hals opnieuw wit werd, een vaststelling die de schouwhypothese onderbouwt.

Kinderen die geloven dat een oude man zich via de schouw toegang kan verschaffen tot de woning, ook al wordt hun ouderlijk pand verwarmd middels CV-componenten of vloerverwarming, en daar in lukt, in tegenstelling tot knecht Piet, zonder dat roetpartikels een spoor nalaten op baard of haardos, kunnen echt wel leven met wat inconsequenties. Ze zijn namelijk gelovig en wie gelooft kan wat hebben aan onuitlegbaarheden. Daarom heet het ook ‘geloven’ en niet ‘weten’. Het Geheel (grote G) staat ver boven de details waarover kleine geesten struikelen. De kinderen staan dus boven de politiek en dat hoort ook zo.

Maar dan moet die Sint ook rechtlijnig blijven. Gisteren hadden wij - mijn teerbeminde en ikzelf - het genoegen de Sint te mogen ontmoeten. Die vertrouwde ons op fluisterende toon toe dat hij het erg druk heeft in de periode begin november tot 6 december maar zich buiten die helse weken altijd beschikbaar wil stellen om een huwelijk af te sluiten.

Wacht even, Sinterklaas combineert het dakrijden met een flexijob? Valt hij wel onder een daartoe ingesteld statuut? Probeert hij zo sociale bijdragen te ontlopen? En wat dan met zijn pensioenopbouw (al kunnen we hem zeker niet verwijten verantwoordelijk te zijn voor de als maar stijgende vergrijzingskost; langer werken doet hij met overtuiging)?

Opletten goede Sint, het zal wel goed bedoeld zijn dat aanbod maar ook geloof kan wankelen. Hou jezelf daarom vooral buiten kwesties die noden tot parlementaire opvolging. Geloof mij nu maar een keer.

Facebook, 4 december 2022

Labels