Zondagse mijmering: De scheur

Zondagse mijmering: De scheur

Over een ijzersterk geheugen beschik ik niet. Doorgaans herinner ik me pas na diepe peinzing wat we bijvoorbeeld eergisteren hebben gegeten.

Het was deze eergisteren overigens dorade, die overheerlijk gebakken vanuit de oven op ons bord zwom, als het ware uiteraard, zich behaaglijk nestelend tussen een bosje zeekraal en een schep puree. Enfin, het smaakte heerlijk en ik herinner me nog duimen en vingers afgelikt te hebben. Maar dat, herinneren, wil me dus niet altijd zo goed lukken.

En toch weet ik nog exact, redelijk exact toch, hoe oud het hemd is dat nu gescheurd over de rugleuning van de zetel hangt. Aan dat hemd is een verhaal verbonden wat me mits een weinig rekenwerk in staat stelt de ouderdom er van te berekenen. Van geen ander hemd kan ik dat zelfs maar bij benadering.

Mijn vader vierde zijn 80e verjaardag en betreurde het nooit meer in Beieren te zullen komen. Daar was hij ooit een stukje van zijn hart kwijtgespeeld en geregeld trok het gezin er naar toe om het te gaan zoeken.

Ik kwam er de eerste keer als vierjarige peuter. Het familieverhaal gaat dat ik een jong Beiertje dat op een veld met pijl en boog aan het spelen was de goede raad gaf in de hoogte te schieten teneinde het risico op ongewenste maleuren in te dijken. (Nu ik het nog eens vertel, zie ik het weer allemaal weer voor me; het immense grasveld, de typische huisjes er rond, het pad dat de nabij gelegen berg op leidde. Geheugen is toch iets raar.)

Ik riep naar het bewapende kereltje de historische woorden ‘Umhauch’. Hij begreep mijn peuterduits niet en dus riep ik het luider, en luider tot ik rood in het gelaat aanlopend ‘Umhauch’ aan het brullen was. Nog steeds begreep hij niet dat ik hem aan het verstand probeerde brengen dat een horizontaal afgeschoten pijl ongewenste doelen kan treffen. Ik weet het, verticaal gelanceerde pijlen komen terug maar kleine jongetjes met een boog moeten wel iets natuurlijk.

Mijn maatje van die dag had aan mijn waarschuwing duidelijk geen boodschap. Ach, wellicht was het zelf een toeristje dat geen Duits begreep. Of staat er nu een buitenmaatse BMW voor zijn villa in een Münchense buitenwijk omdat hij later wel hoog heeft leren mikken?

Goed, vader mijmerde dus vele jaren later melancholisch de Beierse Alpen nooit meer te zullen aanschouwen. Die pijl trof raak.

Op weg terug naar huis vroeg mijn toen 14-jarige zoon waarom we niet met Moeke en Bompa - in die opsomming kwam mijn moeder altijd eerst - naar Beieren zouden gaan. ‘Ben je zeker jongen? Jij met drie oude mensen?’ (Ik was 44, oud dus voor een 14-jarige.) Toen vielen zijn wijze woorden: ‘Binnen enkele jaren moeten we niet meer gaan, dan zijn ze dood.’

We gingen en gelukkig maar want enkele jaren later… juist, mijn zoon kreeg gelijk. Het werd best wel een confronterende reis. Vader, altijd de fikse wandelaar voorop, vroeg daar tijdens een avondtochtje na het diner als eerste om toch maar terug te keren naar de Zimmer Frei waar we verbleven. Er zat sleet op vader, stelde ik vast.

En moeders merkbare afwezigheid loog niet langer. Alleen vader kon het wegglijden van haar geest nog ontkennen, wat hij ook hardnekkig deed.

Het werd hun laatste Beieren-reis. Ook ik ben er niet meer geweest trouwens. Hoe zouden de boerderijtjes er nog bijliggen in Unterammergau? De heerlijke stalgeur ruik ik nog, op mijn geurgeheugen zit wat dat betreft geen sleet. Wie beweert dat koeiemest stinkt, was nooit in Unterammergau.

Op die reis kocht ik een hemd, niet eerder echter dan nadat mijn moeder me over mijn twijfel duwde door zelf haar portemonnee te trekken. Het kostte wel wat maar Made in Germany en dus van topkwaliteit.

Ik ben het beginnen dragen en veel zelfs. Ooit brandde tabaksas er een gat in. Ik liet het stoppen, wat het hemd gewoon weer wat extra geschiedenis gaf.

Maar gisteren, toen ik het uittrok, hoorde ik een scheurend geluid. Jawel, over de rug gaf het textiel toe aan de tand des tijds.

Vader zou binnen enkele weken 96 lentes tellen. Het hemd wordt binnenkort dus 16, toch wel een eerbiedwaardige leeftijd voor een hemd, zeker wetend dat ik het in mijn vrije tijd heel geregeld draag.

Ons vader en ons moeder zijn er al lang niet meer, het hemd nog wel. Die scheur loopt daarom niet alleen over de rug maar toch ook een beetje door mijn hart.

Aan vergankelijkheid is natuurlijk niet te ontkomen maar een hemd is niet altijd zo maar een hemd en een scheur niet altijd zo maar een scheur.

Zouden ze in Beieren nog zo’n solide hemden verkopen? Misschien gooi ik die vraag eens argeloos op wanneer mijn zoon op bezoek is.

Geniet van deze alweer unieke zondag. 

Deze zondagse mijmering verscheen op Facebook op 29 januari 2022.

Labels