'Volk, blijf volk'

'Volk, blijf volk'

Over het Vlaanderen van morgen

Een tekst schrijven door Doorbraak doet altijd deugd. Na al die tijd voelt het een beetje als op visite gaan bij een oude vriend die in je oude appartement is ingetrokken. Jarenlang in elk nummer de rubriek Vrij-spraak – de ‘die hards’ niet onbekend – vullen, blijft kleven aan een mens.

Opinie Doorbraak, 11 november 2023

Intussen wisselde de opdracht. Van de VVB, van de ongebonden Vlaamse beweging laveerde ik naar de partijpolitiek; noem het maar, een beetje kort door de bocht, van ‘wat’ naar ‘hoe’. Kort door de bocht, want die scheiding trekken we best niet té star. Een politiek geïnspireerde beweging mag niet blind zijn voor de praktische ‘hoe’-vraag, de partijpolitiek mag de ‘wat’-kwestie niet uit het oog verliezen.

Hoe?

Ik stapte niet in de politiek om een handeltje in illusies op te zetten. Dergelijke stalletjes staan er al genoeg op de politieke vogelenmarkt. Daarom schrijf ik ook hier liever weinig omfloerst over het ‘hoe’. De weg die wij voorstaan om volwaardig Vlaams zelfbestuur te verwezenlijken, vormt een verdomd moeilijk pad, zonder waarborgen, zonder zekerheden. Het alternatief dat anderen aanbieden is evenwel erger want volgens mij onmogelijk, een illusie verpakt als rechte weg naar het doel.

Die ‘hoe’ er te geraken blijft dus een zaak van vallen en proberen opstaan. Wij probeerden het via het uitsluiten van de PS van de Belgische macht. Marrakesh wierp een hinderpaal op, de stembus zorgde voor de nekslag. De PS kon na onze electorale verzwakking via de Belgische poort weer doorstoten naar de slechts even verloren macht.

In 2024 kan dat een verlengstuk krijgen, al dan niet onder een PS-premier steunend op de schouders van een reeks kreunende Vlaamse electorale dwergen. Het zal u niet verbazen dat ik ervan overtuigd ben dat een ijzersterke score van N-VA hiertegen de enige remedie vormt. Ons pad is inderdaad moeilijk maar, juist, ik schreef het al, wie een kortere weg voorspiegelt belazert de kluit. Een democratie is een te koesteren goed, maar ze werkt volgens wetmatigheden die we niet kunnen negeren.

Wat?

Sta me toe ook even stil te staan bij die wat-vraag. Een zelfbesturend Vlaanderen uiteraard, dat is ‘wat’ moet.

Toen ik in de jaren ‘90 met een ploeg jonge strijdmakkers — ook ik was ooit jong — de VVB cockpit overnam was dat om te verjongen, maar zeker ook om het verhaal te verrijken. Naast de traditionele romantiek — niks mis mee — en de communautaire juridische sp(l)itstechnologie — noodzakelijk kwaad — leek het ons noodzakelijk het economische aspect mee te betrekken. Dat is een vruchtbare aanvulling gebleken want Vlaanderen staat ook voor welvaart.

Zoals een geluksklavertje moet een wervend Vlaams-nationaal verhaal vandaag volgens mij ook vierledig zijn. “Volk wordt staat”, zingen we graag. Het is slechts een slogan maar hij ging me altijd naar het hart. Nog steeds overigens, want we willen die Vlaamse staat, maar ik besef intussen dat die slagzin ook ongewenst kan vertaald worden als we niet opletten.

Vader

Ik ben me bewust van het verlies aan scandeerkracht wanneer we er aan beginnen prutsen. “Volk blijf volk, met een staat die dat mogelijk maakt” bekt dan wel niet, we hakken er wel de gevaarlijke interpretatie van af. Een volk mag natuurlijk niet verworden tot Staat want voor je het weet duwt Vadertje Staat het leven van wieg tot graf in een eng sjabloon.

Die bedrieglijk sympathiek klinkende term ‘Vadertje Staat’ zet stevig op het verkeerde been. Een echte vader voedt kinderen op tot het punt waarop ze zonder hem kunnen. Vadertje Staat doet er echter alles aan om de burger behoeftig te houden aan een ondersteunende overheid. Verbieden en verplichten tot iedereen gelukkig is, is een onbereikbare ambitie zodat voortdurend opnieuw verboden en verplicht moet worden. Zo houden politici steeds meer heft in handen.

Daartoe zijn dan natuurlijk torenhoge belastingen nodig, want verzorgen van wieg tot graf, dat vraagt een hoop instellingen, vele controleurs en legers handhavers.

Solidariteit

En de burger? Die vervelt van schepper van gemeenschapsleven tot zeurderige cliënt. “Ik heb al gegeven”, moppert de platbelaste burger die vervolgens elke vorm van solidariteit, steun, medeleven en verantwoordelijkheid uitbesteedt aan de overheid. Die bezwijkt vervolgens onder de loden last van de onhaalbare beloftes — verkopers van illusies willen wel eens succesrijk zijn in het lokken van kiezers — en oogst alleen nog minachting en afkeer. De kloof tussen politiek en burger noemt men dat. Iedereen malcontent.

De oplossing van links en een bepaald soort rechts: nog meer overheidsingrijpen en als de pijngrens van de belastingheffing is bereikt, de begroting in het rood laten lopen, geld lenen en beleid voeren met het belastinggeld van morgen. Liberalen zetten in op het individualisme als remedie, maar beseffen niet daarmee het pad te effenen voor de nood aan juist méér overheid.

Gemeenschapsdenken

Daartegenover staat de optie van het gemeenschapsdenken. Die geeft ruimte aan de burgers om in zelforganisatie de hand aan de ploeg te slaan. Het klinkt op het eerste gezicht niet altijd populair om te bepleiten dat iedereen ook zelf wat verantwoordelijkheid draagt en niet bij elk probleem bedelend dan wel eisend de hulp inroept van de overheid, dat we een doodlopende straat inslaan als we rechten opeisen maar plichten afwijzen én dat de overheid repressieve trekjes krijgt als die plicht alleen wordt nageleefd ‘als het wettelijk wordt opgelegd en geüniformeerd gehandhaafd, mits naleving van strikte procedures’.

Kortom, alleen spontane burgerplicht uit besef deel uit te maken van een gemeenschap kan er voor zorgen dat de overheid slank en betrouwbaar blijft, niet het hele leven gaat voorschrijven maar haar basistaken wel correct uitvoert. Het zijn de oude burgerwaarden die een dam kunnen opwerpen tegen staatsdwang én versplinterend individualisme. Frauderen is dan niet langer een daad van gewiekste rebellie maar van egocentrisch nastreven van het enge eigenbelang, botsend met het burgerfatsoen waar een aangename samenleving op kan drijven als ze niet steeds repressief moet afgedwongen worden.

We hebben dus nood aan bescheiden politici, die niet de illusie wekken mensen gelukkig te kunnen maken maar die de omstandigheden scheppen om de burgers het stuur zo veel mogelijk zelf te laten hanteren; aan Vlaams-nationalisten die werken aan een zelfbesturend Vlaanderen van zelfbesturende Vlamingen.

Labels