"Theo Francken is zeer voorzichtig geweest"

"Theo Francken is zeer voorzichtig geweest"

De fractievoorzitter van de N-VA in de Kamer verdedigt Staatssecretaris Theo Francken in Le Soir. En hij legt het asielbeleid van zijn partij uit. “Als we de hele wereld verwelkomen, is dat het einde van onze sociale zekerheid.”

De eerste parlementaire week belooft geanimeerd te verlopen, met als thema het dossier van de repatriëring van Soedanezen en mogelijke martelingen. Welk standpunt zal u verdedigen?

 

Wat betreft de vluchtelingenproblematiek staan we voor een morele paradox. Aan de ene kant wil iedereen voor iedereen op deze aarde een dak boven zijn hoofd zonder dreiging van een oorlog, bijvoorbeeld. Dat is de normale, menselijke reactie. Maar aan de andere kant ligt een andere morele waarde: we moeten erover waken dat onze samenleving, die een hoog niveau van sociale bescherming kent, deze bescherming kan waarborgen. Deze twee types van morele waarden botsen. Beeld je in dat we morgen de grenzen openen voor alle ellende in de wereld: ik vrees dat niet al het ongeluk in de wereld opgelost zal zijn, maar dat ons sociaal model zal verdwijnen. Dat betekent dat we keuzes moeten maken. En dat zijn geen gemakkelijke keuzes. Maar onze aanpak, die van de N-VA en die vind je ook terug in het beleid van de regering, is dat we, binnen de grenzen van het internationaal recht, ons deel doen van de asielaanvragen, en dat we dat op een serieuze manier doen. Maar wat betreft de andere overwegingen, met name die voor ons sociaal model, daar stellen we onze grenzen. Wij vinden het belangrijk om op een strikte wijze de wetten en de internationale verdragen toe te passen. Want de grootste vijanden van een goed asielbeleid zijn zij die de asielaanvragen misbruiken.

 

Maar de oppositie is van mening dat het huidige beleid te gesloten is.

 

De oppositie heeft een andere visie. Om het vriendelijk uit te drukken, zou ik zeggen dat het een idealistische visie is. Maar het asielbeleid van de vorige regeringen heeft geleid tot, of in elk geval dreigde te leiden tot, een destabilisering van de samenleving. Dat is ons standpunt.

 

Zwart-wit?

 

Nee, wij zullen nooit zeggen dat het gaat over goede mensen tegen zij die dat niet zijn. Maar wat me stoort aan de linkse visie is dat zij het voorstellen als een strijd tussen het goede en het kwade. Nee. Het is een strijd voor een goed evenwicht in, bijvoorbeeld, het behoud van de veiligheid of het gevoel dat men, ja, ‘thuis’ is binnen onze landsgrenzen. Dat is effectief bedreigd. Het is een kwestie van evenwicht.

 

Maar bij de toepassing van dat beleid geeft uw Staatssecretaris Theo Francken toch tekenen van onvoorzichtigheid met betrekking tot de repatriëring van Soedanezen, nee?

 

De vraag over voorzichtigheid in zulke domeinen hangt af van weten tot waar die voorzichtigheid gaat. Wij vinden het zeer belangrijk voorzichtig te zijn op het vlak van asielbeleid vertrekkende van de stelling dat er geen misbruik mag zijn van de procedure om asiel aan te vragen. Dat is een vorm van voorzichtigheid. Anderen zien die voorzichtigheid anders.

 

Dus ik vind dat Theo bijzonder voorzichtig is doordat hij ervoor zorgt dat er geen misbruik is van de procedure. En we maken politieke keuzes. Maar het is geen mathematische keuze. We kunnen niet op een definitieve manier zeggen ‘dat is de lijn tussen wat geschikt is en wat niet’. Voor ons ligt die grens ergens anders dan die van de linkerzijde, dat is duidelijk.

 

En toch: meent u dat de voorzichtigheid ook van toepassing is als er een risico is op marteling?

 

Natuurlijk. Dat is evident. Niemand betwist het feit dat er martelingen plaatsvinden in Soedan. Maar de stelling dat iedere persoon die wordt teruggestuurd naar Soedan daar gemarteld wordt, is eveneens verkeerd.

 

Het onderzoek in opdracht van de regering moet nochtans aantonen dat er geen martelingen zijn.

 

Wat we horen, is voldoende ernstig om een onderzoek in te stellen, maar het is niet daarom dat we die geruchten als feiten moeten beschouwen. Maar ik ben er zeker van dat, als uit het onderzoek blijkt dat alles op een correcte manier verlopen is, ook bij de administratie, dat de oppositie nog voldoende stof zal vinden om het onderzoek te bekritiseren.

 

Over meningsverschillen gesproken, wat denkt u van de carte blanche van de gebroeders Dardenne in onze krant?

 

Ik heb een diep respect voor de gebroeders Dardenne als filmmakers. En als ik morgen een mening nodig heb over de filmwereld, zal ik mij eerst richten tot de broers Dardenne voor ik bij de bakker op de hoek aanklop. Maar als het over politieke kwesties gaat, zijn het gewoon twee broers met een politieke mening. Is hun mening belangrijk in dit domein? Zeer zeker, maar niet belangrijker dan die van de bakker op de hoek.

 

U bent fractieleider in het federale parlement. De oppositie heeft een motie van wantrouwen neergelegd tegen Theo Francken. Hoe ziet u de zaken? Is het een formaliteit?

 

Men moet het asielbeleid van de regering beoordelen en niet de Staatssecretaris die het beleid van de regering uitvoert. Ik denk dat er een debat mogelijk is over de toon van de communicatie van Theo. Ik weet dat er daarover verschillende meningen bestaan en dat Theo een zeer emotioneel persoon is, dat weet ik, die zeer graag reageert op veel zaken, en misschien doet hij dat soms beter niet. Maar op dit moment is de vraag voor het parlement niet die van de communicatie, maar die van het gevoerde beleid. En het beleid van Theo, ondanks de kritieken die ik van de meerderheid hoor over zijn stijl, stemt overeen met het regeerakkoord. Zelfs Louis Tobback (sp.a) stelt dat hij het grotendeels op dezelfde manier zou doen.

 

Denkt u dat de CD&V tegen de motie zal stemmen?

 

Het is niet aan mij om te zeggen wat de CD&V volgende week zal doen. Maar ik heb geen elementen op dit moment die me doen denken dat de CD&V zich zal distantiëren van het regeringsbeleid.

 

Deze laatste dagen, en vooral met betrekking tot dit dossier, zegt men in veel analyses, vooral in Vlaanderen, dat Charles Michel de ‘marionet’ is van de N-VA. Wat denkt de N-VA daar zelf over?

 

Ik vind het logisch dat de grootste partij (de N-VA, nvdr) het meeste gewicht in de schaal kan leggen. Maar ik kan u zeggen dat er veel zaken zijn die de N-VA wil, maar die niet gebeuren omdat wij niet de macht hebben hen te doen gebeuren. Zo zie ik Charles Michel bijvoorbeeld helemaal niet als een marionet van de N-VA wat de communautaire agenda betreft.

 

Vertaling: Liesbeth Stroobandt 

 


 

Verschenen in Le Soir op 6 januari 2018 en hier vertaald geplaatst op 9 januari 2018. 

 

Foto: © Le Soir

 

TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.

Labels