Samen tegen het extremisme… dat de Saoedische monarchie bedreigt

Samen tegen het extremisme… dat de Saoedische monarchie bedreigt

Deel zes van mijn Saoedische reiservaringen (over democratie en religie). 

 

 

Extremisme, daar moeten ze in Saoedi-Arabië (KSA) niet van weten, drukken de Saoedi’s ons op het hart. Dat klopt ook, maar het is dan wel kwestie de term extremisme te definiëren. We kregen op onze missie naar dat land ook te horen waarom het geen goed idee zou zijn klassieke verkiezingen naar westers model in te voeren.

 

Politieke bloggers met liberale ideeën, soenitische moslimfundamentalisten die tegen het concept monarchie gekant zijn en sjiieten die zich niet voegen naar hun statuut van getolereerde-maar-graag-niet-teveel-van-de-oren-makende minderheid hebben in KSA met elkaar gemeen dat ze grote kanshebbers zijn om achter tralies te belanden. (Komt daar de beschuldiging van terrorisme bij, dan wordt op de opsluiting wellicht bespaard middels het uitvoeren van de doodstraf.) Politiek bedrijven ze in KSA toch een ietsje anders dan te onzent.

 

Een parlementaire missie die op bezoek gaat bij collega’s komt in KSA niet verder dan de Shura, het in 1993 opgerichte raadgevende orgaan van de koning, aangezien er geen klassiek verkozen parlement bestaat. Die Shura vergadert in een prachtig gebouw, zeg maar paleis, dat infrastructureel alles heeft van een parlement en in vergelijking waarmee menige praatbarak in andere landen in het niet verzinkt. We wonen even een zitting bij en kijken van op de tribune neer op druk debatterende afgevaardigden, met rechts van de voorzitter een zwart blok van 30 vrouwen. De overige 120 zitjes worden bezet door mannen in wit kleed en roodwit dan wel wit hoofddoek. Jawel, rasechte Saoedi’s dus, al zullen we later leren dat er alleen rasechte Saoedi’s bestaan.

 

De kwaal absenteïsme schijnt hier niet te bestaan want de stoeltjes worden meer dan behoorlijk bezet. Een vrouwelijke Shura-afgevaardigde reageert fel – zo maak ik op uit haar lichaamstaal – op een mannelijke collega die net iets had beweerd dat haar niet zint, waarop die weer het woord vraagt om haar van antwoord te dienen. Ze zijn het duidelijk niet zomaar met elkaar eens in die Shura.

 

Dat dit raadgevend orgaan 30 vrouwelijke leden telt, daar zorgde koning Abdullah voor die een quotum van 20% oplegde. “Daarmee zitten we niet zo ver af van de vrouwelijke aanwezigheid in vele andere parlementen”, verdedigt zich de Shura-afvaardiging die ons ontvangt.

 

Dr. Khalid Al-Saud leidt het vriendschapscomité en legt uit dat de Shura bestaat uit door de koning aangestelde “technisch geschikte mensen die het algemeen belang dienen en niet dat van één partij <zoals bij jullie, hoor je hem denken-nvPDR>. Wij kiezen een andere weg dan Europa om te komen tot een betere besluitvorming.”

 

Dr. Sami Zaidan, ook Shuralid, vult aan: “Wij zitten in een evolutie en de werking van de Shura maakt daar deel van uit. Zie naar Algerije, Gaza of Egypte waar bij zogenaamde vrije verkiezingen de extremisten van het moslimbroederschap aan de macht kwamen. In onze samenleving zijn ook conservatieve krachten actief die graag misbruik zouden maken van verkiezingen. De koning kiest de leden van de Shura met grote zorg.” Hoda Al-Helissi, het vrouwelijke Shura-lid dat al eerder in deze reeks voorkwam, voegt daar dan weer aan toe: “Verkiezingen zouden zeker uitdraaien op een tribale concurrentie. Nu worden alle regio’s in de raad vertegenwoordigd. Daar zorgt de koning nauwlettend voor. De lokale verkiezingen bleken succesrijk voor vrouwen, we zitten op een pad dat tijd vraagt om helemaal af te wandelen.” In december 2015 mochten vrouwen inderdaad voor het eerst kandidaat zijn bij lokale verkiezingen – de derde pas die werden georganiseerd – en een klein aantal dames wist een zetel te bemachtigen.

 

Die Shura, het Arabische woord voor ‘overleg’, brengt dus advies uit aan de koning die daar naar goeddunken wel of geen rekening mee houdt. Zelf beweren de Shuraleden wel degelijk een flinke impact te hebben op ’s konings beleid maar ja, hoe zou je zelf zijn als je er in zou zitten? Het Shura-idee wortelt in een Arabische bedoeïnentraditie en staat vermeld in de Koran. Het is zeker meer dan een schouwtoneel opgezet ten behoeve van kritische buitenlandse bezoekers die om de oase moeten geleid worden. Saoedische leiders kennen het oude gebruik van overleg en kunnen ook maar overleven door bepaalde evenwichten in het oog te houden. Zo’n Shura helpt om het draagvlak voor wetgeving te toetsen.

 

Daarbij geldt één ijzeren regel: alles moet passen binnen de islamitische wetgeving, de Sharia, waarop het hele bestel van het land steunt. “Wij zijn een islamitische staat. Godsdienst is voor ons een manier van leven, geen set van rituelen”, zegt dr. Abdullah Alfawzan, hoofd van het King Abdullah Center for Nationale Dialogue. Ook dat centrum speelt een belangrijke rol in het aan de pols houden van de koninklijke vingers.

 

Alfawzans organisatie onderzoekt op permanente basis de reacties van het publiek op veranderingen en voedt daarmee onder meer de debatten in de Shura. “Wij willen de stille meerderheid leren kennen”, zegt de secretaris-generaal. Vrouwen die met de auto mogen rijden; bioscopen die films vertonen in publieke zalen; seksuele intimidatie (#theytoo): het King Abdullah Center peilt naar de reactie bij Khalid-met-het-hoofddoek en Salma-met-de-abaya. Bleek bijvoorbeeld dat 70% van de vrouwen dat autorijden zeer toejuicht terwijl een meerderheid van de mannen het een slecht idee vindt.

 

Dr. Alfawzan ontvangt ons hartelijk en zijn sympathieke ronde gelaat straalt één en al vriendelijkheid uit. Met een grapje vertelt hij dat hij zijn vader nooit durfde vertellen dat hij socioloog is geworden. Ik stel hem wat dat betreft gerust; bij ons durft ook niemand zijn vader meedelen socioloog te zijn. We confronteren hem en zijn aanwezige medewerkers – de tafel is zeer goed gevuld met grotendeels jonge medewerkers, waaronder één vrouwelijke onderzoeker – met de vraag naar de rol van andere godsdiensten in het land. Dat de islam dominant is, hadden we al begrepen, maar zou het denkbaar zijn dat er in KSA kerken worden geopend? Niet dus. “Alle Saoedi’s zijn moslim dus waarom zouden we kerken openen? Alleen bij de gastarbeiders zijn er christenen maar die blijven hier niet definitief. <Niet alleen is het quasi onmogelijk om de Saoedische nationaliteit te verwerven, een verblijfsrecht dat langer duurt dan de tijd om in het land te werken zit evenmin in het Saoedisch pakket-nvPDR.> Zij kunnen hun geloof thuis belijden, niemand is verplicht moslim te worden maar kerken bouwen is niet praktisch.”

 

Als we de vergelijking maken met moskeeën in Europa, volgt een antwoord dat aan interne logica weinig te wensen overlaat. “Moslims zijn bij jullie staatsburgers en dus hebben jullie verplichtingen tegenover die mensen. Ons land telt geen niet-islamitische staatsburgers, dus de situatie is onvergelijkbaar.” Onze Saoedische socioloog-opinieonderzoeker herhaalde nog eens dat moslims in niet-moslimlanden geacht worden de lokale wetten na te leven. Daarin zijn ze stellig want zo voorziet de Koran.

 

In februari ontmoette ik dr. Mohammed Al Issa, secretaris-generaal van de World Muslim League (WML), de organisatie die geldt als draaischijf van de financiering van moskeeën en materiaal voor islamonderricht wereldwijd. Al Issa kreeg in 2009 de portefeuille van minister van justitie, een benoeming die gezien werd als een onderdeel van koning Abdullahs hervormingsoperatie. Abdullah, voorganger van de huidige koning Salman, wordt doorgaans beschouwd als degene die voorzichtig startte met een milde modernisering en Al Issa kan bogen op een relatief liberaal imago. Hij paste dus in het plaatje. Daarom ook duidde de huidige kroonprins hem in 2016 aan als secretaris-generaal van de WML met de uitdrukkelijke bedoeling het zeer negatieve imago van die organisatie in de niet-moslimwereld wat op te krikken.

 

Al Issa is even welbespraakt als hartelijk wanneer hij me in zijn kantoor ontving. Ook hij kon niet genoeg beklemtonen hoe zeer hij gekant is tegen het fundamentalisme en dat moslims in Europa de wetten van het land moeten naleven. “Als ze dat niet met hun geloof in overeenstemming kunnen brengen, dan moeten ze verhuizen”, vertelde hij me letterlijk. Het feit dat Al Issa de holocaust expliciet erkent en het ontkennen er van afwijst, leverde hem in ultraconservatieve kringen trouwens de naam van ‘jodenvriendje’ op.

 

Zowat elke gesprekspartner beklemtoont hoe zeer het moslimfundamentalisme wordt afgewezen. Dat klopt ook, in zo verre fundamentalisme gedefinieerd wordt als gewelddadig en vijandig tegenover de staat, in casu de Saoedische monarchie. Met dat soort moslims hebben ze in het koninkrijk absoluut geen medelijden. Die worden meedogenloos vervolgd en gestraft. In die zin klopt het dat ze willen samenwerken met onze landen in de strijd tegen terrorisme. Gewelddadige organisaties, daar moet een gevestigd land als KSA niets van weten. Wetten zijn er voor hen om nageleefd te worden en wanneer ik bij meerdere gelegenheden vertelde er begrip voor te hebben als zij er niet van houden dat andere landen zich te veel komen bemoeien maar dat wij dezelfde terughoudendheid verwachten, dan is dat taal die de Saoedi’s begrijpen. Voor zo ver we daar consequent in zijn, kunnen er met KSA zaken gedaan worden. Maar er volgt wel hoofdengeschud als wij hen verwijten zich te mengen in ons land terwijl wij wel de les spellen over de manier waarop zij het hunne moeten runnen.

 

En nog dit voor wie er aan zou durven twijfelen: het wahabisme predikt geen haat en is gematigd. Meer nog, eigenlijk bestaat het niet want het is geen stroming maar een louter pleidooi om de Koran rechtlijnig na te leven. In de soenitische islam bestaan vier scholen, waarvan het wahabisme er geen is, en die hebben even veel rechten in het land. Zeg dat ze het ons gezegd hebben daar in Riyad.

 

In het Mohammed bin Nayef Counseling and Care Center worden moslimextremisten en oud-Guantanamogasten ondergedompeld in een rehabilitatieprogramma van zes maanden. Als ze geacht worden bevrijd te zijn van slechte gedachten en weer aansluiting te vinden bij “de ware islam” – zeg maar geen vijandige gevoelens meer koesteren tegen de Saoedische overheid – mogen ze gederadicaliseerd terugkeren naar de samenleving. “Wij benaderen het probleem holistisch”, krijgen we bij ons bezoek te horen alsof ze daar onze lifestylebladen op de voet volgen. “We spelen in op religie en psychologie maar verliezen het juridische aspect en de veiligheid niet uit het oog”, vertelt een psycholoog die het eerste gesprek voert met de vers aangevoerde veroordeelde geradicaliseerden. De gebouwen zien er weer allemaal proper uit, de aanpak is wetenschappelijk en de succesratio ligt volgens het centrum zelf zeer hoog. Kortom ze zijn apetrots op de manier waarop zij die schaapjes wassen.

 

Bepaald indrukwekkend was ook ons bezoek aan het Etidal Global Center fort the Fight Against Extremist Ideologies. Enkele maanden voor Donald Trump KSA bezocht, besliste de kroonprins om Etidal op poten te zetten en toen de Amerikaanse presidentiële voet in mei 2017 Riyaadse grond raakte, stond alles kant en klaar. De iconische foto van Trump, kroonprins Mohammed bin Salman en de Egyptisch president Abdul Fatah al-Sisi boven een lichtgevende wereldbol werd in de inkomhal getrokken bij de opening van het centrum.

 

Etidal presenteert zich op het web zo: “Our mission is to expose. combat, and refute extremist ideology, #ETIDAL” of voor wie het Engels minder beheerst “مهمتنا هي كشف، ومكافحة، ودحض الفكر المتطرف، #اعتدال”. Extremistische inhoud op het wereldwijde web screenen, daarmee houden ze zich dus bezig. In een grote met Barco-beeldschermen omzoomde zaal zitten tientallen jonge Saoedi’s achter computers de sociale media in het oog te houden. Wanneer bepaalde woorden die wijzen op gewelddadig radicalisme te frequent voorkomen bij een sociale mediagebruiker blijft die achter het door computerspecialisten opgezette net van algoritmes hangen. Dan schiet zo’n screener in actie voor een diepere analyse ten einde te oordelen of het profiel van de van radicalisme verdachte eventueel moet doorgespeeld worden naar hogerhand. Big brother is heel erg watching in dit high tech-instituut. Het vermoeden dat er directe lijnen lopen naar verborgen ondergrondse plaatsen ergens in een Amerikaanse woestijn zal niet ver bezijden de waarheid zitten. Qua professionalisme mag Etidal alvast model staan. Qua financiële overheidssteun ongetwijfeld ook.

 

Zeker tot de aanslagen op 9/11 speelde KSA met vuur in een hooimijt; lees: werden massa’s Saoedisch geld en middelen ter beschikking gesteld van moslimfundamentalisten die daarna snel de stap naar het actieve terrorisme konden zetten. Zo financierden die Saoedische bronnen meteen ook zelf de vijanden van de Saoedische overheid. Omdat de autoriteiten in KSA dat niet meteen inzagen, kregen ze na de aanslagen op de Twin Towers vanuit Washington de niet mis te verstane boodschap dat het land moet beseffen niet tegelijkertijd bondgenoot van het westen te kunnen zijn én financier van anti-westers terrorisme. Nu doet KSA zijn uiterste best om aan te tonen de allerbeste leerling van de klas te zijn in het bestrijden van terrorisme en staatsbedreigend moslimfundamentalisme, onder meer door het droogleggen van de geldstromen naar gewelddadige bewegingen. Intussen heeft Riyad wel begrepen dat het ook gewoon een zaak is van welbegrepen eigenbelang en zelfbehoud.

 

De propagandastroom naar niet-gewelddadige maar zeer conservatieve geloofsgenoten blijft echter omhuld door een dikke waas. Beloftes tot samenwerking om alle geldstromen bloot te leggen, waarover zelfs waterdichte Saoedische wetgeving zou bestaan, blijven vaag en onduidelijk. In november bezocht een hoge Belgische delegatie Riyad onder leiding van Dirk Achten, de chef van de Belgische diplomatie, en dat thema ‘geldstromen’ kwam uitgebreid aan bod. Net zoals bij ons bezoek het geval was, regende het toen in november waarborgen van totale transparantie. Dat we daar in de feiten nog een eind van af staan, kon ons bezoek alleszins alleen maar bevestigen. Ook uit het antwoord van minister Didier Reynders op een parlementaire vraag van mij na onze terugkomst bleek dat, alle geruststellingen in Riyad ten spijt.

 


 

Hier geplaatst op 28 mei 2018.

 

Foto: © Knack

 

TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.