“Onze stempel drukken in de regering-Michel is niet arrogant, maar logisch”

“Onze stempel drukken in de regering-Michel is niet arrogant, maar logisch”

Nee hoor, de verhouding tussen N-VA en premier Charles Michel (MR) is niet zo slecht. En nee, N-VA stelt zich helemaal niet zo arrogant op. “Maar we vertegenwoordigen wel een derde van de stemmen, dan moet je ook ergens voor staan”, zegt Peter De Roover, chef van de 31-koppige N-VA-fractie in het federale parlement. Ook de heisa over de dromedarisfoto van Bart De Wever op sociale media vindt hij overtrokken. “Hij had die eerst via WhatsApp rondgestuurd, onder ons.” En Theo Francken? “Theo is een emotioneel type, hé.” Een interview met een N-VA’er die in voor zijn partij turbulente tijden de onverstoorbaar­heid van een oude zenmeester aan de dag legt.

 

Peter De Roover groeide op in Berchem en woont in Mortsel, “op 200 meter van de grens met Antwerpen”. Zijn halve leven was hij actief in de Vlaamse beweging en gaf hij les aan Antwerpse scholen. Tot de politiek hem riep. Voor een neofiet had hij het slechter kunnen doen. Sinds 2014 leidt de voormalige leraar economie de grootste fractie in de Kamer en speelt hij zijn rol in de politieke geschiedenis van het land dat hij zo graag zou splitsen.

 

U hebt geluk: het parlement heeft deze week nog vakantie.

 

Peter De Roover: Ja, we zijn een paar dagen op hotel geweest vlak bij Maastricht. Een mooie streek is dat. We zijn gaan wandelen in Voeren, naar Aken geweest, naar Valkenburg. En lekker gegeten in Nederland, echt. De laatste keer dat ik met het Benelux-parlement in Den Haag te gast was, kregen we nog altijd kroket en karnemelk, maar toch ook al een glaasje wijn. Ze halen ons in (lacht).

 

Als u één goed voornemen moet maken, welk zou dat dan zijn?

 

Het allerbeste is om er geen te maken. Goede voornemens zijn vaak dronkemanseden. Maar ik wil zeker doorgaan met mijn verzet tegen simplismen, het idee dat er makkelijke oplossingen zijn die de eigen groep niks kosten. Ik weet dat het in de politiek niet vanzelfsprekend is in tijden van snelle sociale ­media, maar veel problemen zijn ingewikkeld. Je moet niet kiezen voor pseudo-oplossingen die alleen maar goed klinken. Ook als dat electoraal niks oplevert wil ik daartegen ingaan. Ik wil grondige analyses blijven maken, langere teksten schrijven, al weet ik dat één foto op Instagram of één quote op Twitter meer kan opleveren. Daar doe ik zelf ook aan mee hoor, daar niet van.

 

Ik zag op uw website een essay over de ­Oktoberrevolutie, de geboorte van het ­communistische regime in Rusland in 1917. Verrassend voor een N-VA’er.

 

Ik heb daar vorig jaar, op de honderdste verjaardag van die revolutie, veel over gelezen. Ik heb altijd een grote interesse gehad in het communisme. Ik ben zelfs een jaar geabonneerd geweest op Neues Deutschland, het partijblad destijds in Oost-Duitsland. Ik heb alle werken van Lenin gratis gekregen van de Sovjetambassade.

 

Vanwaar die fascinatie?

 

Ik weet het niet. Ik heb het altijd intrigerend gevonden waarom iemand communist wordt. Of socialist. Denk aan mensen zoals de voormalige Antwerpse burgemeesters Lode Craeybeckx of Camille ­Huysmans, van wie ik de biografieën heb gelezen. Wat zijn hun drijfveren? Wat motiveert hen?

 

Het streven naar een rechtvaardige wereld misschien?

 

Rechtvaardigheid kun je op verschillende manieren invullen. Dat is te eenvoudig. Vaak begint het vanuit idealisme, ja, maar dat is kenmerkend voor gewelddadige stromingen als communisme, fascisme of jihadisme: het begint met idealisme en dan komen ze op een punt waar ze menen te weten hoe de perfecte wereld in mekaar zit. Vanaf dan wordt hun waarheid een waarheid in hoofdletters en hun tegenstanders worden tegenstanders van de waarheid, die uitgeschakeld of zelfs vernietigd moeten worden. Dan krijg je de Goelag, concentratiekampen, het IS-kalifaat ...

 

Van de grote geschiedenis naar de Belgische actualiteit: langs alle kanten klinkt het verwijt dat N-VA zich arrogant opstelt.

 

Arrogant? Het vreemde is dat tegenstanders beweren dat wij het hele politieke bedrijf domineren, maar ook dat N-VA geen verschil maakt en een gewone, traditionele partij is geworden. Dat zijn twee punten van kritiek die mekaar opheffen. Ik denk niet dat wij arrogant zijn. Vergeet niet dat wij in de federale regering onmiddellijk hebben moeten slikken dat er geen ruimte was voor onze eerste doelstelling: een volwaardig Vlaams zelfbestuur. Het wordt makkelijk vergeten, maar wij zijn in de min gestart, met een opoffering, niet van nul. We zijn daar loyaal in geweest, maar deze regering moet dan wel op andere punten het verschil maken met vroeger. Is dat arrogant? Wij vertegenwoordigen ook heel wat kiezers. We vormen de grootste partij, dat we onze stempel drukken is de democratische logica zelve.

 

N-VA stelt zich provocerend op tegenover premier Michel: Theo Francken viel hem openlijk af, jullie blokkeren het Energiepact ...

 

Er is een framing ontstaan rond Michel die niet klopt. De premier geeft gestalte aan het regeringsbeleid. Maar in de regering zitten vier partijen met vier verschillende insteken. Die gaan niet fuseren. Zeker in Vlaanderen zijn ze heel concurrentieel op de kiezersmarkt. Voor een deel mikken we op hetzelfde publiek. Dat leidt tot scherpe concurrentie. Het is een zero-sum game: een stem voor ons gaat niet naar CD&V of Open Vld en omgekeerd.

 

Politiek is perceptie. De indruk ontstaat dat Michel geen geloofwaardigheid meer heeft als regeringsleider.

 

Ik heb vooral de indruk dat hij op zijn manier deze regering wel degelijk leidt. Alleen lijkt hij soms wat veel tijd nodig te hebben. Dan denk je: kan het niet wat sneller? Maar op het einde van het verhaal komt hij vanuit die verschillende stromen toch tot één bedding, tot akkoorden. De kritiek op hem vanuit Franstalige hoek is vaak voor­spelbaar.

 

En Franckens opmerkingen over Michel in de Soedanese kwestie?

 

De discussie toen ging over de toon, niet over de inhoud. Theo is een zeer gedreven, emotioneel politicus. Hij laat zijn gevoelens de vrije loop, hij vindt dat hij dikwijls onrechtvaardig wordt bejegend. Ik denk dat ik meer het onderkoelde type ben. Maar wat de inhoud van het beleid betreft: ik denk dat we ons allemaal kunnen vinden in de tekst die Michel op Facebook plaatste (waarin hij opriep tot meer ­nuance, red.).

 

Het Energiepact over de uitstap uit kernenergie in 2025 is mede beklonken door minister Marie-Christine Marghem, partijgenote van Michel bij MR, en stond in het regeer­akkoord.

 

Ik denk dat wij ons zeer loyaal opstellen in de regering en tegenover Michel, maar je moet ook niet verwachten dat wij onze eigen insteek laten vallen. En in het regeerakkoord is wel degelijk sprake van een kernuitstap onder enkele voorwaarden, zoals leveringszekerheid en een doordacht prijzenbeleid. Ik denk dat Jan Jambon (vicepremier N-VA, red.) de trouwste bondgenoot is van ­Michel binnen de regering. Meer dan Kris Peeters (vicepremier CD&V, red.) of Alexander De Croo (vicepremier Open Vld, red.), die overigens onder mekaar moeite hebben om door één deur te geraken. Maar daarom moet je nog niet verwachten van ons dat wij de energiefactuur willen verhogen. Iedereen moet goed beseffen wat de prijs kan zijn voor een ondoordachte kernuitstap.

 

Er zijn al vaker twijfels geweest over de slagkracht van deze regering. Maar nu, in het huidige klimaat en met twee verkiezingen op komst, geeft niemand er nog een cent voor.

 

Het zal op het scherp van de snee gaan met de lokale verkiezingen, dat is duidelijk. We moeten zien dat we ons in de Wetstraat niet te veel inlaten met de politieke beslommeringen van de Dorpsstraat. Nu, er is al eerder voorspeld dat deze regering niets meer klaar zou krijgen, maar we hebben dan toch maar een ambitieus Zomerakkoord bereikt. Al duurt het wat lang en zijn er wat te veel losse eindjes in de ­Michel-aanpak. In het parlement werken de fracties gelukkig goed samen. Terwijl de tegenstellingen tussen Peeters en De Croo groot zijn. Menselijke relaties kunnen belangrijk zijn in de politiek, ook al is er altijd strijd.

 

In het parlement schieten jullie wel op.

 

Ja. We kunnen in vertrouwen tot afspraken komen. Zo heb ik met de collega-fractieleiders Servais ­Verherstraeten (CD&V, red.) en ­Patrick Dewael (Open Vld, red.) kunnen bekomen dat de hervorming van de vennootschapsbelasting nog vóór 1 januari werd goedgekeurd. Voor de andere luiken van het Zomerakkoord was die datum alleen maar symbolisch, voor de vennootschapsbelasting niet. Zij vertrouwen erop dat we nu ook werk maken van de effectentaks en het belastingvrij bijklussen. Dat was een politiek huzarenstuk waar ik trots op ben. Johan (Van Overtveldt, minister van Financiën, N-VA, red.) heeft er mij uit erkentelijkheid enkele flessen wijn voor gegeven (lacht).

 

Wat moet er dit jaar prioritair gebeuren?

 

In de komende weken de rest van het Zomerakkoord en daarna – afhankelijk van de economische cijfers, die wel goed zitten – dichter bij het beoogde doel van een budget in evenwicht komen. We zijn al van een begrotingstekort van 3% gezakt naar 1%. En dat zonder belastingverhogingen. Nu willen we nog een stapje dichter naar de nul toe. Dat zou, zoals De Wever het zegt, de kers op de taart zijn.

 

En de pensioenen?

 

Ik hoop dat minister Daniel ­Bacquelaine (MR, red.) de moed vindt om de hervorming af te ronden. Die is tot nu toe broksgewijs aangeboden. Dat zou eigenlijk sneller en rechtlijniger moeten, maar pensioenen liggen nu eenmaal heel gevoelig. Je moet daar omzichtig mee omspringen. Dat vertaalt zich in een hobbelig parcours. Je leeft niet in een dictatuur, je moet rekening houden met de verworven rechten. We hebben tenminste gebroken met de tradities van vroeger, de politiek van liever geen hervor­mingen en mensen alsmaar vroeger met pensioen laten gaan. Terwijl een van mijn proffen aan de Antwerpse unief begin jaren tachtig al waarschuwde voor de vergrijzing.

 

U hebt zelf een gecombineerd pensioen van leraar-ambtenaar en parlementslid. Dat komt wel goed.

 

We hebben de pensioenen voor parlementsleden hervormd en ze tot hetzelfde niveau gebracht als voor iedereen, te tellen in 45sten, dus 45 jaar voor een volledig pensioen. Voor niemand is het pen­sioen zo teruggeschroefd als voor parlementariërs. En terecht. Ik heb zelf twee jaar geleden de kat de bel aangebonden en gezegd dat wij voluit mee moesten gaan in de hervorming. Voor een volledig pensioen had je vroeger als parlementslid maar twintig jaar nodig. Daarna werd dat 36 en nu dus 45. Wie vanaf de volgende verkiezingen 45 volle jaren zetelt – en dat haalt niemand behalve Herman De Croo – krijgt 3.200 euro netto.

 

Was er veel tegenstand en van wie?

 

Dat heeft toch heel wat massage­werk gevergd, vooral bij langer zetelende parlementsleden, over alle partijen heen. Bij N-VA viel dat mee. Wij hebben nog een ­jonge fractie.

 

Blijft het vermoeden dat jullie vervroegde federale verkiezingen – samenvallend met de lokale verkiezingen in oktober – best wel zien zitten, of er zelfs op aansturen.

 

Ik denk niet dat dit het project is. Wij gaan ervan uit dat we de rit met de regering-Michel uitdoen. De vruchten van het beleid zullen ook alleen maar duidelijker worden in 2018 en 2019. Kijk maar naar de rapporten over de economie van de Nationale Bank, naar de aanhoudende daling van de werkloosheid. Dat is toch fundamenteler dan wat geruchten in de Wetstraat.

 

Bent u niet bang voor het onderzoek naar de mogelijk gefolterde Soedanese vluchtelingen?

 

Ook als het mogelijk is mensen met een goede omkadering terug te sturen, zal de oppositie blijven zeggen dat het totaal onmenselijk is, dat we bijna zelf mensen op de folterbanken vastbinden. Dat is onzin. Het is duidelijk dat je met bepaalde landen omzichtiger moet omgaan. Maar dat je in welke omstandigheden dan ook geen mensen kunt terugsturen naar Soedan, dat idee is er alleen in de hoofden van oppositie­leden.

 

Het gaat om hachelijke ­keuzes.

 

Ik zal niet de enige zijn die in deze altijd met een moreel dilemma zit. Het liefst zou ik heel de wereld hier willen huisvesten, veilig en blijmoedig ieder in zijn huisje met tuintje. Maar dan schiet je wakker in de echte wereld. En dan stel je vast dat het op­vangen van asielzoekers in Europa stukken duurder is dan opvang in de eigen regio. En dat wij van mensen bijna het onmogelijke verwachten. Hoe moet je in Europa honderden ongeletterde Afghaanse herders opvangen? Mensen moeten plots, losgerukt uit hun omgeving, een ander beroep en een andere taal leren en aansluiting vinden bij onze tradities. Meer nog: het controleren van de grenzen is een politieke en morele verantwoordelijkheid. We zijn verantwoordelijk voor het in stand houden van onze sociale zekerheid, van een samenhangende, veilige samenleving waarin mensen zich beschermd en ­gerust voelen.

 

De wereld is veranderd sinds het aantreden van ­Donald Trump in de VS. Zijn directe communicatie via ­sociale media zie je ook bij ons steeds meer, zeker bij N-VA’ers, en tot bij een facebookende premier toe.

 

Je kunt veel over Trump zeggen, maar niet dat hij niet mee is in de communicatietechnieken. Barack Obama was ook al trendsettend in de directe contacten. Het is iets van deze tijd. Het is niet noodzakelijk een toegeven aan de hang naar simplismen. Dat zie ik nu net bij de oppositie: dat wij zogezegd de sociale bescherming ontmantelen, terwijl de sociale uitgaven juist stijgen, bijvoorbeeld. In ons socio-economische verhaal en ons verhaal over de pensioenen praten wij mensen niet zomaar naar de mond. In tweets en op Facebook is je boodschap per definitie wel korter.

 

De foto van een dromedaris die Bart De ­Wever postte, was het pendant van een ­opgestoken middenvinger naar alle ­criticasters.

 

Ach wat, toch niet als je De ­Wever kent. Hij had het beeld eerst intern gedeeld in een WhatsApp-groep. Ik heb ooit eens geschreven dat de christendemocraten de brave jongens zijn die vooraan in de klas zitten en de Vlaams-nationalisten degenen die achteraan met propjes gooien. We zijn wat rebelser. Het is ook eigen aan sociale media dat je sneller en soms impulsiever communiceert. Soms denk je daarna dat je dat beter niet had gedaan. Sociale media zijn als een zeer scherp mes. Voor je het weet snij je in je eigen vingers.

 

De communicatie bij N-VA lijkt meer dan bij andere partijen strak en centralistisch georganiseerd. Alsof communicatiedirecteur Pol ­Van Den Driessche ergens in een commando­ruimte achter een hoop schermen zit en instructies geeft.

 

(lacht) Dat beeld bestaat, maar wie de partij kent, lacht daar eens mee. Het valt erg mee. We steken veel tijd en energie in onze communicatie, maar een factor die erg wordt onderschat is de improvisatie en de emotie van het moment.

 

U was lang een boegbeeld van de Vlaamse ­beweging. Die heeft het nu erg lastig met jullie communautaire opstelling.

 

Ik denk dat de grote meerderheid van de Vlaamsgezinden achter ons staat en niet in een droomwereld leeft. Het ontbreekt aan werkbare alternatieven bij sommigen in de Vlaamse beweging. We hadden ook in de oppositie kunnen blijven zitten en elke week straffe verklaringen afleggen, maar ik ben blij dat we de laarzen hebben aangetrokken en de modder zijn ingetrokken. Vergeet niet dat we nationaal maar 31 van de 150 zetels hebben.

 

In Mortsel lijken de kaarten goed te liggen voor N-VA-burgemeester Erik Broeckx, in Antwerpen is de spanning groter.

 

Ik vind de uitspraak van collega-parlementslid Meyrem Almaci (Groen-voorzitter, red.) dat ze openstaat voor een samenwerking met PVDA in Antwerpen bijzonder alarmerend. Hoe zou je zo’n stad kunnen besturen met een partij die haar wortels heeft in het communisme? Wij hebben altijd gezegd dat het Vlaams ­Belang volwaardig moet kunnen deelnemen aan het debat, maar dat de afstand tussen onze programma’s te groot is om tot akkoorden te komen. Waarom toont Groen niet evenveel politieke hygiëne? PVDA staat voor een beleid van simplismen, met bedrijven en rijken die maar alle problemen moeten oplossen en alle anderen zijn slachtoffers. Met hen ga je de haven, zo’n belangrijke werkgever in Vlaanderen, een strop om de nek leggen. Ik hoop dat Groen, en dus Samen, zich hiermee isoleren tegenover de centrumpartijen.

 


 

Verschenen in de Gazet van Antwerpen van 6 januari 2018 en hier geplaatst op 8 januari 2018. 

 

Foto: © Victoriano Moreno

 

TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.

Labels