Niet Bart De Wever of Theo Francken staan in de vuurlinie, maar wel Peter De Roover. Een portret van de schietschijf van N-VA

Niet Bart De Wever of Theo Francken staan in de vuurlinie, maar wel Peter De Roover. Een portret van de schietschijf van N-VA

 

Peter De Roover, fractie­leider van N-VA, haalde ook gisteren de kastanjes uit het vuur tijdens een uiterst verhit debat in de Kamer. Wie is die man in de vuurlinie?

 

“U gaat naar de radio met de regelmaat van Frank Deboosere. Net als de weerman vertelt u elke dag iets anders.” In deze bijzonder snedige zin over Peter De Roover bundelde Open VLD-fractieleider Patrick Dewael vandaag drie cruciale elementen samen.

Het eerste is dat de N-VA-fractieleider noch van het beeldscherm, noch van de ether valt weg te denken de laatste dagen. Of het nu gaat om een populair Eén-programma als Van Gils & Gasten of het debatprogramma Terzake: daar is De Roover. Niet voorzitter Bart De Wever, niet de populaire staatssecretaris Theo Francken, maar de 56-jarige oud-leraar uit Mortsel.

Het tweede element is het uitzetten van de rode lijnen van zijn partij. Daarmee springt De Roover ietwat creatief om. Een week geleden klonk het nog zo over een mogelijke wisselmeerderheid over de goedkeuring van het Migratiepact: “Komt er een wisselmeerderheid, dan duwt men ons uit de regering.” Niet dus. De commissie Buitenlandse Betrekkingen reageerde dan ook verbaasd toen De Roover aankondigde dat zijn partij alsnog in de regering zou blijven.

De rode lijn werd dus verschoven naar de stemming in New York. Of toch niet helemaal. Als premier Charles Michel vandaag zou zeggen dat hij de Belgische regering zal vertegenwoordigen in Marrakech, dan zou hij N-VA uit de regering duwen. Die verschuivende boodschap deed Dewael dus blijkbaar denken aan de weerman, die elke 24 uur iets nieuws te zeggen heeft.

Het laatste element is het hele verwijt zelf. Op het persoonlijk af, specifiek gericht naar De Roover. Het spreekt boekdelen over de status die de tot voor kort onopmerkelijke fractieleider heeft verkregen. Voor heel wat mensen is De Roover al lang niet meer het vrij onbekende Kamerlid van enkele weken terug. Daar zal de uitvlieger van tv-figuur Tom Lenaerts bij Lieven Van Gils zeker toe hebben bijgedragen.

De Roover is nog niet zo lang politicus. De Mortselaar kwam pas vier jaar geleden in de partijpolitiek terecht. Fractieleider werd hij zelfs pas in 2016, toen N-VA de opstandige fractievoorzitter Hendrik Vuye en zijn geestverwante Veerle Wouters uit de partij dwong.

De Roover ruikt dan zijn kans en neemt de fakkel van Vuye over. Toch levert dat hem al bij al geen zichtbare positie op. Hij mag uiteraard veel spreken tijdens de plenaire vergadering en op debatprogramma’s zoals De Zevende Dag, maar hij zal niet op de voorgrond treden zoals de N-VA-ministers en staatssecretarissen.

Dat is nu veranderd. Op 22 november geeft hij een eerste schot voor de boeg. “Ons huis van de democratie staat in Brussel”, declameerde hij. “Niet in Marrakech.” Daarbij ging hij zelfs zo ver om de premier een fikse waarschuwing te geven. “Eerste minister, zal u een bruggenbouwer zijn of de bezegelaar worden van de splitsing van Europa?”, vroeg hij in de marge van zijn verzoek dat België ook met Oost-Europa zou spreken over ‘Marrakech’.

Daarna gingen zijn aanwezigheid op allerhande media én zijn boude uitspraken in crescendo. Altijd ad rem, een tikkeltje arrogant zelfs. Velen vergelijken het met een lerarentoon. En dat is helemaal niet verwonderlijk. Decennialang was hij leraar in het secundair onderwijs. Daar geeft hij les Economie aan TSO-scholen.

Niet zelden smokkelt hij anekdotes en ervaringen van de werkvloer in zijn stukken die hij schrijft voor allerhande media, maar in het bijzonder voor het Vlaams-nationalistische tijdschrift Doorbraak, dat nu enkel online wordt uitgegeven.

Want het Vlaams-nationalisme zit diep ingebakken bij De Roover. In de jaren 80 was hij lid van de Volksunie, maar die passage was maar van korte duur. Niet lang erna sluit hij zich aan bij de Vlaamse Volksbeweging (VVB) en gaat hij prat op zijn ongebondenheid tegenover een of andere partij. Hij schopt het zelfs tot voorzitter. Hij zou het bijna een decennium blijven en het leverde hem uiteindelijk de titel op van VVB-erevoorzitter.

In 1994, terwijl van de partij N-VA nog lang geen sprake is, publiceert hij een boek met ene Jan Jambon, dan politiek secretaris van de VVB en dus rechterhand van De Roover. “Vlaanderen staat in Europa”, zo gaat de titel. Ze beargumenteren er een onafhankelijke Vlaamse staat, maar wel een staat die de rug niet keert naar Europa.

Twintig jaar later komen de beide Vlaams-nationalisten elkaar opnieuw tegen. Maar dan heeft De Roover zijn partijonafhankelijkheid laten varen voor een plaats op de Antwerpse N-VA-Kamerlijst, waardoor hij makkelijk wordt verkozen in het parlement.

Hij krijgt er heel wat kritiek voor binnen de VVB, sommigen verwijten hem machtshonger. Maar zelf verdedigt hij zijn stap door net naar die macht te verwijzen. De PS buiten houden op federaal niveau is volgens hem de beste strategie richting een zelfstandig(er) Vlaanderen. “‘Wij geven Vlaanderen – en dus onvermijdelijk België – niet terug aan de Parti Socialiste”, zegt hij in 2016 in het gezelschap van enkele VVB’ers.

In zijn stukken op allerhande media is migratie een weinig voorkomend onderwerp. Vlaamse onafhankelijkheid, onderwijs en de N-VA zijn dat wel. Toch zullen velen De Roover voortaan zien als de hardliner van de partij. De sneeuwruimer die de weg vrijmaakt zodat Bart De Wevers uitspraken in de lijn van het verwachte liggen. Ook voor het Kamerlid zelf zal dat even wennen zijn.

In het beste geval was hij daarop voorbereid. “Vanaf vandaag ben ik niet alleen niet neutraal – dat was al zo – maar ook niet meer onafhankelijk”, zo schreef hij bij de bekendmaking van zijn stap naar de partijpolitiek. “Ik opereer nu in een groep, in een partij. Dat vraagt een offer, laten we daar eerlijk in zijn.”

Gepubliceerd in Het Nieuwsblad van 7 december in hier geplaatst op 8 december 2018

Labels