Mijmering over het Land van Morgen

Mijmering over het Land van Morgen

Als de regering van Alexander De Croo niet voor de bizarre bijzonderheid zou gaan zorgen om tijdens het parlementaire reces wél beslissingen met inhoud te gaan nemen en als de zomerse rust niet wordt verstoord door echte (overstromingen in de Vesder-vallei) dan wel ietwat overtrokken (fipronil) calamiteiten, zit de kans er in dat de volgende weken wat minder hectisch zullen verlopen.

Ik weet dat politici geacht worden veel te veel geld te verdienen om veel te weinig werk te verrichten, zich gedragen als geprivilegieerde leeglopers, niet weten wat echt werk is, kortom qua burgerzin en ijver een voorbeeld kunnen nemen aan illegaal hier verblijvende pooiers maar toch… we zijn er hier even aan toe.

De laatste parlementaire zittingsweek was bovendien niet van de poes, noch qua duurtijd, noch qua intensiteit, want er werden een paar beslissingen doorgejaagd die onder de huid kropen.

Urenlange pogingen om collega’s van de meerderheid te overtuigen geen bres te slaan in ‘s lands betrouwbaarheid als bestrijder van terrorisme brachten geen zoden aan de dijk. (Hoe intens droef het thema ook; ik merk toch graag op dat mijn beeldspraak met ‘bres’ en ‘zoden aan de dijk’ verbazend coherent bleef in de vorige zin.)

In de oppositie hoort bijten in het zand tot de orde van de dag maar voorbije week kwam ik tot op dat punt dat een mens hoort te mijden en aangeduid wordt met het woord ‘boosheid’. Dat jaarslot werd ook om andere redenen (artsenquota bijvoorbeeld) geen feest.

De zitting duurde tot een eind voorbij middernacht maar de kalender in het halfrond wordt pas aangepast als de vergadering geheven is. Officieel eindigde die dus op 20 juli, in het echt was het al de 21e.

Die eerste recesdag bracht ik al decompresserend door. Geen wekker, kuierend door een licht beregende stad, koffietje op terras met de zoon, boekje gekocht in tweedehandswinkel, stukje gaan eten met het lief. Doen dus alsof gisteren nooit had plaatsgevonden en er in Brussel geen defilé werd afgemaald. In zekere zin beleefde ik 21 juli dus passend: met verstand op nul.

De Antwerpse binnenstad oogde trouwens, niettegenstaande het weifelende gedruppel, kleurrijk en feestelijk.

Even meende ik een Spaanse feestdag gemist te hebben want een vrolijk trio liep Castiliaans vaandel over de rug de weg te zoeken. Even verder hingen stars-and-stripes over weer andere ruggen. Nog enkele stappen verder bleek de stad zowaar te krioelen van nationaal textiel. Geen Belgische tricolores trouwens, daarvan ontwaarde ik er die dag welgeteld twee waarvan één zo buitenmaats dat ze een hele gevel zo goed als aan het zicht onttrok.

Het jonge volkje wapperde met vaandels uit de hele wereld door de druppels. Bleek op het Conscienceplein een tent opgesteld alwaar bij voorlegging van tickets voor Tomorrowland de eigen vlag kon worden afgehaald.

Toen ik nog huisde in Mortsel mocht ik de klanken van dat festival in de tuin genieten wanneer de wind uit het Boomse gat woei. Niet echt storend want door de afstand was het gedreun gemilderd tot een zwakke galm, volstond de ervaring ruimschoots om elke eventuele aanvechting om me ooit Schorrewaarts te begeven tijdens die festivaldagen in de knop te breken. Niet mijn auditieve kop thee, zullen we met een dit keer wel gebrekkige metafoor besluiten.

Mijn persoonlijke van die op dat Boomse feestje geestdriftig genoten sterk afwijkende muzieksmaak is één zaak, de massa Tomorrowlandfans hun feestje misgunnen een andere. Ik kan me wel iets voorstellen bij zo’n ambiance, zeker na de suffe coronatijd.

Jonge mensen die het leven vieren, het gaat uiteraard gepaard met de uitspattingen die kenmerkend zijn voor momenten waarop jonge mensen het leven vieren. Hun grootouders doken op kermisavond in de bosjes achter de botsautokraampjes, mogelijk die avond in bedronken toestand het leven zo vierend dat er weer nieuw leven uit voorsproot waarzonder er nu geen kleinkinderen een half fortuin konden verbrassen in Boom. Tomorrowland heeft best wel veel van Yesterdayland.

Dat Land van Morgen is wel ietwat internationaler dan Merksplas-kermis. Al die aan het weidefeest vooraf gaande mondiale bewegingen drongen de klimaatuitdaging niet meteen sterk terug maar maakten van het kleine Boom wel even een luidruchtige versie van de algemene vergadering van de Verenigde Naties. Mensen uit alle landen die elkaar verstaan, met elkaar dansen, zingen, drinken en vrijen. Het is een illusie dat de wereldvrede daarmee een stap dichterbij komt maar al blijven illusies die mensen blij maken illusies, ze maken tenminste mensen blij.

En wat bleek op dat Conscienceplein? Jawel, die zogenaamde kosmopolitische jeugd rept zich ongegeneerd naar een tent om hun eigen nationale vlag trots over de schouders te kunnen draperen. Eén in hun muziekvoorkeur, in rijke verscheidenheid elk onder de eigen vlag. Pronken met de eigen vlag is niet het probleem; problemen ontstaan pas wanneer het mensen verweten wordt hun vlag te dragen.

Het Land van Morgen belooft dus ook een land met de rijkdom van diverse nationale identiteiten te zijn. Mooi toch.

Fijne zondag gewenst.

Verschenen op Facebook op 24 juli 2022. 

Labels