Interview met Peter De Roover over de recente ontwikkelingen in Iraaks Koerdistan en de regio

Interview met Peter De Roover over de recente ontwikkelingen in Iraaks Koerdistan en de regio

Het Midden-Oosten is nooit een eenvoudige plek geweest, maar vandaag is de regio wel bijzonder turbulent, met een aantal landen die in die mate zijn opgeschud dat de effecten wereldwijd voelbaar zijn, ook in Europa.

De onrust in het Midden-Oosten beperkt zich niet tot één land, of één gemeenschappelijke reden. Er is Islamitisch extremisme, grote politieke veranderingen in veel landen in de regio, haperende olieprijzen en, laat ons dit niet vergeten, oeroude sektarische spanningen die op verschillende manieren het tumult beïnvloeden.  

In een interview met Vocal Europe geeft Peter De Roover, één van de meest invloedrijke parlementsleden in België met een zeer grote kennis en ervaring in deze materie en de regio, zijn visie op enkele van de uitdagen in Irak, Iran, Turkije en de impact op Europa. 

 

We weten dat u zeer geïnteresseerd bent in Iran en u recent ook Teheran bezocht heeft. Wat zijn uw waarnemingen inzake Irans ambities in de regio in het post-Arabische lente tijdperk?

 

Je stelt in contacten met vertegenwoordigers van het regime een groot vertrouwen vast. “Onze grens ligt nu aan de Middellandse Zee”, hoorden we letterlijk. Het realiseren van de door sjiieten gedomineerde lijn Teheran- Bagdad – Damascus – Beiroet is dan ook een huzarenstuk eerste klas.

 

Landen als Iran voeren trouwens een buitenlands beleid dan uitsluitend gericht is op het nationale belang. Bondgenootschappelijke trouw, internationaal recht, mensenrechten en dergelijke zijn daaraan stuk voor stuk ondergeschikt. Dat is in de wereld trouwens eerder de regel. Europa probeert op het internationale podium meerdere waarden te combineren wat dikwijls leidt tot besluiteloosheid. Landen als Iran vullen het vacuüm dat zo ontstaat graag op.

 

Besluit daar niet uit dat Iran niet met beperkingen rekening moet houden. Economisch staat het land iets sterker dan een vijftal jaar geleden maar de toestand blijft wankel. Zo blijft de corruptie enorm groot, wat gevoed wordt door de grote greep van de overheid op de economie.

 

Binnen de politieke consensus van de Islamitische Revolutie bestaat er in de Iraanse politieke top toch een grote diversiteit wat elke fractie tot omzichtigheid dwingt. En dan is er de angst voor ‘strategic overstretch’. Zelfs in Iran is slechts de helft van de bevolking Pers. Het minderhedenprobleem moet beheersbaar blijven, beseffen ze in Teheran. Naar mijn analyse zal het huidige regime hier dan ook geen risico’s nemen en het gevaar te lopen dat ze hun zuurverdiende buit verliezen. Ze zullen zich eerder focussen op het versterken van hun invloed in Syrië en Irak en de nieuwe economische banden met de EU aanhalen, zeker tegen de achtergrond van de nieuwe negatievere houding tegenover het nucleaire akkoord van de VS.

 

Wat misschien nog belangrijker is dan de eigenlijke Iraanse ambities is de perceptie die de naburige staten en regionale machten hebben. Nieuwe allianties worden gesmeed. Turkije zoekt een nieuwe positie en het Westen lijkt al helemaal niet te weten hoe met deze nieuwe situatie omgesprongen moet worden.

 

Eerder deze week ontvingen we berichten dat een door Iran gesteunde militiegroepering, Hashd Al-Shaabi, samen met Iraakse troepen de stad Kirkuk hebben aangevallen. De Koerdische peshmerga en duizenden burgers zijn vervolgens moeten vluchten naar Sulaymaniyah. Bent u niet bezorgd dat Iran, via de centrale overheid in Bagdad, niet alleen het door Daesh gelaten machtsvacuüm vult maar ook controle probeert te krijgen over de betwiste gebieden tussen Arbil en Bagdad?

 

Dit is werkelijkheid geworden. In de nasleep van het Koerdisch referendum is het Iraaks leger, met de steun van sjiitische milities, in één keer over de verdediging van de Peshmerga in Kirkuk heen gewalst. Binnen de 24 uur was de frontlinie naar achteren geduwd, bijna tot aan de grens van 2003. Het was eerder een overname zonder bloedvergieten, waarbij de Koerdische PUK-troepen simpelweg hun strategische posities hebben verlaten.

 

Tijdens ons bezoek maakte elke gesprekspartner klaar en duidelijk dat Iran onder geen beding zou toestaan dat er in het noorden van Irak een onafhankelijke Koerdische staat zou ontstaan. Ten eerste is de invloed van Iran op Bagdad veel groter dan op Arbil. Bovendien zijn  ze als de dood voor de impact van op het aanpalende Koerdistan in Iran dat ze beschouwen als onbetwist en onbetwistbaar onderdeel van het land. Daarom trekken Teheran, Bagdad en Ankara uiteraard één lijn.

 

Ondanks dat Bagdad slechts een ondersteunde rol beweert te zien voor de door Iran gesteunde milities, bereiken ons beelden via sociale media dat deze troepen toch een essentiële rol spelen in de bezetting van Kirkuk en Sinjar en dat dit zelfs onverholen gebeurt.

 

De tegenstellingen binnen de politieke klasse in ‘Iraaks’ Koerdistan en de spanningen met de ‘Turkse’ en ‘Syrische’ Koerdische bewegingen worden door de tegenstanders van Koerdische onafhankelijkheid uiteraard handig en succesrijk uitgebuit.

 

De nederlaag van Daesh dreigt trouwens de nederlaag van de Koerden te worden. Ten eerste was het bestrijden van het soennitische Daesh prioritair voor Teheran en Bagdad, waardoor de Koerdische kwestie aan prioriteit verloor. Bovendien konden de Peshmerga handig mee ingezet worden in die strijd. Maar die argumenten vallen nu weg en dus gaat de aandacht weer helemaal naar het ‘oplossen’ van het Koerdisch probleem. Het onafhankelijkheidsreferendum heeft dat nog in een stroomversnelling gebracht.

 


De nederlaag van Daesh dreigt de nederlaag van de Koerden te worden. Het bestrijden van het soennitische Daesh was prioritair voor Teheran en Bagdad, waardoor de Koerdische kwestie aan prioriteit verloor


 

 

Welk soort Irak in welke vorm ziet uw regering bij voorkeur ontstaan de komende jaren?

 

Het ‘soort Irak en de vorm’ zijn interne zaken die behoren tot de verantwoordelijkheid van de verschillende gemeenschappen in Irak. Wij kunnen alleen in dialoog treden met de Iraakse leiders om hen te bewegen de verschillende uitingen van zelfbeschikking toe te laten. Naar onze mening zou Irak baat hebben bij een meer stabiele democratische vorm van overheid, waar een geforceerde centralistische macht in Bagdad iets uit het verleden is, en er meer respect is voor de etnische en religieuze diversiteit onder de Iraakse bevolking. Dit suggereert een devolutie van de macht voor een meer evenwichtige machtsverdeling en uiteindelijk een pacificatie van Irak na decennia van verdelende burgerstrijd.

 

Vergeten we toch niet dat het ‘succes’ van Daesh mee gevoed is door de machtsverschuiving tussen Soennieten en Sjiieten in Irak. Het marginaliseren van de soennitische stammen na de val van Saddam bleek een geschenk voor Daesh.

 

We vragen niet voor één Irak, noch vragen we autonomie voor de Koerdische regio’s. Dat is een beslissing die enkel gemaakt kan worden door de lokale bevolking op een manier die vrij, democratisch en transparant is.

 

Ik vrees dat deze laatste wens wel heel erg ingegeven is door een typisch idealistische en principiële opstelling die zeker in het Westen weliswaar veel aanhangers heeft maar daarom nog niet zwaar doorweegt op het toneel van de internationale politiek.

 

U hebt recent ook een bezoek gebracht aan Turkije waar u vertegenwoordigers hebt ontmoet van de pro-Koerdische HDP. Hebt u ook Selehattin Demirtas, de gevangen genomen voorzitter van de HDP, kunnen ontmoeten? Hoe ziet u de Koerdische politieke beweging in Turkije in de nasleep van de arrestatie van Demirtas, ondertussen al bijna een jaar geleden?

 

Ik ontmoette Demirtas twee jaar geleden in Brussel als een gedreven politicus. Dat zo iemand nu al bijna een jaar gevangen zit toont aan dat democratische vrijheden nooit als verzekerd kunnen worden beschouwd. Onze delegatie heeft een aanvraag ingediend via diplomatieke kanalen om de HDP-leider te kunnen bezoeken maar dat werd afgewezen.

 

Wij voerden wel een gesprek met een HDP-delegatie, waaronder parlementsleden de net uit de gevangenis waren vrijgelaten. Anderen uit die delegatie leefden elke dag onder de vrees opgepakt te kunnen worden.  Turkije lijkt zelfs niet meer op een parlementaire democratie.

 

Wij ontmoetten ook parlementsleden van andere partijen, AKP, CHP en MHP, die wat de Koerdische zaak aangaat eigenlijk zowat dezelfde Turks-centralistische lijn trokken, weliswaar met de nodige nuanceverschillen. De HDP staat op dat punt duidelijk erg geïsoleerd, zelfs binnen de oppositie.

 

Buiten die partij staat de Turkse eenheidsstaat bij niemand ter discussie. Het staatsnationalisme domineert zeer sterk. De openheid naar volksminderheden is zo goed als onbestaande. Dat bleek uit onze gesprekken met een vertegenwoordigster van de kleine, want door de genocide fel uitgedunde, Armeense minderheid.

 

Sinds de poging tot staatsgreep in juli vorig jaar, heeft de Turkse regering een grootschalig en hardhandig optreden tegen sympathisanten van de Gülen beweging georganiseerd, zowel in Turkije als daarbuiten. De Gülen beweging staat bekend als een Islamitisch gematigde gemeenschap. Hieruit volgde ook meerdere onaangename incidenten in verschillende EU-landen waaronder ook België, waar we bericht kregen van Erdogan supporters die Gülen volgers lastig vielen. Bent u bezorgd dat de Turkse diaspora in uw land geradicaliseerd wordt door een gewelddadige lezing van de Islam die ondersteund en gepromoot wordt door Ankara? Indien ja, welke maatregelen gaat u dan nemen om deze radicalisering tegen te gaan?

 

Tijdens dat bezoek in Turkije vertelden vele mensen ons dat de massale en blinde repressie toch z’n sporen nalaat. Vele onderdelen van het staatsapparaat zijn ernstig verzwakt door het weghalen van bekwame maar ‘verdachte’ ambtenaren. Die gaten kunnen niet zomaar op een kwalitatieve manier opgevuld worden en dat doet zich voelen.

 

Het is duidelijk dat Erdogan heel veel middelen vrij maakt om de diaspora voor zijn zaak te winnen. Dat gebeurt ook actief via Diyanet dat alle Turkse moskeeën in het buitenland financiert en bestuurt. Het moderne Diyanet hoofdkwartier in Ankara is imposant en straalt macht en zelfvertrouwen uit.

 

Veel mensen met Turkse wortels in West-Europa reageren erg Turks-nationalistisch. De actieve propagandapolitiek van Erdogan, schotelantennes, door Ankara gesteunde lokale sociale mediagroepen versterken het melancholische heimweegevoel naar het geïdealiseerde oude thuisland. Voor zo ver dat een sentimenteel-culturele band zou betreffen is die logisch en zie ik geen probleem. Erdogan politiseert dat echter wat groepen tegen elkaar opzet, de integratie hindert en maakt dat voor vele Vlamingen met Turkse wortels de gebeurtenissen in Ankara belangrijker zijn dan die in Brussel. Dat is een kwalijke evolutie.

 

Wij moeten op twee manieren reageren. Duidelijke grensen, letterlijk, trekken bij het voeren van politieke propaganda. De Turkse overheid hoort geen politiek te bedrijven in ons land, punt aan de lijn. Daarnaast moeten alle gemeenschappen in ons land gestimuleerd worden om hun maatschappelijk engagement te richten op het land waar ze wonen. Gelukkig hebben wij, in tegenstelling tot Turkije, een wetgeving die dat ook perfect mogelijk maakt.   

 


 

Gepubliceerd in het Engels op Vocal Europe op 23 oktober 2017 en hier vertaald geplaats op 25 oktober 2017. 

 

Foto: © Belga

 

TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.