De verstaatsbon: Een mooie didactische opportuniteit

De verstaatsbon: Een mooie didactische opportuniteit

De staatsbon vormde zowat hét onderwerp van gesprek in de slotweek van augustus. De didactische opportuniteit die het initiatief biedt, bleef evenwel onbenut en dan speelt mijn leraarsverleden op. Didactiek houdt zich o.m. bezig met de vraag hoe kennis best wordt doorgegeven. De staatsbon is uitermate geschikt om een mechanisme te illustreren dat te weinig onder de aandacht komt. Het gaat nochtans over een cruciaal onderdeel van de maatschappelijke ontwikkeling.

Dit land torst een schuld van bijna 500 mld. - het begrotingstekort van ruim 20 mld. in 2023 doet die massa niet meteen krimpen uiteraard, volgend jaar groeit dat verder naar 30 mld. - en die wordt gefinancierd met leningen. Elk jaar dient zowat 51 mld. gevonden te worden voor de nieuwe schulden én de herfinanciering van vervallen leningen. Daarvoor dient het Agentschap voor de Schuld.

Die schuldfinanciering gebeurt op verschillende manieren; korte en langere termijn, bij het brede publiek via staatsbonnen maar toch vooral bij zogenaamde institutionele beleggers zoals pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen die inschrijven op schatkistcertificaten en OLO’s (obligations lineaire obligaties). Staatsbonnen dekken normaal ‘slechts’ enkele honderden miljoenen, de grote slof wordt buiten de particulierenmarkt binnengetrokken.

Het woord ‘staatsbon’ was de voorbij tijd niet weg te denken op sociale media en cafétogen maar wie zijn beurt om te trakteren ziet naderen en daar geen zin in heeft, lult de tent feilloos leeg door de thema’s schatkistcertificaten of OLO’s aan te snijden.

Daarom biedt zich dus een didactische kans aan; we hebben eenieders oor wanneer de gebruikelijke maar onzichtbare herfinanciering nu zo ruim via die alom besproken staatsbon loopt. De nood aan leningen volgt vanzelfsprekend op begrotingstekorten; hoe meer die zich opstapelen, hoe meer geleend moet worden.


Waar komen die ingetekende van de staatsbon 22,3 mld. nu vandaan? Van de spaarboekjes of met andere woorden: Gelokt door de hoge geboden rente, fiscale kortingen, de hype en de wens de als onwillig gepercipieerde banken een lesje te leren, verschoof de burger spaargeld van de financiële sector naar de overheidssector. Dat gebeurt nu erg direct en opvallend, doorgaans dus indirect en voor het grote publiek onopvallend. In wezen komt deze formule van de staatsbon wel op hetzelfde neer als de meer klassieke weg via institutionele beleggers, namelijk privégeld ter beschikking stellen van de overheid.

Die 22,3 mld. kan dus door de private financiële sector niet meer gebruikt worden om via herbelegging, bijvoorbeeld bij de Europese Centrale Bank tegen een hogere rente, gemakkelijk winst te boeken als ware een bank een luie speculant - het ruim weerklinkende verwijt - maar, en dat is cruciaal, evenmin om investeringskredieten te verlenen aan (beginnende) ondernemingen of voor hypothecaire leningen voor de aankoop van vastgoed door particulieren of ondernemingen.

Waar kan ze wel voor dienen? Het geld is niet verdampt natuurlijk, het ligt nu in de overheidsschuif. Die overheid financiert er haar schuld mee, ontstaan door begrotingstekorten, dus door meer uit te geven dan er binnen kwam. Wanneer er nog over is, zoals bij deze ‘succesrijke’ staatsbon, kan ze er via herbeleggingen gemakkelijk winst mee boeken … als ware de overheid een luie speculant - net wat banken verweten wordt.

Moraal van het verhaal: overheidstekorten transfereren geld van de privé-markt naar de overheidsruif. Daardoor zijn minder kredieten beschikbaar voor het geldverkeer tussen banken en particulieren of ondernemingen, en meer ruimte voor subsidies verleend door de overheid; minder financiering door spaargeld dat bemiddeld wordt via de financiële sector, meer via staatsleningen.

Dat betekent meteen ook minder macht voor de private markt, meer macht voor de politieke markt. Een verstaatsbon dus.

Achter begrotingstekorten zit een maatschappijmodel dat meer geld via de overheid laat lopen en dat kan via de aandacht voor de staatsbon treffend geïllustreerd worden.
Goede zaak of slechte zaak? Daarover moet een open debat gevoerd worden maar liefst niet tersluiks via rode begrotingstabellen.

Aan wie vertrouwt u uw geld trouwens het liefst toe? Aan de democratisch verkozen politicus of aan de vakbekwame bankier? Op sociale media klinkt dat wel een beetje anders: aan de graaiende politicus of de louter op winst beluste bankier?

Daarover gaat het in essentie.

Facebook, 14 september 2023

Labels