De oorlog op de Kaukasus

De oorlog op de Kaukasus

 

Peter De Roover aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "De oorlog op de Kaukasus".

Mevrouw de staatssecretaris, ik ben blij u voor het eerst in het halfrond te ontmoeten, weze het dan dat ik met mijn vraag een eind buiten uw bevoegdheden ga. U mag meteen de eerste minister vervangen. Dat is een gigantische promotie op korte tijd.

De aangelegenheid die ons hier samenbrengt, geeft echter geen aanleiding tot grappenmakerij. We mogen misschien wel de indruk hebben dat de Kaukasus ver van ons af ligt, maar we moeten ons toch wel realiseren, tegen de achtergrond van alles wat ons overkomt, dat er zich de voorbije weken een bloedig conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan ontwikkelt, waarbij er heel wat burgerslachtoffers vallen.

Ik wil daarbij toch wel het niet kleine detail mee in overweging nemen – en Frankrijk is nogal uitgesproken in de vaststelling van dit feit – dat Turkije zich niet alleen in die aangelegenheid mengt, maar daarvoor ook foreign fighters zou inzetten. Dat betekent dat het conflict een bijzonder akelige internationale dimensie krijgt. Ik denk dat wij ons bij het woord foreign fighters wel allemaal zaken voorstellen, die we niet graag hebben, laat staan dat we de Armeense bevolking daarmee willen confronteren. Vandaar mijn vraag in welke mate wij als lid van de Veiligheidsraad, toch nog voor twee maanden, een bijdrage denken te kunnen leveren om het conflict te deescaleren.

Als ik daaraan een vraag mag toevoegen, de tweet "Exchange views on bilateral cooperation: the new act of Armenian aggression against Azerbeidzjan was brought to the attention of the ambassador" werd geliket door onze ambassade in Bakoe. Ik heb ernstige vragen bij het feit dat onze ambassade dat soort taalgebruik retweet en ik wil graag horen wat de verklaring is voor dat bijzonder laakbaar tweetgedrag.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------

Mevrouw de staatssecretaris, ik mag hopen dat België op alle mogelijke terreinen het gaspedaal indrukt in deze aangelegenheid, waarbij burgerslachtoffers vallen, zoals ik al aangaf. Ik blijf echter met een en ander kampen. Het dossier Armenië-Turkije roept altijd bijzonder akelige herinneringen op. U moet de gevoeligheid van de Armeense gemeenschap hoog genoeg inschatten, wanneer Turkije, zelfs met foreign fighters, zich in de aangelegenheid mengt.

Mag ik echter daaraan het volgende toevoegen? U hebt immers geen antwoord gegeven op de desbetreffende vraag, wellicht omdat u ze niet verwachtte. Wij hebben een politieke post in Bakoe, die spreekt over een Armeense agressie. Ik verwacht dat de minister van Buitenlandse Zaken ons enigszins op de hoogte brengt van de redenering die daarachter heeft gezeten en van wat de betrokkenen ginds heeft bezield om in een officiële mededeling, uitgaande van de Belgische overheid, Armenië als agressor aan te duiden.

Ik mag hopen dat van de regering alsnog een fatsoenlijk antwoord komt, wat ik vandaag niet heb gekregen.

 

Plenaire vraag van 15 oktober 2020

Foto: Belga