De jobcreatie
Mijnheer de eerste minister, het rapport van de Nationale Bank geeft aan, zoals zopas is gezegd, dat onder de huidige regering al meer dan 100 000 banen zijn gecreëerd. Dat zijn 100 000 personen, die weer worden ingeschakeld in de economie, 100 000 personen die sterker staan en bijvoorbeeld uit de armoede kunnen blijven.
Om dat getal even in perspectief te zetten – dit zal de linkerzijde zeker interesseren –, de regering creëert in één kwartaal evenveel jobs als Di Rupo in een volledige regeerperiode. (Tumult)
Dat leidt tot enige opwinding ter linkerzijde. Dat begrijp ik ten zeerste.
Er is nog een gigantisch verschil. Terwijl de instrumenten van de heer Di Rupo hebben geleid tot een verlies en amper groei in de privésector, wordt twee derde van de banen nu gecreëerd in de actieve, private sector, wat dus wijst op een levende economie.
Ten derde, er wordt wel eens de indruk gewekt dat het om 100 000 broljobs gaat, maar het gaat ook om een stijging van de voltijdse jobs. Trouwens, volgens sommigen is het nog altijd beter om een uitkering te krijgen dan bijvoorbeeld een deeltijdse job te hebben. Dat is niet de overtuiging die wij zijn toegedaan. (Protest van de heer Calvo)
Om te vermijden dat de heer Calvo mij zou onderbreken, heb ik beslist om zijn naam niet te noemen, maar dat schijnt geen argument te zijn voor hem. Hij roept zelfs een persoonlijk feit in als hij niet wordt genoemd. Dat is natuurlijk, omdat hij zich alles zeer aantrekt.
Hoe dan ook, de statistieken moeten ons verder doen kijken dan de prestaties die wij nu al hebben geleverd.
Daarbij moeten wij er rekening mee houden – vandaar de vragen, die ik zal stellen, mijnheer de premier – dat ons land nog steeds 2 miljoen inactieven telt, de inactiviteitsgraad ten dele wordt bevorderd, doordat de kloof tussen werken en niet werken in bepaalde omstandigheden nog altijd te klein is en onze werkgelegenheidsgraad onvoldoende stijgt, omdat wij, in vergelijking met andere landen, met een bovengemiddelde immigratie te maken hebben, uitdaging die zeer specifieke maatregelen vergt.
Mijnheer de eerste minister, wij zijn absoluut op de goede weg. Dat tonen de cijfers aan, maar welke elementen zullen voorkomen dat de delta nog groter wordt en welke lessen trekt u?
-------------------------------------------------------------------------------------------------
Het feit dat de jobaangroei zich vooral situeert in de privésector, toont aan dat wij een fundamentele beweging aan het maken zijn van wat een sterk staatsgeleide economie was naar wat opnieuw een marktgeleide economie zou moeten zijn. Dat is natuurlijk wel degelijk een gigantisch verschil met de vroegere aanpak.
Mag ik in die context even vermelden dat we net het berichtje binnen hebben gekregen dat in Vlaanderen de werkloosheid al 16 maanden lang daalt, tot 4,1 %. Dat is bijna volledige werkgelegenheid. Het is een daling, elke maand opnieuw, waardoor personen opnieuw een toekomst, een job vinden.
Daartegenover konden we afgelopen week een ander berichtje in de krant lezen, dat wel heel wrang klonk, in het licht van het feit dat een professioneel de regering verweten heeft blijk te geven van geweldig amateurisme. Die professioneel heeft namelijk afgelopen week van de Franstalige kranten het volgende over zich heen gekregen: “Le chômage n’a jamais baissé en Wallonie depuis 23 ans”. Ik denk dat het hoog tijd is dat we breken met die slechte geschiedenis.
Plenaire vraag van 1 december 2016
Foto: Belga
- Login om te reageren