Zondagsmijmering: Over een debat
Ik droomde mooie dromen doch niet over de heerlijke kamerdebatten die we mochten beleven naar aanleiding van de regeerverklaring van premier De Wever (het ligt nog onwennig in het klavier: premier De Wever).
Heerlijke debatten? Bent u getuige van koortsig geijl? Is hier een sarcast aan het woord? Verwijst deze zin in ernst naar die verguisde 40-urenmarathon in het halfrond van de Kamer der Volksvertegenwoordigers?
Inderdaad, want ik kan zelden de verleiding weerstaan om tegen de stroom in te roeien; heb trouwens nooit begrepen wat er zo leuk is aan meedrijven want dat lijkt me iets voor ontzielde lichamen.
Hét argument tegen vergaderingen van 40 uur luidt dat niemand zo lang voldoende scherp kan blijven. Dat klopt vanzelfsprekend maar was bij deze niet van toepassing want van de 150 kamerleden bleef niemand (!) 40 uren in het gelid. De zaal zat voortdurend behoorlijk gevuld - mooi toch - maar wel in wisselende samenstelling.
Vooral het tweede luik, met de veertien minister, leek slechts oppervlakkig op een debat want in werkelijkheid waren dat… uiteraard veertien debatten, elke keer gevoerd door andere protagonisten, weliswaar zich afspelend in dezelfde zaal.
Boven op mijn troon heb ik het grootste deel gevolgd, dikwijls met grote aandacht en tevreden vaststellend dat gretige kamerleden in de clinch gingen met andere gretige kamerleden dan wel alerte ministers tuk om hun beleid te verdedigen. Scherpe vragen, snedige replieken, soms gekruid met een fijne humoristische toets, dan weer giftig, venijnig oude wonden open rijtend. Kamerleden met de mond vol na een ontkrachtende tegenwerping, ministers die een fauxpas zetten, ballen die jokariegewijs terugstuiten naar de werper, lucide verwijzingen, ontluikende jonge talenten die hun maidenmoment sterk doorstaan; alle dingen die een goed parlementair debat kruiden.
Niets slaapverwekkends, geen overbodige herhalingen, collega’s die geen deuk in een pak boter weten te slaan maar dat niet beseffen, niet ter zake doende opwerpingen of te uitgesponnen woordenbrijerij? Absoluut wel en veel zelfs. Talent is oneerlijk bedeeld en onherverdeelbaar. Vogels zingen naar eigen bek, parlementsleden ook.
De uitslag stond toch vast? Uiteraard, daarover gaat zo’n woordenstrijd dan ook bijna nooit. Woorden uitlokken die later kunnen opgerakeld worden wanneer ze fout blijken, op zere plekken duwen, de samenhang van een nieuwe meerderheid testen, die proberen te verbreken dan wel smeden, collega’s of ministers testen en jawel, het publiek overtuigen - uiteraard van de eigen lezing. Dat is de inzet. Goede oppositie dan wel sterk regeringswerk: het start bij het investituurdebat.
Kon het korter? Zeker, en ik had ruim de tijd om daar wat ideetje over te laten rijpen. Benieuwd of ze verkoopbaar zullen blijken. Het nadeel van een rechtstreeks debat blijft dat niet alleen de hoogtepunten worden uitgezonden.
Maar zo veel liever een te lange redekaveling, met naast staaltjes van parlementair talent en eruditie zware inzinkingen en overbodigheden dan een steriel ingeperkt namaakdispuut, gewrongen in een onschadelijk sjabloon.
Of zoals een schouderophalende collega het verwoordde: ‘We krijgen het verwijt leeghangers te zijn en vervolgens dat we te lang van leer trekken.’
Veroordeel hongerige kamerleden niet omdat ze na een veel te lang, acht maanden durend parlementair dieet begerig toehappen.
- Login om te reageren