Zondagse mijmering: Reglementitis

Zondagse mijmering: Reglementitis

Zondags mijmeren over regeltjes. Besef wel vooraf dat één van de opvallendste verschillen tussen Dostojvski of Tolstoï en mezelf mijn zin voor beknoptheid is. 😜

Hoe zou het leven zijn zonder opgelegde regels? De anarchist grijpt, wanneer het een zachtaardig type betreft, naar zijn pen om er een stimulerend pamflet over te schrijven, naar het pistool indien we een warmbloedig exemplaar met die vraag confronteren. De opwinding is bij beiden even groot. “Een droom”, kirt de libertair niet minder geestdriftig.

Libertair ben je trouwens snel tegenwoordig. De VRT overliep donderdag op zijn nieuwsstek de mogelijke maatregelen die het Overlegcomité kon treffen. Ik werd daarin getroffen door volgende treffende zin: “Tot slot bestaat ook de libertijnse wensdroom <en dan verwacht je één of andere realiteitsarme utopie> om elke vorm van pas of certificaat los te laten.” Het gaat duidelijk snel. Tot mijn 57e was het normaal om zonder pasje aan het gewone leven te kunnen deelnemen, op mijn 59e noemt de VRT zoiets een “libertaire wensdroom”. Beleven we de Connerisering van de samenleving?

In dat sfeertje is het dus echt een strijd bergop en tegen de wind in om bijvoorbeeld zo’n Corona-zegnietmeerSafe-Ticket weer opgeborgen te krijgen. Enfin, nu kom ik op het terrein van mijn mijmering van vorige zondag die in de daaropvolgende week weer treffend werd geïllustreerd.

“Traagzaam rijdt en rolt de wagen, treurig door de strate voort”, zou ik Guido Gezelle kunnen citeren, ware het niet dat hij het heeft over paarden die een lijkkist naar het kerkhof trekken. Laten we die beeldspraak niet al te ver doortrekken. Traag ja, te traag, rolt onze wagen nu eindelijk wel in de juiste richting, weliswaar op een even hobbelig als kronkelend pad.

Terug naar die regelloze samenleving. Uiteraard werkt zoiets niet, daarover zijn we het wellicht toch nog bijna allemaal eens. Hoeveel regels er nodig zijn, meer of minder, dat is dan weer wel een schijnbaar eeuwigdurende kwestie.

Gisteren begon ik te lezen in het bij de Antwerpse tweedehandsboekenwinkel Panoply op de kop getikte “Mild despotisme - democratie en verzorgingsstaat door de ogen van Alexis de Tocqueville”, uitgegeven in 2010 als boekbewerking van het doctoraat van ene Albert Jan Kruiter.

Nu dus ruim een decennium oud behandelt dat Nederlandse boek die vraag naar te veel/te weinig overheidsregeltjes. Hij citeert zowaar Nederlandse PvdA’ers - socialisten dus - die het toen toch wel wat de spuigaten zagen uitlopen. “Mensen verwachten dat de overheid alles voor ze oplost, zien de overheid als een ‘blusdeken’”. Dixit Guusje ter Horst, van 2007 tot 2010 minister van binnenlandse zaken voor de Nederlandse… socialisten.

De tegenstelling tussen zelfredzaamheid, die regelluwheid veronderstelt, en het beschermende Vadertje Staat, waar regelgeving bij hoort, blijft zich opwerpen.

Voorbeeld onderwijs: de moderne leerkracht ziet zich overstelpt met plannen, directieven en te volgen sjablonen die het pad mooi afbakenen, uitgestippeld door vakspecialisten na het nodige wetenschappelijk onderzoek, verricht in hun onverdroten ijver om de perfecte pedagogische en didactische aanpak te ontdekken.

Gedaan met de zich al doende en proberende, scha en schande oplopende, oudere collega’s raad vragende, dus ook fouten makend een weg door het klaslokaal banende lesgever. De ‘do’s and don’ts’ liggen nu mooi uitgeschreven te wachten en worden bij indiensttreding elektronisch bezorgd. De ontvanger dient onderaan het vakje alleen nog ‘voor akkoord’ aan te vinken.

Wie kent niet de uitgebluste, de greep steeds verder verliezende schoolfrik die bij gebrek aan alternatief het brood al keffend en zwalpend blijft verdienen ten koste van wenkbrauwfronsende pupillen, de ene mentaal onder het zielloze gedram door gaand, de andere er vooral door gemotiveerd om balorig wraak te nemen middels de klas verder op stelten zettend kattenkwaad. De schoolfrik geraakt nog verder van kant, grijpt naar repressie, fles en/of pil.

U kent zelf wel dit soort voorbeelden. We stellen het mild met de bewering dat dergelijke figuren het onderwijs schaden. Het baat school, leerlingen én wellicht de betrokken zwalper wanneer zo iemand in een strikt gecontroleerd regeltjesregime wordt gedwongen.

Kent u die andere leerkracht? Spontaan, gedreven, geestdriftig en geestdrift opwekkend, regels ondergeschikt makend aan zijn/haar opgedane ervaringen en vrije uitwisseling van inzichten, wispelturig soms want we hebben allemaal onze mindere en betere momenten, trekt die de leerlingen mee naar einder waarvan zij het bestaan bij het begin van de les niet eens konden bevroedden. Voor zo’n onderwijsmensen zorgen afvinklijstjes die dienen om vast te stellen of ‘die van Brussel’ wel genoeg worden gevolgd in hun laboratoriumwijsheid natuurlijk eerder voor demotivatie.

Regelovervloed kan er voor zorgen dat de verzuipende prutser op het droge wordt getrokken én dat de forse zwemmer zich verplicht ziet de waterpret te beperken tot pootjebaden.

Is de winst groter dan het verlies? Het antwoord verraadt natuurlijk een fundamentele levensvisie: zorg voor de achterblijver versus ruimte voor talent en zo botsen we op de aloude tegenstelling vrijheid/gelijkheid die de Franse revolutionairen in hun dogmatische blindheid volledig overwinbaar meenden. Het veelvuldige gezucht maandag bij het invullen op het werk - fysiek of thuis via internet met de job verbonden - van controle-lijstjes illustreert het ongelijk van die revolutionaire illusie van 1789 en de blijvende actualiteit van Tocquevilles nu ruim anderhalve eeuw oude inzichten.

De vraag is trouwens even actueel in de zorg, de administratie, enfin zowat overal lijkt me.

Laat het uw zondag alvast verder niet verknoeien. Daar zijn maandagen voor uitgevonden.

(En laat u vooral ook niet misleiden door dat slappe handje dat schilder Théodore Chassériau de poserende Tocqueville aanmat in 1850.)

Verschenen op Facebook op 23 januari 2022.

Labels