Waarom zwegen de linkse collega's?

Waarom zwegen de linkse collega's?

 

Vraagje aan de linkse collega’s over de zaak-Chovanec: waarom zwegen jullie?

 

Jan (Jambon) heeft zonet, 29 augustus de puntjes op de i gezet. Het dossier-Chovanec werd correct aangepakt door hem en zijn kabinet. Ik voeg er graag nog iets aan toe als fractieleider.

“Op het kabinet Jambon hadden alle lichten op rood moeten springen, toen bij een politie-optreden in de luchthaven van Charleroi een man was omgekomen”, hoor je bij de criticasters. “Er valt toch niet elke dag een dodelijk slachtoffer onder politiecontrole?”

Op woensdag 28 februari 2018 verscheen in enkele media, o.m. vrtnws, het bericht dat een Slovaakse man die de vrijdag ervoer was opgepakt in die luchthaven overleden was. Iedereen kon dus kennis nemen van dat feit.

En wat deed de linkerzijde in het parlement, toch dé plaats waar ministers worden gecontroleerd?

Ik liet het nakijken en wat onder meer professor Bart Maddens schreef klopt: wekelijks kreeg minister van binnenlandse zaken Jambon tientallen parlementaire vragen voorgelegd, mondelinge en schriftelijke. Niet één (!) betrof deze zaak. Geen enkele groene, rode, dieprode of (licht)blauwe collega vond deze aangelegenheid belangwekkend én verdacht genoeg om de minister daarover op het rooster te leggen.

Ja maar, dat ontslaat de minister niet van de plicht de zaak te onderzoeken, toch? Wel, het grote verschil met de parlementsleden is dat het kabinet-Jambon wél een politierapport onder ogen kreeg. Daaruit bleek dat het spijtige overlijden niet het gevolg was van ongeoorloofd politie-optreden. Daarnaast liep er een gerechtelijk onderzoek, dus eventuele ‘fouten’ (eventuele vervalsingen) in dat rapport zouden boven water komen.

Wat moet de minister dan? Een politierapport per definitie wantrouwen? Onzin, natuurlijk. Hij moest dat gerechtelijk onderzoek afwachten en zich daar tot het afgerond is niet in mengen. Kortom, handelen zoals Jan Jambon deed.

De oppositie beschikte echter niet over dat politierapport. Dat links in het parlement toch niet in actie schoot, zou je dan ook beschamende laksheid ten opzichte van dat overlijden moeten noemen als je haar eigen logica doortrekt.

Het toont alleszins aan hoe vals het snerpend klaroengeschal van de linkerzijde nu klinkt. Het leert ook dat de collega’s Soors, Kitir of Vandeput niet gedreven worden door honger naar waarheid maar door wrange rancune tegen de N-VA.

 

Tekst verschenen op mijn Facebookpagina op 29 augustus 2020. 

Foto: Een artikel over de zaak op VRTNWS uit 2018.

Labels