Niet geleefd alsof schoonheid er niet toe doet

Niet geleefd alsof schoonheid er niet toe doet

 

Eén week geleden intussen overleed Roger Scruton. Roger wie? Juist, het academische establishment behandelde één van de meest vooraanstaande hedendaagse denkers liefst als paria waardoor hij in te ruime kring onbekend bleef. Hij werd slachtoffer van wat hij zelf ‘the liberal censorship’, de progressieve censuur noemde.

Voorbije zondag kabbelde rustig voort zoals een goede zevende dag rustig voort hoort te kabbelen toen een bericht voor een droeve wending zorgde. De filosoof Roger Scruton bleek overleden, niet echt verrassend gezien het gevecht dat hij leverde tegen de vreselijke k-ziekte die in de zomer bij hem was gediagnosticeerd, maar toch nog vroeger dan verwacht.

Erg veel reacties bracht dat niet teweeg in onze klassieke media en op internet klonk veelvuldig de reactie ‘wie?’.

VERKEERDE KAMP

Scruton heette bij kenners de meest vooraanstaande conservatieve denker van deze tijd. Dat diens overlijden verregaand onopgemerkt bleef, net zoals bij velen zijn leven zoals de “wie?’s” aantonen, vindt in zijn op de tijdsgeest dwars staande opstelling de belangrijkste verklaring. De briljante geest bevond zich in het ‘verkeerde kamp’ en niet zo’n beetje want zich verstoppen deed hij nadrukkelijk niet.

De zachtaardige, wat verward-professoraal ogende filosoof vermeed de tegenwind van de overheersende scholen niet en dus werd hij in dominerende academische en journalistieke kringen verguisd maar liever nog genegeerd, teneinde het gevreesde tegenwoord niet uit te lokken.

Toch kon Scruton wereldwijd bogen op een schare trouwe volgelingen. Dat hij zijn vijftigtal boeken en talloze artikels in de Engelse moedertaal schreef, maakte hem wereldwijd leesbaar. Dat leverde Scruton in vele landen een bij wijze van spreken concurrentieel voordeel op in vergelijking met bijvoorbeeld Russisch of Duits schrijvende filosofen. (Menig werk werd trouwens in vele talen uitgegeven, ook in het Nederlands.)

Maar Scruton schreef niet alleen in een voor velen toegankelijke taal - weliswaar geen simplistisch pidgin-engels; hij koesterde zijn moers taal - hij was ook gewoon briljant. Vriend en vijand erkennen dat weinigen zo fundamenteel en treffend schreven over esthetica, kunst en schoonheid. In 2009 maakte hij voor de BBC een tweedelige uitzending over ‘why beauty matters’. ‘Beauty’ is ook de titel van een hooggewaardeerd boek, in het Nederlands verschenen met de voor de hand liggende titel ‘Schoonheid’.

FARSI

Op Scrutons boog pasten evenwel veel meer pijlen; een schier onuitputtelijke hoeveelheid zelfs. Hij schreef over filosofie en filosofen, architectuur, literatuur, sexualiteit, muziek (Scruton componeerde ook en speelde orgel), ecologie, politiek, onderwijs, religie, ruimtelijke ordening, jacht, enzoverder enzovoort.

Douglas Murray, hoofdredacteur van The Spectator waarin Scruton graag publiceerde, o.m. zijn laatste artikel enkele weken geleden, schreef dat de overledene over ongeveer alles diepgaand geïnformeerd kon meepraten. Murray illustreert met een anecdote. Op een feestje vraagt iemand Scruton waarom hij geen herwerkte versie van zijn boek ‘West and the rest’ schreef. Hij antwoordde dat niet te overwegen want zijn Farsi, de taal die men in Iran spreekt, was niet meer wat het hoorde te zijn. Op dun ijs kon Scruton niet betrapt worden, op glad ijs wel.

Als uitgesproken criticus van de dominerende progressieve tijdsgeest liep zijn academische loopbaan al vroeg vast in het - zijn woorden - “hart van het linkse establishment”. Tolerantie is in die kringen slechts een lettercombinatie op spandoeken, geen actief beleden vaardigheid.

MEI ‘68

Stel je voor: Scruton oordeelde al in mei ‘68, net toen verblijvend in Parijs, staalhard voor de mei ‘68-beweging. Hij zag daar (ik probeer hem te vertalen) “een onhandelbare bende van genotzuchtige middenklasse-hooligans belachelijke marxistische ‘gobbledegook’ belijden”. Vertaal het onvertaalbare gobbledegook maar als “betekenisloze woordenkramerij”. Daar en toen nam hij afscheid van zijn eigen linkse jongelingsjaren.

Het verstikkende linkse academische milieu beu en op zoek naar vrije oorden trok Scruton in de jaren ‘80 naar het... Oostblok. In het dissidentenmilieu aldaar vond hij de open intellectuele honger die hij in het westen weggeblazen zag. De filosoof brak uit de studeerkamer en ging in de communistische wereld de ondergrond van de catacomben voeden, wat zeker niet zonder risico was. Tallozen in Oost-Europa zouden hem er blijvende dankbaarheid voor betonen, van Vaclav Havel tot Victor Orban. Dissidenten herkennen dissidenten.

Zijn boerderij in het geliefde landelijke Engeland, in de wandeling Scrutopia genoemd, deed deze eeuw zowat dienst als vluchtheuvel voor uit de westerse mainstream geduwde denkers, die hij intellectuele vluchtelingen noemde. Een parallel met die dissidente kringen in het Oostblok kan zeker, tot op zekere hoogte, getrokken worden. (Nog in 2019 werd Scruton slachtoffer van een ‘trial by media’. Zijn onschuld bleek kort voor de ziekte hem velde, net op tijd om hem in ere te herstellen.)

Scruton zou later geregeld de parallellen opmerken tussen het EU-project en het oude Oostblok. Voor hem bestaat de kern van democratie er in dat burgers kiezen welke regels in het eigen land gelden. Dat de EU-machine dikwijls haaks op dat principe handelt, maakte Scruton tot een aanhanger van de Brexit, al vond hij dat een herziening van de EU-verdragen beter was geweest.

Hij doorzag daarbij goed de zwakte van internationale Verdragen. “Verdragen passen zich niet aan wanneer de realiteit wijzigt. Hoe meer handtekeningen onder een Verdrag, hoe minder kans dat ze zich aanpassen”, klinkt zijn bedenking kernachtig.

MAAKBAARHEID

Ja, Scruton wekte controverse en dat was ook zijn bedoeling. “Ik wist dat ik liever dingen bewaar dan ze neer te halen”, formuleerde hij het zelf en dat botste frontaal bij de overmoedige progressieve opvatting van de maakbaarheid van mens en samenleving.

De Vlaamse filosoof Willem Lemmens vat in De Morgen- in één van de twee opiniestukken die in de Vlaamse kranten over Scrutons overlijden verschenen - sir Rogers conservatisme samen. Ik citeer hem, even lui als instemmend:

“Hier vindt het conservatisme van Scruton zijn wortels, in een vaak polemisch verwoorde afwijzing van alles wat de mainstream intellectueel en academicus sinds het laatste kwart van de twintigste eeuw beschouwt als de kern van echt kritisch denken: het propageren van een steeds grotere individuele vrijheid, wantrouwen jegens alles wat traditie, religie en gezag inhoudt, een blind geloof in wetenschappelijke vooruitgang en de steeds verdere emancipatie van de mensheid, los van op biologie en cultuur gebaseerde verschillen tussen de seksen.

Volgens Scruton leidt dit seculier individualisme en egalitarisme, waar trouwens linkse socialisten en rechtse libertariërs elkaar in vinden, onvermijdelijk tot een abstract en utopisch denken dat langzaamaan de wortels aantast van onze westerse beschaving en gebaseerd is op een fout mensbeeld. Scruton is in die zin een radicale criticus van wat hij als een echte cultuurpathologie ziet, ontstaan in de achttiende eeuw: de idee van de soevereine, maakbare mens, die los van traditie en biologische bepaaldheid een vrij en onbelemmerd bestaan leidt en die de politiek slechts ziet als een coördinerend principe van rechtsbedeling en georganiseerde behoeftebevrediging. Dit ideaal is enerzijds utopisch en neigt onvermijdelijk tot totalitair denken, anderzijds dicteert het een hele ideologie die diep ingrijpt op het concrete leven van de moderne mens via onderwijs, wetenschap, economie en amusementsindustrie.

Alleen een ontmaskering van deze vooruitgangsideologie, zo meent Scruton, kan de moderne mens weer de zin van zijn bestaan doen vinden. Een grote rol is daarbij weggelegd voor de kunst en de religie, die de motor vormen van het morele bewustzijn en het ontstaan van een gedeelde cultuur waarbinnen het concrete individu pas echt vrij kan zijn.”

GROEN

Scruton adviseerde de Britse conservatieven en bewonderde Margaret Thatchers politieke moed waarmee ze brak met het naoorlogse doordesemen van de Britse samenleving door het socialisme. Een partijman was hij echter zeker niet. Zo betreurde hij het wegdrukken van het conservatieve gedachtengoed door het dominerende eendimensionale marktdenken, ook en zelfs nadrukkelijk tijdens de Thatcher-jaren. Scruton loofde de vrije markt maar vond niet dat die op alle domeinen van het leven de oplossing kan bieden. Hoe waardevoller de zaak, hoe minder hij het marktdenken vond passen.

Een diep doorleefde liefde voor de natuur en dus ecologisme, behoorde voor Scruton tot de essentie van het conservatieve denken dat duidelijk moet onderscheiden worden van de oppervlakkige managersaanpak. Hij schreef daarover ‘Green Philosophy; How to Think Seriously about the Planet’ (vertaald als ‘Groene filosofie’).

DANKBAARHEID

Hoewel Scruton door velen ter linkerzijde als paria behandeld werd, leidde dat bij hem niet tot bitterheid. Murray getuigt dat sir Roger niettegenstaande zijn complexe relatie met het geloof de christelijke deugd van de vergeving en hoop op verlossing koesterde. Hij zag de neiging tot opgefokte vijandigheid en gecultiveerde afgunst als een groot probleem van deze tijd. Daar tegenover plaatste Scruton de geest van de dankbaarheid voor wat we ontvangen hebben (ook van vorige generaties) en vergeving voor wat niet bereikt kon worden.

Met zijn overlijden viel een immens rijke bron droog. De ongetwijfeld uitdagende, verbluffend erudiete gedachten die hij nog in petto had, zullen we niet meer leren kennen. Bij leven wees hij voortdurend op de rijkdom die we kunnen vinden bij wie ons voorgingen en die we nooit mogen verwaarlozen op straffe van verlies van diepe inzichten. Sedert zondag behoort hij zelf tot de erflaters. Het grootste eerbetoon dat hem te beurt kan vallen, bestaat in het raadplegen van de halve bibliotheek die Scruton ons naliet als blijvende bron van wijsheid en inspiratie. Dat geldt ook voor de lezer die het niet tot op de laatste letter met de auteur eens is.

Anecdote (op twitter, van Liam Stokes)

RIP Sir Roger Scruton. Zo vriendelijk als hij briljant was. Hij liet mijn dochtertje, ze was 18 maanden oud, tekeer gaan in zijn bibliotheek, stopte mijn pogingen om haar tot de orde te roepen en liet haar het boek houden dat ze mee grabbelde. Hij zei kinderen die aangetrokken worden tot boeken iets prachtig te vinden.

Afsluiter:

“Schoonheid is uit onze wereld aan het verdwijnen omdat we leven alsof het er niet toe doet.”

 

Tekst geplaatst op mijn Facebook-pagina op 19 januari 2020.

Labels