Mirke betwijfelt of ze het helemaal door heeft

Mirke betwijfelt of ze het helemaal door heeft

Belgisch labyrint

De Belgische staatsstructuur is mee de oorzaak van desinteresse voor het politieke bedrijf. Als een land een nest wordt waar een kat haar jongen niet in terugvindt, dan wordt afhaken erg begrijpelijk.

Mirke nam donderdag een vraaggesprek af van mij. Zij studeert woordkunst en drama en ik fungeerde als testpiloot voor een studieopdracht. Plaats van gebeuren: de Singel in Antwerpen. Tip: poets je schoenen niet voor je naar dat cultuurpaleis gaat, dat is zinloos. De werkzaamheden rond het gebouw zorgen geheid voor verknoeid schoeisel. Binnen gonst het als in een bijenkorf. Studenten lopen heen en weer, de deuren houden niet alle klanken tegen van oefenende studenten achter klavier, aan de strijkstok of, waarom niet, met de trommelstokken in de aanslag. Achter een deur op een kiertje worden balletpasjes ingestudeerd. Een aanstekelijke, levende boel.

 

Ze gaat me voor naar een lokaal waar literatuur domineert. Ik zie enkele Vlaamse coryfeeën van het geschreven woord tegen de muur kleven; althans hun foto’s. Aan een andere wand voeren buitenlandse auteurs de boventoon. Rimbaud hangt er wat scheefjes en zwart-wit maar even zelfverzekerd als altijd. Mijn oog valt meteen op dat enfant terrible van de 19de eeuwse Franse poëzie. Sterk, want ik ben ‘de eer van Brussel’ van Eric Min aan het lezen – dikke aanrader - en las net de dag daarvoor het hoofdstuk over de man die mij hier nu vanaf de muur scheef aankijkt. Ik vertel Mirke over ‘de aanslag’ die Paul Verlaine in Brussel pleegde op zijn flamboyante vriend, minnaar, partner-in-crime, inspirator, nagel aan de doodskist, kortom op Arthur Rimbaud.  Ik kende het verhaal wel al eerder maar wist het nu dankzij Eric Min met details te versieren. Eruditie is dikwijls niet meer dan in glanspapier verpakt toeval.

 

Mirke komt uit Nederland en vertelt me, de microfoon klaarzettend, dat ze bij de voorbereiding nogal wat tijd moest steken in het doorgronden van de Belgische staatsstructuur en politieke situatie. ‘Ik weet het nog niet allemaal zo goed’, klonk het eerlijk. Wat haar vooral verbaasde: geen van haar Vlaamse medestudenten kon haar veel wegwijs maken in het kluwen. Die begrepen er al even weinig van, hoewel hier geboren en opgegroeid. Mirke vergeleek met Nederland. Niet dat ze daar alles tot in de kleinste finesses volgt maar ze kent wel het grote kader. Haar leeftijdsgenoten in Vlaanderen hebben er doorgaans geen idee van hoe het politieke wereldje in hun eigen land in feite in elkaar zit.

 


De terughoudendheid van velen voor politiek wortelt niet in maatschappelijke desinteresse maar in het demotiverend labyrint dat België vandaag is.


 

Mijn journaliste-van-één-dag wilde toch eens testen of het klopte wat ze van haar opzoekwerk had opgestoken. Maar het liep meteen mis. Dat partijen alleen in Vlaanderen of in Wallonië zouden mogen opkomen, zoals ze meende begrepen te hebben, is zo’n hardnekkig misverstand dat onuitroeibaar lijkt. Ik vertel haar dat elke partij in het hele land lijsten mag indienen en een Oost-Belgische Partij zich mag beperken tot deelname in bijvoorbeeld Limburg en Luik, en oogst vooral verbazing. Haar Vlaamse medestudenten zouden me wellicht ook amper geloven. De voorstanders van de zogenaamde federale kieskring doen dan ook weinig moeite om die valse voorstelling van feiten recht te trekken, want dan verbleekt hun verhaal uiteraard.

 

Nog dit weekeinde speelt premier Di Rupo het valse spelletje mee. ‘Ik zou ook graag kandidaat in Vlaanderen zijn’, laat hij in De Morgen noteren en verbindt die wens aan de federale kieskringgedachte. Ofwel heeft Di Rupo het over zijn persoon en dan moet hij de eerlijkheid zeggen dat hij ook niet opkomst in Luik, Namen, Luxemburg, Vlaams-Brabant of Brussel maar alleen in Henegouwen. Ofwel heeft hij het over de PS en dan moet hij het fatsoen hebben te zeggen dat die ook vandaag – zelfs zonder federale kieskring – in  Vlaanderen kandidatenlijsten mag indienen. Eén vraagje zou ik hem als journalist alvast gesteld hebben: stel dat er een federale kieskring bestond, geef de kiezer dan eens een goede reden om voor Di Rupo te stemmen en niet voor Vande Lanotte.

 

Het is maar één voorbeeld van de onwetendheid die veroorzaakt wordt door onze ingewikkelde staatstructuur. Aan het ondoorzichtige kluwen waarin we na alle staatshervormingen zijn terechtgekomen, hangt een prijskaart. Een letterlijke uiteraard, want inefficiëntie kost geld. Maar we betalen er ook een democratische prijs voor. Veel burgers krijgen de neiging zich af te keren van vraagstukken over de goede werking van onze staat omdat ze er toch niets meer van begrijpen. Vergelijk het met de belastingswetgeving; hoe ingewikkelder die is, hoe wantrouwiger de mensen er tegenover staan. Heel begrijpelijk natuurlijk. Die terughoudendheid wortelt niet in maatschappelijke desinteresse maar in het demotiverend labyrint dat België vandaag is.

 

En ook daarom is het zo belangrijk dat we een duidelijke staatsstructuur krijgen. Het terugdringen van het Belgische niveau is daarbij essentieel. Daar ging de tekst over die ik eerder deze week uit de recyclagebak haalde.

 

Oh ja, Mirke heeft dat uitstekend gedaan, puik interview.    

 

FOTO: het labyrint van Daedalus voor koning Minos van Kreta

Labels