Het corona-feestje van de Belgische regering

Het corona-feestje van de Belgische regering

 

Het (politieke) jaar ging stevig van start. Net voor de valreep van oud/nieuw kregen reizigers te horen dat ze, eens terug op vaderlandse bodem, zich een week achter de quarantainemuur moeten opsluiten; los van de mate waarin ze zich risicovol of voorzichtig gedragen hadden. Terecht of niet? De pro’s en contra’s die over en weer gingen hadden alvast een felle gebetenheid gemeen. De zenuwen staan als maar scherper. Het is alleszins vreemd te noemen dat ze hun week huisarrest opgelegd kregen toen ze al vertrokken waren en hun gedrag desgewenst niet meer konden aanpassen.

VAN BRETAGNE TOT ZAVENTEM

Je verwacht natuurlijk minimaal dat de overheid er voor zorgt dat ze haar maatregelen fatsoen kan doen naleven. Corona-samenscholingen, lockdown-feestjes, bomma én bompa uitnodigen: minister van binnenlandse zaken Annelies Verlinden (CD&V) dringt graag aan op een actief handhavingsbeleid. De Oostende Bart Tommelein (Open VLD) leek het zelfs uitdrukkelijk op de weerbarstige bomma gemunt te hebben. Je wil het natuurlijk niet, zo’n toestanden als in Bretagne waar zowat 3000 feestneuzen nieuwjaar nog eens wilden vieren zoals ze dat van 2019 naar 2020 hadden gedaan, in de hoop dat 2020 bij een tweede poging beter zou verlopen.

Enkele dagen later, zondagavond, landde de grootste groep reizigers op Zaventem. Op een bepaald ogenblik ontstond er zo’n chaos bij de politiecontrole in de luchthaven dat het Bretons feestje met een klap weggeduwd werd van de eerste plaats op de coronamaatregelenovertredingshitlijst en de bedenkelijke eer moest laten aan de lockdownparty die de federale overheid in Zaventem aanrichtte.

Maandag bond ik die kat de bel aan en donderdag ondervroeg Yngvild Ingels (N-VA) minister Verlinden over deze kwestie. De excellentie antwoordde onder meer: “Men was wel degelijk voorbereid om die controles in goede banen te leiden en ervoor te zorgen dat er geen lange files zouden ontstaan zoals we die nu gezien hebben. Zondagavond zijn een aantal vluchtschema's gewijzigd, waardoor een heel aantal mensen tegelijkertijd aanwezig was. De beelden zoals we die allemaal kennen, zijn dan gemaakt.”

Ziehier de reden van de chaos, zoals het parlement die officieel mocht vernemen van de regering: de wijziging van een aantal vluchtschema’s (meervoud). Nu botst dat spijtig genoeg met de informatie die ons ter ore kwam. Zondagavond werd welgeteld één vluchtschema gewijzigd, te beschouwen als een bijzonder normale situatie, die de luchthavendienstverlening nooit in het gedrang kan noch mag brengen. De informatie van de minister moet dus toch nog eens onder het vergrootglas gelegd worden, want de reden die ze aangeeft voor de onverantwoorde toestand die zondagavond was ontstaan, klopt niet en kan bovendien geen verklaring geven voor de chaos.

STIEKEME DUITSERS

Die eerste dagen van het jaar werden natuurlijk gedomineerd door vaccinnieuws. Hét is er, de hoop in bange dagen. Maar zowel de Europese als de Belgische constructies maakten een bijzonder slechte beurt.

De Europese Unie koos voor de formule van de groepsaankoop. Elk deelnemend land krijgt een proportioneel aandeel vaccins, afhankelijk van het bevolkingsaantal. Wat blijkt? Duitsland is er dan toch maar in geslaagd om stiekem 30 miljoen vaccins extra te bestellen! Het idee van de zo fel bezongen Europese solidariteit krijgt daarmee wel een stevige knauw.

Ja maar, dat doet er niet toe want de EU bestelde er 4 per inwoner, ruimschoots genoeg dus. Toch? Hopelijk, afwachten maar hét probleem zit natuurlijk minder in het aantal dan in het moment van levering. Daar gaven landen als Groot-Brittannië (net na de Brexit een feit werd nota bene) en het vaak scheef bekeken Israël die oh zo grote Europese Unie wel het nakijken.

En dan is er ons geliefde vaderland. De vaccinatieopstart verliep… laten we zeggen, gezapig. De ziekenhuizen drongen aan op voorzichtigheid. Wanneer spul in het lijf wordt gespoten, dan mag dat effectief met gepaste zorgvuldigheid gebeuren. Je kan moeilijk enerzijds betwijfelen of het vaccin wel ongevaarlijk is en anderzijds pleiten om ze vogelpikgewijs toe te dienen. Maar ook voorzichtigheid mag grenzen kennen.

Als de afspraken tussen Vlaanderen, Wallonië en Brussel door die twee laatsten aan de Franstalige laars gelapt worden, zodat ze sneller (nu ja) uit de startblokken kunnen schieten, krijg je van die krantenkoppen waar Vlaanderen de rol van schildpad toebedeeld krijgt. Intussen werd de communicatie wat bijgesteld en volgde de belofte dat Vlaanderen klaar staat om het schema toch te respecteren. Dat mag de burger ook wel verwachten.

Maar ook in dit verhaal blijkt weer eens dat die Belgische constructie zo mank loopt als een kreupele eenhoorn. Wie is bevoegd voor wat? Wie is verantwoordelijk? Ontsnappen kan… altijd. 

Kathleen Depoorter (N-VA) verwoordde het in de Kamer treffend als volgt aan het adres van minister Frank Vandenbroucke (SP.a): “Mijnheer de minister, u maakt er zich nogal gemakkelijk vanaf. U kondigt met veel tamtam een weddenschap af en zegt dat u de verantwoordelijkheid neemt en dat wij u erover mogen aanspreken. Komen de vaccins te laat, dan is het Europa. U hebt duidelijk geen tijdsclausule in uw contracten opgenomen. Worden de vaccins te laat gezet, dan zijn het de regio's. Waar hebt u dan voor ingestaan? Voor die eerste spuit van Jos? Was dat het?”

Bij succes kruipen de federale ministers met ongeziene spoed op de tribune, wanneer het niet (goed) loopt gaat de paraplu open. Even in herinnering brengen: lang voor corona werd de N-VA opgericht door mensen die vaststelden dat de Belgische constructie niet werkt en fundamenteel moet omgevormd worden.

STAATSGREEP OF CARNAVALSOPTOCHT?

De avond voor de plenaire Kamerzitting, woensdag dus, rolden er onthutsende beelden binnen in onze huiskamers. Bijwijlen bijzonder vreemd uitgedoste figuren drongen binnen in het Capitool, het Amerikaanse federale parlement. Uiteraard werd die bizarre mengeling van stuntelige staatsgreep en slecht voorbereide carnavalsoptocht ’s anderendaags een hoofdthema bij de actuele Kamervragen. Als presidenten in hun eigen land met vuur spelen, gaan de wenkbrauwen omhoog, zeker wanneer dat gebeurt door de nummer één in “the land of the free and the home of the brave!”.

Namens onze fractie kwam ik tussen als volgt: “ Mijnheer de eerste minister, de voorbije maanden hebben wij in de Verenigde Staten veel polariserende en vormen van protest en zelfs geweld gezien. Gisteren heeft de zittende president het systeem in diskrediet gebracht door een nieuwe rode lijn te overschrijden, door de legitimiteit van het democratisch bestel ter discussie te stellen. Ik moet u zeggen dat ik als conservatief mijn grootste afkeuring tegen dat soort van revolutionaire onzin moet uitspreken.

Ik ben wel blij dat de Amerikaanse democratie die stoot blijkbaar kan verdragen. Ze is intact. Biden zal binnenkort president zijn. Wat gisteren is geprobeerd, zal niet meer dan een zielige illustratie van machteloosheid zijn en laat dat zo ook blijven.

Ik heb de indruk dat sommigen gisteren met duidelijke zin voor instrumentalisering naar de beelden hebben gekeken. Men dacht dat men de gebeurtenissen vandaag in het Parlement kon gebruiken of beter misbruiken. Ik hoor hier namelijk tussen de regels een nieuw gevaar opduiken.

Mijnheer de premier, wij moeten leren dat de regels van de rechtstaat fundamenteel zijn. Moet ik er nog aan herinneren dat 25 grondwetspecialisten de vraag hebben gesteld of uw regering, bij het uitwerken van coronamaatregelen, de regels van de rechtstaat heeft nageleefd? U moet daar aandachtig voor zijn.

Ik hoor hier voorts ook verholen oproepen om een ander fundament, met name het recht op vrije meningsuiting, aan banden te leggen. Ik vrees dat u in uw regeerakkoord, door te zeggen dat u fake news zult bestrijden, een gevaarlijk pad bent ingeslagen. Ik wil van u vandaag de garantie krijgen dat u het fundament van onze democratie, de vrije meningsuiting, tijdens uw regeerperiode op geen enkele manier zult laten aantasten. Dat is de beste manier om de democratie een goede dienst te bewijzen.”

Eigenlijk was Trump niet het onderwerp van debat. Hij diende slechts als excuus om de N-VA aan te vallen. Ik ging daar op in bij mijn repliek na het antwoord van Alexander De Croo (Open VLD): “U merkt (…) terecht op dat woorden kunnen treffen. U hebt een terechte opmerking aan uw adres afgedaan als kleutertuinpraat bij de installatie van deze regering. Daar hebt u waarschijnlijk ook spijt van gekregen. U ging daar namelijk manifest in de fout. U bent ook bijna zo koppig als de heer Trump wanneer u nu uw hoofd schudt. U hebt toen fake news verspreid. U dreigt natuurlijk uw eigen woorden te moeten schrappen. We krijgen het klassieke groene venijn van aan de overzijde dat tegelijkertijd bruggen opblaast en alleen maar polarisering zoekt.

Mijnheer de eerste minister, in het begin was ik een beetje gerustgesteld. U begon over uw bestrijding van fake news als liberaal, en u eindigde aan een bijzonder gevaarlijke rand. U als overheid zal namelijk bepalen wat fout en juist nieuws is. Als u die weg opgaat, eindigt u niet als de meest groene premier uit de geschiedenis, maar de minst liberale.”

Bij het begin van mijn repliek kloeg ik bovendien het onevenwicht aan in dergelijke debatten; in dit geval ging dat debat zowaar over de risico’s die de democratie bedreigen in de VSA en de wijze waarop de N-VA zich gevaarlijk zou opstellen. “Als oppositie krijg ik 1 minuut om op uw uiteenzetting van 10 minuten te antwoorden. Dat is de Belgische democratie. Dat is al een eerste laakbaar feit. De wapens worden hier ongelijk verdeeld.” Ik was nog vriendelijk want naast de premier werd de N-VA ook (direct of indirect) aangevallen door de sprekers (elk 2 minuten) van SP.a, Groen, CD&V en Open VLD.

Enfin, het kwam er op neer dat ik per aanvaller over 12 seconden reactietijd beschikte. Dat de premier gedurende 10 minuten zijn betoog mag afsteken botst trouwens met het kamerreglement dat bepaalt dat bij een actua-debat 5 minuten wordt gegeven aan de regering. Tijd om de parlementsvoorzitter daar toch nog eens op attent te maken.

FRANK OP GLAD IJS

Het spreekgestoelte moest mijn gewicht nog eens torsen bij interpellaties aan het adres van staatssecretaris Eva De Bleeker (Open VLD) en minister Frank Vandenbroucke (sp.a). De Bleeker had op de laatste zittingsdag voor het eindejaarsreces een tweet geplaatst en meteen weer ingetrokken. Vooral dat laatste wekte de aandacht. Ik liet haar toen terug naar de Kamer roepen, waar ze wat slapjes antwoordde. Vandaar dat we de zaak weer op de agenda plaatsten en nu ook minister Vandenbroucke lieten opdraven.

Normaal komt er geen eind aan Vandenbrouckes breedsprakerigheid en overschrijdt hij consequent de tijd die hem reglementair toegemeten is. Dit keer hield hij zich angstvallig aan zijn voorbereide tekst en gebruikte hij niets eens de helft van zijn spreektijd. Dat hij besefte op zeer glad ijs te staan, was wel overduidelijk.

Slotsom na deze interpellaties. Staatssecretaris De Bleeker – die er erg beteuterd bij zat – heeft wel degelijk informatie verspreid (de prijzen die de EU heeft afgesproken voor de vaccins) die ze contractueel geheim moest houden. Op mijn vraag of de prijzen in die tweet wel klopten antwoordde ze gelaten: “Wat betreft de gevolgen van dit incident, begrijp ik uiteraard de vragen over het bestaan, het eventueel schenden en het verbreken van de geheimhoudingsclausule en over de juistheid van de cijfers, maar ik vermoed dat u ook wel begrijpt dat het bevestigen of ontkennen van die zaken een catch 22 vormt voor mij. Ik ben dus echt niet in de mogelijkheid om daar een antwoord op te geven.” Ze zat in de tang want een tweede keer de internationale geloofwaardigheid van de paarsgroene regering-De Croo te grabbel gooien, daar bedankte ze wel voor.

Zowel zij als minister Vandenbroucke bevestigden trouwens dat de tweet verdween na dringende vraag van het kabinet van Vandenbroucke. Die tikte haar dus stevig op de vingers omdat ze totaal uit de bocht ging. Voor alle duidelijkheid: voor ons moet de openheid zo ver mogelijk gaan. Wij hebben een voorstel, ingediend samen met de SP.a, kunnen laten goedkeuren zodat informatie van contracten van de pharma-industrie, een oud zeer, via het Rekenhof aan het parlement kan bezorgd worden. Maar wanneer regeringsleden contractuele verplichtingen met de voeten treden dan gaat de reputatie van dit land weer verder naar de filistijnen. Die reputatie van België, daar lig ik niet meteen wakker van. Het amateurisme van deze regering is echter wel een nijpend probleem.

 

Overzicht van de Wetstraatweek verschenen op mijn Facebookpagina op 9 januari 2021.