'Grondrechten treed je nooit een beetje met voeten'

'Grondrechten treed je nooit een beetje met voeten'

 

'Een jaar geleden hadden we ons niet kunnen indenken dat onze grondrechten vandaag zo onder druk zouden staan', schrijft fractieleider voor N-VA in de Kamer, Peter De Roover over het Ministrieel Besluit waarmee de federale regering de verspreiding van het coronavirus hoopt te beperken.

Het jaar 2020 loopt langzaam op zijn laatste benen en daar zijn we niet rouwig om. Dit jaar maakte dan ook weer veel duidelijk. Dat parken in de buurt een goed idee zijn bijvoorbeeld, of dat we onze vrijheden niet als vanzelfsprekend mogen beschouwen. We beginnen begrip te krijgen voor wie in Wit-Rusland of Turkije woont. In die landen nemen autoritaire leiders het niet zo nauw nemen met grondrechten en vrijheden. Bij ons gaat het niet zo ver maar...

Zondag werd een zoveelste Ministerieel Besluit gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad waarmee minister Verlinden de verspreiding van het coronavirus hoopt te beperken. Dat is, voor alle duidelijkheid, wat we allemaal willen: onze gezondheidszorg overeind houden. Hoewel de zogenaamde niet-essentiële winkels opnieuw mogen openen, bevat het besluit nog steeds enkele stevige beperkingen op onze bewegingsvrijheid. Samenscholingen van meer dan vier personen worden verboden, kappers en schoonheidssalons blijven gesloten, maximum 15 personen mogen aanwezig zijn bij een begrafenis, elk gezin mag één persoon thuis ontvangen en een alleenstaande mag twee personen ontvangen (hoera!). Ook de avondklok blijft gehandhaafd.

Dit zijn stuk voor stuk ingrijpende beperkingen op onze grondrechten. Een jaar geleden hadden we ons niet kunnen indenken dat die vandaag zo onder druk zouden staan. Het is niet niks om het recht van vereniging en het recht op eerbiediging van het privé-leven en gezinsleven aan te tasten. Voor dat laatste recht kunnen we artikel 22 van de Grondwet erop naslaan. Dat bepaalt het volgende: "Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn privé-leven en zijn gezinsleven, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet bepaald. De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen de bescherming van dat recht."

De grondwetgever heeft dus wel degelijk voorzien dat beperkingen op dit grondrecht aangewezen kunnen zijn in uitzonderlijke omstandigheden, maar enkel bij wet. Toch leggen deze en de vorige regering ons keer op keer zeer zware beperkingen op door middel van een ministerieel besluit. Twee regeringen met nog altijd een reeks ministers die zich liberalen noemen, dat moet er toch ook even bij vermeld worden.

In maart kon de coronacrisis nog een onvoorziene, plotse en overrompelende gebeurtenis genoemd worden. In pakweg september was toch al bekend dat Kerstmis ook dit jaar weer op 25 december zou vallen en dat we waarschijnlijk niet met grote groepen zouden kunnen vieren.

Op 2 november pleitte een groep van 25 grondwetsspecialisten in De Standaard voor een wettelijke basis voor de coronamaatregelen. Dat is op zich al uitzonderlijk, want het gezegde luidt dat je bij drie juristen vier meningen krijgt. De experts stellen dat de wetgeving waarop de regering zich beroept om via MB te werken helemaal niet bedoeld was voor de langdurige en drastische inperkingen die we nu kennen. De wet had alleszins niet tot doel een minister te laten bepalen wie er met Kerstmis aan uw tafel mag zitten. De specialisten leggen uit dat het een wezenlijk aspect van onze democratie betreft: dat beperkingen van onze rechten en vrijheden moeten worden besproken en afgewogen in een open en publiek parlementair debat.

De oplossing voor deze grove schending van uw en mijn mensenrechten is nochtans relatief eenvoudig voor de regering: giet de maatregelen die genomen moeten worden in een wet. Een wetgevende procedure hoeft heus geen maanden te duren. De wet die aan de regering Wilmès bijzondere machten toekende, werd op 9 dagen behandeld, goedgekeurd en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Over die coronawet en de maatregelen erin kan grondig gedebatteerd worden in de Kamer van volksvertegenwoordigers en toch tijdig ingevoerd worden. Dergelijke ingrijpende maatregelen verdienen een democratisch debat. Desnoods is dat een debat waar parlementairen drie dagen lang van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat over discussiëren. Dat is toch waar het in een democratie om draait?

Wat moet een rechter doen met een boete die werd opgelegd na een feestje waar tientallen mensen bijeen kwamen? Dat feestje is duidelijk een slecht idee vanuit gezondheidsstandpunt, maar de boete steunt op een ongrondwettelijk Ministerieel Besluit. Een eerstejaarsstudent Rechten kan u vertellen wat het gevolg zal zijn. En zolang we nog in een rechtstaat leven, zal de boete dus niet betaald moeten worden. In tijden waar de regering een beroep doet op ieders gezond verstand, laat zij zelf na om juridische chaos te voorkomen. De ministers houden zich liever bezig met bepalen hoe u met uw gezelschap in uw tuin moet geraken, als u er al een hebt, zonder door het huis te wandelen. Of met hoeveel u aan tafel zal zitten en wat de juridische status is van die mensen, knuffelbaar of toch slechts een kennis op afstand. We kunnen er onze schouders voor ophalen, maar het is eigenlijk intriest en wraakroepend.

We kijken vanuit West-Europa soms meewarig naar hoe in landen als Wit-Rusland of Turkije grote aantallen mensen op leiders als Alexander Loekasjenko en Tayipp Erdogan stemmen. Maar na vandaag woont u weer een klein beetje meer in Wit-Rusland of Turkije. Dat is een overdrijving maar niet eens zo'n grote. Ook uw grondrechten worden met de voeten getreden en dat gebeurt, zoals dat altijd gaat, beetje bij beetje.

 

Artikel gepubliceerd op Knack.be op 30 november 2020

Foto: Belga