Gentse wereldliteratuur

Gentse wereldliteratuur

 

Pipi Langkous is verdacht. Eindelijk, zullen fatsoensrakkers tevreden zuchten. Dat is ze voor hen al lang want het hersenspinsel van Astrid Lindgren komt wel erg vrijgevochten uit de hoek. Zo vrijgevochten dat een beetje traditioneel ingestelde ouder er zich wel voor hoedde de eigen dochter(s) dergelijk dubieus rolmodel voor te houden. Brutaal nest Pipi Langkous is voor deze mensen gewoon een product van de losgeslagen vrije Zweedse opvoedingscultuur maar dat hoort slechts gefluisterd te worden want je wil niet als bekrompen reactionair weggehoond te worden door de waarheid in pacht hebbende pretpedagogen.

Maar geen nood, behoudsgezinden aller landen, het mag weer, die brutale rosse in de ban doen. Een groep ijveraars, verenigd in het Gentse door het stadsbestuur op poten gezette ‘dekolonisatietraject’, besloten in hun progressieve wijsheid juffrouw Langkous als racistisch te oormerken. Er wordt in de Pipi-boeken naar zwarte medemensen verwezen middels het vermaledijde n-woord, het woord dat ooit diende om de beledigende term ‘nikker’ te vervangen, en de inwoners van Taka-tukaland leven onder de repressieve knoet van een verlopen Zweedse zeebonk, wat franke Pipi wel spannend vindt als ware het kolonialisme een na te streven ideaal.

Taal evolueert en dus gebruik ik dat n-woord vandaag zelf niet meer, aangezien het een denigrerende betekenis heeft gekregen. Toen Filip Dewinter het woord enkele jaren geleden met zwaar rollende, het beoogde effect verhogende rrr in het parlementaire halfrond slingerde was dat om te genieten van de provocatie die het teweeg zou brengen. Het zal aan mij liggen maar mij bekruipt nooit de aandrang om volkeren of rassen als groep te provoceren. Ik heb dat niet nodig om me zelf goed in mijn vel te voelen, laten we het daar op houden. (Hoewel, moppen kunnen natuurlijk niet zonder clichés, dus als we die totaal in de ban slaan, dan is het gedaan met die inderdaad en wellicht om die reden kwijnende cultuur van grappenvertellerij.)

Wel interessant, die curieuze dynamiek. Een woord heeft voor de meerderheid die het gebruikt een neutrale betekenis, wordt dan door voorlieden (M/V/X) uit een of ander Zuiver de Taal Aktie Komitee als onoorbaar aangeduid – tot verbazing van het overgrote deel van de gebruikers ervan -, waarna het woord een geuzenbetekenis krijgt in aangebrande kringen die het uitdagend hanterend bevestigen wat de politiek correcten er aanvankelijk op tegen hadden. Iedereen content, althans iedereen aan de linkse en rechtse buitenkanten.

Mag het verbazen dat er gesproken wordt van de Linkse Kerk als die Gentse iconen van activistisch progressisme de technieken van de goede oude Katholieke Kerk overnemen door zowaar boeken te gaan labelen? Hoge geestelijken gaven na de ontdekking van die duivelse boekdrukkunst het recht op drukken, ‘imprimatur’, pas nadat een eerwaarde censor er geen bezwaar tegen zag, ‘nihil obstat’. Ze krijgen nu weer navolging.

Herlezen die nieuwe censoren de hele Gentse bibliotheek? Dan acht ik de kans groot dat Gustave Flaubert toch nog voor de bijl gaat. Deze grootste stylist van de 19e eeuwse Franse literatuur beviel in zijn Madame Bovary (1856) van volgende passage (die ik letterlijk uit de Nederlandse vertaling overtik, nu het Gentse leescomité daarin nog niet heeft toegeslagen, zonder daarmee, uiteraard, ook maar aan enige vorm van goedkeuring aan dit drukwerk uiting te willen geven.):

“Hij boog zich voorover en fluisterde zijn vriend in het oor waaraan men precies kon zien of een vrouw temperament had. Hij onthaalde hem zelfs op etnografische bespiegelingen: een Duitse vrouw was nukkig, een Française frivool, een Italiaanse hartstochtelijk.

‘En negerinnen?’ vroeg de klerk.

‘Dat is iets voor artiesten,’ zei Homais. – ‘Ober! Twee kleintjes koffie!’”

Ga zitten en heradem. Ik vind deze beladen zinnen op bladzijde 336 in de overigens uitstekende vertaling van Hans van Pinxteren.

Flaubert laat die Homais stevig seksistisch uit de hoek komen en, jawel, waagt het zich extra neerbuigend uit te laten over zwarte dames. Dit verdient me dunkt een Gents waarschuwingslabel, al staat apotheker Homais in de roman dan nog voor een antiklerikaal Verlichtingsdenken.

En zo zou toch nog gerechtigheid geschieden, althans in hoofde van de heer Ernest Pinard. Bij publicatie in feuilletons had Flaubert zich al een reeks ingrepen van de censoren in dienst van keizer Napoleon III moeten laten welgevallen. Hij liet dat niet over zich heen gaan en vroeg de toevoeging van een verklarende nota. Keizerlijke procureur Pinard vond het daarmee dan weer welletjes en eiste voor de rechtbank een publicatieverbod wegens het schokken van de publieke en religieuze moraal. Vooral die koetsscène door Rouen had de gebruikelijke hormonale toestand van Pinard behoorlijk door elkaar geschud.

De rechtbank beschikte evenwel, jazeker, anders en dus mocht het boek in de handel. Het gevolg van dit fel besproken proces laat zich raden. Madame Bovary werd een enorm verkoopsucces en Flaubert beet zich de nagels van de vingers omdat hij zijn rechten voor één vast bedrag afgestaan had. Hij troostte zich met de gedachte “Ce qui est beau est moral; voilà tout selon moi” die vandaag op grote weerstand zou stoten in bepaalde Gentse stadskantoren.

Pinard kreeg niet veel later wel Les Fleurs du Mal van Charles Baudelaire te pakken. Dat publicatieverbod werd pas opgeheven in 1948. De keizerlijke aanklager werd ook nog minister van binnenlandse zaken. Als hij aan dat alles nu nog een Gents label in Madame Bovary mag zien toevoegen, kan de man postuum toch nog met grote tevredenheid op zijn loopbaan terugkijken.

Daarmee is de taak allerminst volbracht. Denk aan de heer Cicero die ooit over zijn belager Catilina en diens kornuiten schreef dat de perversiteiten van dat zootje al blijkt uit de feiten dat men reeds in de verte hun parfums kon ruiken en zij zich kleden als vrouwen. Diens werk verdient dus ook wel wat waarschuwende plakkertjes, want kolonisatie is natuurlijk niet het enige euvel dat met wortel en tak dient uitgeroeid te worden.

Indien die geëerde leden van dat Gentse dekolonisatietraject het een beetje menen met het bestrijden van alle volgens de huidige criteria ongepaste teksten, zullen we hen bij het afronden van hun taak met reden kunnen betitelen als kenners van de grote wereldliteratuur want in die vijver kunnen ze met veel vrucht vissen.

 

Zondagsmijmering verschenen op mijn Facebookpagina op 24 januari 2021.

Labels