De tussenkomst van de FOD Werkgelegenheid bij het Europees Hof van Justitie

De tussenkomst van de FOD Werkgelegenheid bij het Europees Hof van Justitie

 

Vraag van de heer Peter De Roover aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, over "de tussenkomst van de FOD Werkgelegenheid bij het Europees Hof van Justitie".

Mijnheer de minister, de zaak waar zopas naar verwezen is, heeft inderdaad nogal wat beroering gewekt om voor de hand liggende redenen.

Het is namelijk een politiek zeer gevoelige aangelegenheid. Het advies dat de advocaat-generaal verstrekt heeft en waar de vorige spreker naar verwees, is een bijzonder interessant en naar onze mening zeer lofwaardig advies, waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen, enerzijds, de onbetwistbare godsdienstvrijheid, die grondwettelijk verankerd is en die niemand in twijfel trekt, en anderzijds, de ruimte die men biedt om op enigerlei manier uiting te geven aan zijn geloof in bepaalde omstandigheden.

Bovendien betreft het hier een zaak van neutraliteit en dat gaat natuurlijk verder dan alleen maar het beoordelen van een godsdienst. 

Het betreft ook, zoals bij het bedrijf waarover het gaat, filosofische, politieke en ideologische overtuigingen. Daardoor wordt naar onze mening het verwijt van discriminatie totaal zinledig.

Het is dan ook met verbazing dat wij in de kranten lazen dat “België” een advocaat heeft gestuurd om daarbij een ander standpunt in te nemen. Ik neem aan – ik verneem aanstonds graag of dit het geval is of niet – dat alles volgens de geldende procedure is verlopen. De FOD WASO heeft daartoe het initiatief genomen. Bizar genoeg is daarbij het standpunt van Unia gevolgd. Unia staat in de zaak bekend als verdediger van de meest extremistische visie. Unia is trouwens ook betrokken partij, aangezien het in de kwestie de dame begeleidt die naar de rechtbank is gestapt. Als het al een zaak van neutraliteit is, kunnen we moeilijk zeggen dat Unia ter zake een neutraal standpunt inneemt.

Het woordje “standpunt”, daarover gaat het. Een “standpunt” betekent dat daarover een betwisting bestaat, dat daarover meningen bestaan. Mijnheer de minister, indien alles verlopen is volgens de regels van de huidige kunst, vernam ik graag van u als betrokken minister en viceeersteminister, die het regeringsbeleid mee vormgeeft, of wij er niet dringend toe moeten komen dat zulke maatschappelijk gevoelige thema’s niet administratief worden afgehandeld, maar wel degelijk het onderwerp vormen van een politieke besluitvorming, zodat hetgeen wij internationaal namens “België” naar voren schuiven ook democratisch gelegitimeerd is.

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Mijnheer de minister, u hebt erop gewezen dat procedureel alles verlopen is zoals het moest. Dat betekent dat er echt wel werk aan de winkel is. Ik kan u daarin alleen maar steunen, want wat hier gebeurd is, is in principe te gek voor woorden. De indruk werd hier natuurlijk gewekt dat u een bepaald standpunt hebt ingenomen. U wordt ondervraagd over iets waarop u schijnbaar geen greep hebt. Het spreekt voor zich dat we hier trouwens stoten op de vraag wie dit land regeert. Wanneer Unia voortdurend en wellicht terecht een beroep doet op haar onafhankelijkheid als instelling, dan is het natuurlijk nogal sterk dat die onafhankelijke instelling ons schijnbaar kan binden en een standpunt kan innemen dat op geen enkele manier democratisch besproken, laat staan gelegitimeerd is.

Op de vraag wie dit land regeert, kan het antwoord dus nooit Unia zijn.

 

Plenaire vraag van 9 juni 2016

Foto: Belga