De spionagerol van de Turkse Diyanetmoskeeën

De spionagerol van de Turkse Diyanetmoskeeën

 

Vraag van de heer Peter De Roover aan de minister van Justitie over "de spionagerol van de Turkse Diyanetmoskeeën".

Mijnheer de minister, het is de eerste keer dat ik mij over Turkije tot u wend, maar het thema is hier wel al meermaals aan bod gekomen. Ik ben in deze zaal wellicht niet de enige die door mensen uit de Turkse diaspora aangesproken werd over de steeds grotere druk die rechtstreeks of onrechtstreeks wordt uitgeoefend vanuit Ankara, om de onderlinge verhoudingen in ons eigen land te verzieken en om conflicten uit Turkije – daarover hebben wij het hier al meermaals gehad – te exporteren naar gemeenschappen die bij ons leven.

Deze week werd daar een element aan toegevoegd, namelijk het gebruik, via de Diyanet, van moskeeën die, wat de Turkse gemeenschap aangaat, in direct verband staan met Ankara en het ministerie van Religieuze Zaken dat daar opereert.

Mijnheer de minister, het spreekt nogal voor zich dat een oproep – er is net uit geciteerd – waarin werkelijk wordt gevraagd dat de ene burger in dit land de andere zou bespioneren en dat de ene burger de andere zou aangeven omwille van politieke motieven, absoluut en radicaal onverenigbaar is met onze levenswijze.

U hebt de Moslimexecutieve mee opgedragen om zich in te schakelen in het proces dat nodig is om de opleiding van imams – een gemeenschapsaangelegenheid – en de erkenning van moskeeën en de islam zoals die bij ons beleden wordt, te integreren binnen de basisregels – daarover kan geen discussie bestaan – die wij hanteren. De Diyanet is om die reden ook in conflict met de Moslimexecutieve. De Diyanet aanvaardt die benadering niet. Dat betekent dat de weg die u bent ingeslagen op termijn de juiste is.

Die activiteiten – ook in het buitenland, in Duitsland en Nederland bijvoorbeeld, zijn er voldoende aanwijzingen – nopen mij ertoe u te vragen of de Veiligheid van de Staat de passende prioriteit verleent aan het opvolgen van dit concreet dossier. Ik verwijs ook naar de elementen die ik eerder aangaf, namelijk de algemene benadering van Ankara om mensen in dit land mee te sleuren in een binnenlandse Turkse politieke problematiek en om van onze samenleving een samenleving te maken van mensen die elkaar aangeven, die elkaar in het oog houden en als het ware elkaars vijanden zouden worden.

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Er werden hier al geregeld debatten over moslimextremisme gevoerd. Ik denk dat het hier eigenlijk over Turks imperialisme gaat. Er is een mengvorm van beide. Dat betekent dat wij het hier hebben over de inmenging van een buitenlandse overheid in het leven van burgers die bij ons geacht worden te leven.

U weet dat minister Homans moskeeën moet erkennen of de erkenning kan intrekken. Ik mag erop rekenen dat u met haar samenwerkt – u hebt dat ook aangegeven – opdat zij passende maatregelen neemt wanneer die erkenning absoluut ongepast is.

U weet dat wij een beleid voeren dat erop gericht is om imams, eerder dan ze te importeren, in eigen land op te leiden. Dat is waarschijnlijk de reden waarom men bij de Diyanet zeer ongelukkig is met de evolutie die wij daarin uitgaan. Wij hebben zonet over een conflict in het Midden-Oosten gedebatteerd. Ik wens toch te beklemtonen – dat is van het allergrootste belang – dat wij ervoor moeten zorgen dat de lange arm van Erdogan onder geen enkel beding kan grijpen tot in onze steden en onze gemeenten. De lange arm van Erdogan heeft al genoeg ellende veroorzaakt in Turkije zelf. Wij mogen niet tolereren dat hij dat ook hier doet. 

 

Plenaire vraag van 15 december 2016

Foto: Belga