"De beslissingen van het Overlegcomité"

"De beslissingen van het Overlegcomité"

 

Plenaire vraag aan premier Alexander De Croo betreffende de beslissingen van het Overlegcomité. 

Mevrouw de voorzitter, premier, collega's, de bevolking wordt cynisch, zelfs sarcastisch. Ik heb net een verklaring van de heer Van Gucht gelezen dat de cijfers volgende week misschien stabiliseren. Ik kreeg een sms'je van een vriend met de vraag om u geluk te wensen, omdat uw persconferentie al de eerste resultaten heeft geboekt. Dat is absoluut spectaculair. Een andere vriend had de indruk dat er dagenlang een precisiebombardement van paniekbommen wordt neergesmeten, in de hoop dat daarna de verbodscommando's in burgerland kunnen binnendringen, omdat wellicht het verzet is gebroken na dagenlange voorbereiding. Dat gevoel wordt gedeeld door zeer veel mensen en dat is niet omdat ze de ziekte ontkennen. Er bestaan inderdaad covidontkenners, maar daar behoren slechts zeer weinigen in het Parlement toe, denk ik, en wij al zeker niet.

Het gaat hier namelijk over de medicijnen, het gaat niet over de ziekte. Het gaat over de vraag of de medicijnen die u uit het kastje pikt, ook helpen. Ik heb dat hier al wekenlang gevraagd en ik denk dat de bevolking daar ook naar snakt. Helpt een nachtklok? Kunt u daar eens een antwoord op geven? Hebben de niet-essentiële winkels, zoals dat dan heet, de voorbije weken het coronavirus doen toenemen? Wilt u daar een antwoord op geven? Of neemt u als een kwakzalver een paar extra pillen uit het kastje, omdat er dan wel eentje bij zal zitten, die werkt, men weet maar nooit. Maar die medicijnen hebben ook bijwerkingen en die brengen bij de bevolking cynisme en sarcasme teweeg. Vandaar mijn herhaalde vraag: wilt u nu aan de bevolking vertellen dat de maatregelen die u neemt, helpen, waarom ze helpen en welke problemen ze oplossen. Het debat gaat niet over de ziekte, het debat gaat over de gebruikte medicijnen.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------

Collega Devriendt, net zoals collega Dewael behoort u tot een school. U behoort tot de school die past bij de regering, die vindt dat het Parlement bestaat om ootmoedig te buigen voor de regering wanneer die binnenkomt, en om ootmoedig te buigen wanneer die weer vertrekt, en dat het geen enkele eigen rol mag spelen of kritische vraag stellen. Dat is uw visie van het Parlement, niet de mijne. Ik bedank daarvoor.

Mijnheer de eerste minister, u had een voorbereide tekst. Er zijn twaalf vragen gesteld. Ik heb niet de indruk dat u één jota bent afgeweken van uw tekst, die vanmorgen door uw kabinet is opgesteld. Of wij in het Parlement vragen stellen of niet, het zal uw antwoord niet beïnvloeden. Dat is eigenlijk onwaardig. Wanneer hier ernstige vragen gesteld worden, antwoordt u er niet op. Ik kan dan ook geen repliek geven op uw voorbereid tekstje.

Ik wil in de mij resterende tijd een eerbetoon brengen aan Vlaams minister Ben Weyts, die dankzij zijn optreden in de voorbije maanden en zijn weigering het onderwijs stil te leggen, een gigantische ravage voor onze jeugd heeft kunnen vermijden. Veel eer aan zijn manmoedig optreden wat dat betreft.

Tot slot, een van uw coalitiepartners steekt voortdurend stokken in de wielen van uw beleid. Een andere coalitiepartner verandert van naam. Maak daar gebruik van, mijnheer de eerste minister. Gebruik het enthousiasme van Conner Rousseau en maak tot slogan van uw regering: vooruit met de spuit!

 

Bekijk hier een fragment uit mijn plenaire vraag aan de premier. 

Vraag uit de plenaire zitting van 25 maart 2021.

Foto: Belga