Is de B-kaart troef?

Is de B-kaart troef?

Gewoon even derooverweging

Peilingen zijn maar peilingen. Meer dan grove tendensen zijn er niet uit af te leiden. Maar in de marge daarvan toch enkele bedenkingen bij het boeiende Open VLD-experiment. 

En daarmee is de eerste peiling sedert mijn vervelling tot partijbeest een feit. Ik stel opgelucht vast dat mijn komst naar N-VA bij de kiezers alvast niet heeft geleid tot een drastische vlucht weg van die partij.

 

Voor de rest is een peiling maar een peiling. Goede cijfers zijn goed voor de moraal en verder kunnen er alleen heel grove tendensen uit worden afgeleid. ‘N-VA blijft met kop en schouders boven de rest uitsteken’, kopt De Morgen, samen met VTMLe Soir en RTL organisator van de peiling. Het gestelde doel van 30% is haalbaar voor onze partij als we nu geturfd worden op 32,3%, al mag het altijd nog meer zijn uiteraard. CD&V moet een tandje bijsteken om aan de vooropgestelde 20% te komen maar kansloos is die partij daarin zeker niet. Vlaams Belang heeft het erg moeilijk, zodat het zogenaamde V-kamp al sedert de verkiezingen van 2010 niet echt groeit. Ook dat feit mag niet uit het oog verloren worden.

 

Uiterst links breekt misschien toch minder potten in Vlaanderen dan verwacht wordt maar zou Di Rupo’s PS in Wallonië wel serieus pijn kunnen doen. De PS blijft duidelijk op min staan, MR groeit slechts licht en de Parti Populaire steek langs rechts de kop op. De Vlaamse partijen die mee de regering Di Rupo vormen, in 2010 al een minderheid, kunnen nu samen blijkbaar nog minder mensen verleiden en blijven in Vlaanderen ver van de 50%-grens. Voila, dat kan iedereen ook zelf wel uit de cijfers afleiden. De niet te beantwoorden vraag blijft dus alleen hoeveel waarde die cijfers hebben.

 

Pro belgica-experiment

 

Deze peiling is wel een geschikt moment om het fenomeen van de B-koers van Open VLD even aan te snijden. Het zal niemand ontgaan zijn dat die partij nadrukkelijk de Belgische kaart trekt. De term confederalisme werd geschrapt, het woord België duikt voortdurend op in het discours van de partijtoppers, een meerderheid aan Vlaamse zijde vindt die partij niet nodig, een sterk België wel, de regeringscoalitie in Vlaanderen moet een doordrukje zijn van de Belgische. Aan flamingante zijde werd daarop door sommigen hoofdschuddend gereageerd. Nu zou Open VLD zelfs de laatste kiezers verliezen, kon hier en daar zelfs letterlijk worden gelezen.

 


Eigenlijk is het best een interessant politiek experiment, die uitgesproken keuze pro belgica van Open VLD.


 

Daar is wel wat tegen in te brengen. Vanuit een – psychologisch zelfs ten dele te begrijpen – structuurconservatisme verkiezen de meeste kiezers om toch tenminste een stuk België te behouden. Veel steekhoudende argumenten worden daarvoor niet aangehaald maar emoties spelen mee in het leven en dus ook in de politiek. Uiteraard zijn er daarnaast ook kiezers die actief en geestdriftig kiezen voor een sterke Belgische structuur. In sommige cultuurminnende kringen is dat zelfs (weer) bon ton. Het liberalisme in Vlaanderen heeft die mensen traditioneel altijd grotendeels gehuisvest. Toen de VLD een ogenschijnlijk Vlaamsere koers ging varen, begonnen in diepblauwe kringen veel tanden te knarsen. Die B-vleugel is nu weer aan de winnende hand in de club.

 

Eigenlijk is het best een interessant politiek experiment, die uitgesproken keuze pro belgica van Open VLD. De echte België-liefhebbers kiezen met hun hart voor die optie. Anderen, meer opportunistisch ingesteld, menen er een kans in te zien. Spindoctors hebben ingefluisterd dat daarmee een onbediend gat in de electorale markt kan opgeëist worden, terwijl N-VA toch al is gaan lopen met de Vlaamsvoelenden. Het is bijzonder boeiend om te volgen of dat gat ook echt meer is dan een hersen’spin’sel van die in de coulissen actieve spinners. Met alle gepaste omzichtigheid en uiteraard zeer voorlopig, lijken de peilingen aan te geven dat het gat wellicht slechts een gaatje groot is en de Belgische kaart toch geen electorale troef.

Labels