Betogingen in tijden van corona

Betogingen in tijden van corona

 

Peter De Roover aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "Betogingen in tijden van corona".

Mijnheer de voorzitter, mevrouw de premier, zondag vond een manifestatie plaats die manifest inging tegen de coronamaatregelen. Die manifestatie werd in Brussel verbazingwekkend genoeg niet verboden. Een betoging tegen politiegeweld ontaardde op het einde in geweld tegen de politie. Dat is onaanvaardbaar in een rechtsstaat.

Van de bevolking werden maandenlang grote inspanningen gevraagd tegen een hoge prijs van sociale vereenzaming en verlies van rouwmomenten. In het politiek debat werd gewezen op het nobele doel van de manifestatie. De bevolking vraagt zich dan natuurlijk af of grootouders bezoeken in rustoorden, zieke, zelfs terminale familieleden bezoeken in een ziekenhuis, eenzamen bezoeken thuis of winkels 's ochtends opendoen geen nobele doelstellingen zijn. Dat zijn ze. Die maatregelen werden wel gehandhaafd. Blijkbaar is er een verschil in nobele doelstellingen. Dat maakt de bevolking terecht razend. Op vele politieke platformen gaf het aanleiding tot debatten.

De heer De Crem zei gisteren in de commissie: "Ik zal onmiddellijk na de vergadering naar het kernkabinet en de regering vertrekken en vragen dat zij mij de universele bevoegdheid geeft om op het terrein op te treden." Is dat gebeurd? Wat is daarvan het gevolg?

Zal u ingaan op onze vraag naar een onderzoek van de Algemene Inspectie van de federale en lokale politie?

U hebt burgemeester Close op het matje geroepen, terecht. Wat is daar afgesproken? Ik mag hopen dat zijn falen niet verdronken wordt in maatregelen die getuigen van wantrouwen in alle burgemeesters.

Minister-president Vervoort heeft in de commissie voor Binnenlandse Zaken van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement gezegd dat de Nationale Veiligheidsraad heeft gevraagd niet te verbieden, maar te tolereren. Hij eindigde met "L'un de nous deux ne dit pas la vérité." Kunt u zeggen wie van de twee dat was?

----------------------------------------------------------------------------------------------------------

Mevrouw de eerste minister, ik dank u voor uw antwoord. Wij hebben eruit geleerd dat de socialistische burgemeester van Brussel onbekwaam is en dat de socialistische minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelogen heeft. Dat zijn twee feiten die maken dat zij beter de eer aan zichzelf houden.

Ik wil hier mijn solidariteit uitspreken. Ik hoop dat dit de nodige gevolgen heeft in dit Huis. Solidariteit met de politieagenten die het slachtoffer waren van brutaal geweld en met de door vandalisme getroffen handelaars.

In dit verband richt ik mij tot de collega's van de groene fractie met de vraag of zij al afstand hebben genomen van de tweet van de groene partijvoorzitter, waarin zij de verschrikkelijke gebeurtenissen met George Floyd zowaar in verband heeft gebracht met het functioneren van onze ordediensten. Dit is het gedrag van een politieke pyromaan en kan worden geïnterpreteerd als een vrijgeleide om geen respect te hebben voor de politiediensten, waarvan geïnsinueerd wordt dat zij zich schuldig maken aan structureel racistisch gedrag.

Dit getuigt van een absoluut gebrek aan politieke verantwoordelijkheid en verdient ons aller minachting en afkeuring, en ik hoop dat de groene fractie zich daar nu eindelijk bij aansluit.

 

Plenaire vraag van 6 juni 2020

Foto: Belga