Erdogan, de vierde Pasja?
Ruim een eeuw geleden greep een kleine groep revolutionairen genaamd de Jonge Turken de macht in het toenmalige Ottomaanse rijk. Met een agenda van democratische en politieke vernieuwing wierpen ze de ketens van de absolutisme af en braken ze de macht van de sultan. Het was het begin van een kortstondige economische heropleving voor het zieltogende multi-etnische rijk. De Jonge Turken leken het tij te kunnen keren tegen de landroof door etnische nationalisten en de koloniale grootmachten. Een succesverhaal dat menig westerling, die de moslimnatie lang had afgeschreven, verbaasd liet staan.
Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan, enkele jaren later al werd het pad van vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid verlaten en sloeg een triumviraat van Jonge Turken, beter gekend als de Drie Pasja’s, de laatste spijkers in de Ottomaanse doodskist. Hun autoritair beleid van centralisatie en turkificatie zou averechts de spanningen tussen de bevolkingsgroepen enkel maar opdrijven en de desintegratie van het rijk in de hand werken. Met grootse ideeën van het heroveren van verloren glorie en territorium, leidden zij de Ottomanen in een laatste avontuur: de eerste wereldoorlog, dat hen uiteindelijk de eenheid van het land en miljoenen mensenlevens zou kosten.
Er zijn sterke gelijkenissen te vinden tussen de problemen waarin Erdogan gelooft dat zijn land mee worstelt: zwakke leiders, verloedering van de waarden, versnipperend nationalisme, sabotage van binnenin en buitenaf, en deze die de Jongen Turken aankaartten. Hun legitimiteit haalden ze beiden uit hun initiële economische successen en hervormingsagenda.
Helaas houden ze zich ook dezelfde illusies voor: die van een Turks-Islamitisch keurslijf zonder plaats voor diversiteit om verdere desintegratie tegen te gaan en hegemonie over Midden-Oosten en Balkan vrij van Westerse inmenging. Het vertaalt zich eveneens in dezelfde oplossingen: genadeloze onderdrukking van interne oppositie, zuivering van de samenleving van onturkse elementen, instrumentalisering van de Islam en een expansieve, agressieve buitenlandpolitiek.
Ook eenzelfde lot misschien? De toekomst zal het uitwijzen.
De Pasja’s zijn vandaag niet meer dan een donkere pagina in de Turkse geschiedenis. Verpletterd door hun ambitie en verguisd door hun eigen onderdanen. Maar ze houden een duidelijke waarschuwing in wat ongebreidelde ambitie, een slecht begrip van het verleden en gecorrumpeerd nationalisme kunnen betekenen voor een land. Het is de keuze van het Turkse volk of ze dit andermaal willen doormaken. Vanuit Vlaanderen en de EU moeten we nu eindelijk ook de knoop doorhakken en duidelijk maken dat Turkije niet in ons Europees verhaal past.
Op de gebeurtenissen in Turkije hebben we geen greep en misschien is dat maar goed ook, het zou enkel de intriges van Erdogan in de hand werken. Wel zijn we waakzaam voor verdere inmenging vanuit Ankara in onze binnenlandse aangelegenheden of voor enige territoriale ambities van de nieuwe pasja buiten de huidige landsgrenzen. Indachtig met de Koerdische bevolking en trouw aan ons geloof in de principes van decentralisatie van de macht en zelfbeschikking als basis voor een vreedzaam samenleving, hopen we op betere tijden voor het Turkse volk.
Karel-Jan Senave is fractiemedewerker buitenlandse betrekkingen voor de N-VA fractie in de Kamer. Hij schreef dit artikel in eigen naam.
Hier gepubliceerd op 17 april 2017.
Foto: Enver Pasja
TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.
- Login om te reageren