De burger- en grondrechten

De burger- en grondrechten

 

Ik maak me zorgen over de onzorgvuldigheid waarmee deze paarsgroene regering omspringt met de beginselen van de vrije meningsuiting en onze rechtstaat en bevroeg premier De Croo daarover vanmiddag.

Voor die beginselen blijven we op de barricade staan.

Mijnheer de eerste minister, vorige week hebben wij hier kamerbreed onze bekommernis uitgesproken over de rechtsstaat in de Verenigde Staten, en terecht. Ik ben echter ook bekommerd om de rechtsstaat in ons land. Ik hoop dat ik daarmee niet alleen zal zijn.

Inderdaad, het is sterk dat vandaag mensen van sociale media geschrapt worden zonder rechterlijk oordeel. U had dat snel en krachtig moeten aankaarten. Maar dat volstaat niet. Ik ben een beetje bekommerd wanneer u verwijst naar de Europese Digital Services Act, want die zal mediaplatformen net verplichten proactief in te grijpen zonder interventie van de rechter, die alleen achteraf zal kunnen oordelen. Dat is natuurlijk tegen onze Grondwet, die censuur nu al onmogelijk maakt.

Ik mag aannemen dat, zoals u vorige week gezegd hebt, de Grondwet uw maatstaf is en dat u die Digital Services Act dan ook op dit punt zult bestrijden. Ik zou graag hebben dat u dat zodadelijk bevestigt. Neen aan voorafgaande censuur. Neen, rechters komen niet achteraf tussen. Zij zijn diegenen die een eventueel illegaal gebruik eerst moeten beoordelen.

Dan moet ik het ook over de coronamaatregelen hebben. Er komt plots een ministerieel besluit waarvan de minister zegt: ik meende niet dat de mensen daarover zouden struikelen. Ik ook niet, want het werd gewoon niet bekendgemaakt. Dat was trouwens 48 uur nadat een minister heeft gezegd dat het rijk van de vrijheid weer voor de deur zou staan. Een ander voorbeeld, herinner u trouwens dat toen de kalkoen al in de oven stond de mensen plots te horen kregen dat twaalfjarigen meegeteld zouden worden voor het kerstfeestje.

Dit zijn een paar voorbeelden van onzorgvuldig gedrag. In Nederland wordt gepraat over de avondklok. Dat gebeurt daar in het Parlement, mijnheer de eerste minister, waar dat thuishoort. Gisteren vernamen wij van de minister van Justitie dat men werkt aan een pandemiewet. Daaraan is men al maanden aan het werken. Maar die zou niet gelden voor deze coronacrisis.

Nu zijn er maar twee mogelijkheden, en vandaar mijn vraag. Ofwel is die pandemiewet nodig, en dan is zij vandaag nodig, ofwel is zij overbodig, en dan hebben wij ze ook morgen niet nodig. Wilt u daar enige klaarheid over verschaffen, want de minister van Justitie heeft daar onduidelijkheid over veroorzaakt?

----------------------------------------------------------------------------------------------------

Mijnheer de eerste minister, uw uitspraak dat wij vooral moeten bekijken of een maatregel werkt, eerder dan te bestuderen of die maatregel rechtstatelijk in orde is, bekommert mij. U zegt dat uw hoop uitgaat naar een Europese digital act, maar die gaat in tegen onze Grondwet en tegen het censuurverbod en ageert tegen degene die de illegale content plaatst, maar niet tegen degene die de content laat plaatsen. Dat vind ik absoluut niet geruststellend. Ik hoop dat wij daarover in het Parlement grondig kunnen debatteren, want nu gaat u de verkeerde weg op.

Sta me toe te citeren: "Als de rechtsstaat hier wankelt, dan zal het niet zijn door een meute die het Paleis der Natie in de Wetstraat bestormt. Hier zal het per ongeluk gebeuren, met één zinnetje, verstopt in het Staatsblad, en stoemelings, terwijl een groot deel van de bevolking schouderophalend toekijkt". Dat is geen citaat van een oppositielid, maar wel van een journalist die in uw knuffelbubbel zit, een journalist die uw regering steunt, maar die u nu aanvalt vanwege de onzorgvuldigheid waarmee u te werk gaat. Als ik in uw schoenen stond, dan zou ik mij vanuit dat oogpunt bijzonder ernstig zorgen beginnen te maken.

 

Bekijk hier een fragment uit mijn tussenkomst.

Plenaire vraag van 14 januari 2021. 

Foto: Belga