Artikel 1 van de encycliek-De Croo: de oppositie heeft nooit gelijk

Artikel 1 van de encycliek-De Croo: de oppositie heeft nooit gelijk

Bij deze het moment waar u allen ongetwijfeld zeven dagen lang reikhalzend naar uitkeek: het wekelijks overzicht van mijn parlementaire werkzaamheden. De week begon onder een gunstig gesternte na ons hoogst vruchtrijke oppositiewerk voor de verdediging van de vrije meningsuiting en de jongste peiling.

In de politiek kan de actualiteit echter snel een draai nemen. De schreefdatum – toch een mooier woord dan deadline, niet? - voor het sociaal akkoord zat er aan te komen en dus zou een interprofessioneel akkoord het politieke debat zeker gaan domineren. Dinsdagochtend in de vroege uurtjes was er witte rook: habemus akkoord. Anseeuw Björn, onze expert ter zake, was ook snel uit de veren om dit onzalige plan te fileren. Zijn conclusie was, is en blijft de enige juiste: werkgevers en vakbonden geven elkaar een zak geschenken en de rekening wordt doorgeschoven naar de overheid, dat woord dat moet verhullen dat het toch gewoon over de belastingbetaler gaat.

Dat de minimumlonen stijgen is mooi. Dat ze bruto stijgen dreigt er echter toe te leiden dat net de meest kwetsbare jobs verdwijnen en de vakbonden lieten duidelijk horen dat die kost wel degelijk zal verhogen. Het wordt gemakkelijker gemaakt om vervroegd op brugpensioen te gaan… Heu, bleven ze niet af van de brugpensioenleeftijd, officieel de SWT geheten? Het klopt dat vervroegd gesubsidieerd dumpen van vijftigers uit de arbeidsmarkt technisch gesproken via de landingsbanen werd geregeld. De liberalen kregen het woord, de socialisten het feit. Wat wel zuur was voor de liberalen: de meeste perscommentatoren doorprikten hun ballonnetje en stelden ook vast dat de belastingbetaler de kluns van het akkoord is geworden.

Wederom zien we geen enkele hervorming die de werkzaamheidsgraad omhoog kan krikken, nochtans dé uitdaging waar we voor staan. De sociale partners paaien elkaar en de achterban, zonder oog voor de impact op het grote plaatje. Nog maar eens betalen volgende generaties het gelag voor een fragiele sociale vrede.

In Terzake ging ik dinsdagavond hierover op digitale wijze in debat met Egbert Lachaert (Open VLD), die weer in quarantaine zit en niet naar de studio kon komen. Het format kwam een vlotte discussie en gedachtewisseling bepaald niet ten goede maar de VLD-voorzitter moest toegeven dat er nog geen werk is gemaakt van het laten scheppen van werk. Ik herinnerde hem aan zijn woorden van 2019: bij sociale akkoorden wordt nooit een antwoord gegeven op de vraag; waar moet het geld dat het akkoord elke keer smeert, vandaan komen.

Lachaerts argument dat het loonakkoord een neutrale oefening zou zijn, werd overigens twee dagen later in de Kamer door minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) doorprikt. “De sociale zekerheid en de staat zullen een deel van die kost dragen. Ik ben tevreden daarover”, aldus Dermagne. Dat is nog eens gesproken als een ware socialist. Wat verderop keek de premier wat beteuterd naar beneden. Terwijl de liberalen verwijzen naar de toekomst voor het activeringsbeleid, voeren de socialisten hun sociaaleconomische agenda stukje bij beetje concreet uit onder het motto: er is geld genoeg.

Jeanneke en de beenhouwer

In de plenaire zitting stelde ik de premier geen vragen want dat deed ik daags voordien in de commissie Binnenlandse Zaken. Ruim anderhalve maand nadat hij er voor het laatst zijn optrede maakte vond Alexander De Croo nog een keertje twee uren de tijd om binnen te springen. Veel van mijn ingediende “actuele” vragen dateerden al van maanden geleden, wat de relevantie enigszins schaadt, al zijn er ook vragen die rijpen als een goeie whisky.

Zo had ik naar aanleiding van de laffe aantijgingen aan het adres collega Darya Safai een vraag ingediend over de manier van werken van staatssecretaris Sammy Mahdi (CD&V). Die ontving een nota over mogelijke onregelmatigheden bij het uitdelen van visa aan Iraanse vluchtelingen door meneer Safai en speelde die door aan het parket. Terecht natuurlijk maar hij bevestigde dat bovendien aan De Morgen. Die krant rook goedkope sensatie en roddelde voorpaginagroot met de bevestiging van een regeringslid dat het parket op de hoogte gebracht was van mogelijk gesjoemel. Het proces van Darya en haar echtgenoot was daarmee al gemaakt op basis van ‘geruchten op sociale media’. Na grondig onderzoek door het parket bleef van de beschuldigingen geen spaander heel. Voor dat nieuws was er geen plaats op de voorpagina.

Toch wel een knap staaltje ‘nieuwe politieke cultuur’, politieke tegenstanders via perslekken zwartmaken. Zoiets kan wat mij betreft niet door de deontologische beugel. In mijn vraag aan De Croo stelde ik dat de regering in deze het niveau van “Jeanneke zou naar het schijnt aanhouden met de beenhouwer, maar ik geloof dat niet, hoor” niet overstijgt. Iemand zonder hard bewijs actief mee laten beschuldigen van dermate ernstige feiten getuigt van een bijzonder slechte smaak, zeker wanneer het ook nog eens gebeurt vanwege een staatssecretaris tegenover een politieke concurrent uit dezelfde provincie.

Ik bevroeg de premier ook over de steun van de meerderheid voor de Digital Services Act, die op dit eigenste moment door de Europese Commissie wordt opgesteld. Met de DSA wil men techgiganten op straffe van boete aansporen om proactief ‘ongewenste zaken’ van hun platformen te halen. Dit valt moeilijk te rijmen met onze Grondwet dat stelt dat de censuur nooit kan ingevoerd worden en de uitgever, drukker of verspreider ervan niet kan worden vervolgd als de schrijver bekend is. Dat privébedrijven worden aangezet te oordelen of een sociaalmediabericht ingaat tegen de wetgeving, is natuurlijk onaanvaardbaar. In zijn antwoord reeg de premier in zijn gekende stijl de platitudes aaneen, waarbij hij zowat elke open deur in de commissiezaal intrapte, zonder evenwel echt iets te zeggen. De strijd om het behoud van de vrije meningsuiting zal de komende jaren ongetwijfeld nog vaak bovenaan de politieke agenda staan, en samen met de fractie zal ik blijven strijden om dat kostbare goed te verdedigen, daar kan u op rekenen.

Artsenquota en zo

In het plenum kwamen de artsenquota aan bod, een onderwerp dat al jarenlang de communautaire fricties op scherp stelt. Even wat achtergrond: de overheid bepaalt in principe hoeveel artsen elk jaar kunnen starten aan hun opleiding door het aantal Riziv-nummers te beperken. De uitvoering ligt echter bij de deelstaten die bevoegd zijn voor onderwijs. Waar Vlaanderen dit plan met behulp van het ingangsexamen al 25 jaar getrouw volgt, loopt men in Franstalig België er op z’n zachtst gezegd de kantjes vanaf. Nu keurde de federale regering op slinkse wijze, want zonder enige communicatie, twee koninklijke besluiten goed met een soort amnestie voor het overtal aan afstuderende studenten en een verhoging van het aantal Franstaligen. Valerie Van Peel volgt dit dossier al jarenlang op en gaf in haar gekende gepassioneerde stijl minister Vandenbroucke (Vooruit) er van langs. “Laat de Franstaligen hun goesting doen met hun overtal aan artsen, maar laat ze het dan ook zelf betalen”, formuleerde mijn gewaardeerde collega het op een wijze die ik niet kan overtreffen.

Fractiecollega Anneleen Van Bossuyt bevroeg minister Annelies Verlinden (CD&V). Met de eerste zon volgden ook prompt de eerste geweldplegingen in een recreatiepark, dit keer het Gentse Blaarmeersen. De minister kondigde maatregelen aan die letterlijk komen uit de vorig jaar goedgekeurde resolutie van collega Koen Metsu, die daar maandenlang hard aan werkte Dat minister Verlinden wachtte op nieuwe rellen vooraleer daar werk van te maken, lijkt vreemd. Dan de voorstellen-Metsu overnemen zonder 'bronvermelding' past in de filosofie van deze regering-De Croo: nooit toegeven of zelfs maar de indruk wekken dat de oppositie gelijk heeft.

Later op de avond wilde de regering de pandemiewet-Verlinden erdoor krijgen, maar wij dienden nog amendementen in die nu voor advies op de tafel van de Raad van State liggen. De meerderheid betichtte ons ervan vertragingsmanoeuvres uit te voeren, maar wanneer een wetsontwerp niet alleen vanuit democratisch oogpunt moet afgewezen worden maar bovendien ook technisch ernstig rammelt, kan je het de oppositie niet verwijten aanpassingen te vragen wanneer de regering zelf de adviezen van de Raad van State probeert te ontwijken of, zoals deze week in andere commissies gebeurde, compleet naast zich neerlegt. Tegen de wet zoals hij nu voorligt verzetten wij ons dan ook terecht met hand en tand.

Links dicteert de koers

Op vrijdag breidde de meerderheid nog een weinig fraai vervolg aan haar nieuwe politieke cultuur. In de covid-commissie werden aanbevelingen voor het finale rapport besproken, een rapport dat de partijpolitieke belangen moest overstijgen. Nu kwamen we te weten dat de meerderheid achter onze rug van alles had bedisseld en met achter gesloten deuren opgestelde aanbevelingen op de proppen kwam. De oppositie werd daarbij compleet buitenspel gezet.

In een impromptu bureau dat wij hadden aangevraagd stelden de N-VA-afgevaardigden daarop voor om de werkwijze van het Vlaams parlement te kopiëren. Daar startten ze van een basistekst om die dan met amendementen van zowel meerderheid als oppositie te boetseren tot het eindresultaat. Dat voorstel werd koudweg afgewezen, tot grote frustratie van onze voor hun ijver niet beloonde commissieleden Frieda Gijbels, Kathleen Depoorter en Yngvild Ingels.

Een week paarsgroen zou niet af zijn zonder wat interne twist die op Twitter wordt uitgevochten. Pijnlijk hard op zoek naar een eigen smoel, besloot CD&V bij monde van staatssecretaris Mahdi om de wet op woonstbetreding van hardleerse sans-papiers nieuw leven in te blazen. Daarmee zou de politie, telkens met toestemming van een onderzoeksrechter, de woning van illegale personen mogen betreden met het oog op uitwijzing. Dat idee, een 'light-doorslagje' van wat Theo Francken als staatssecretaris op tafel had gesmeten, werd op Twitter meteen afgeschoten door minister Georges Gilkinet (Ecolo-Groen) en Groen-voorzitter Meyrem Almaci, gevolgd door de PS. Wat later op de dag moest Mahdi inbinden. Een nogal zielig schouwspel voor de staatssecretaris en zijn partij, die er een slechte week op hebben zitten. Het blijft ook opmerkelijk dat men bij iemand die vanavond zes vrienden in zijn appartement uitnodigt met de cavalerie mag binnenvallen maar bij mensen die illegaal het land zijn binnengedrongen en weigeren de wet te volgen? Ho maar.

De bovenstaande voorbeelden illustreren perfect een tendens die deze regering steeds weer kenmerkt: de Vlaamse knieval. Bij elk belangrijk dossier zegevieren de linkse, Franstalige partijen en de Vlaamse regeringspartijen die ooit het politieke centrum bevolkten – Open Vld en CD&V – staan erbij en kijken ernaar. De Vlaming stemde voor een centrumrechts beleid en krijgt onophoudelijk links staatsdirigisme in de maag gesplitst. Alexander De Croo verkocht zijn principes voor het premierzitje en de Vlaming mag opdraaien voor de rekening. Verbaast het dan dat zelfs de ‘grootste’ van de Vlaamse partijen in de club-De Croo niet eens in de buurt van 15% kiezerssteun peilt?

Maak er toch zeker een fijn weekeinde van want levensgeluk, dat moet godszijdank niet van politici komen.

Dit weekoverzicht verscheen op Facebook op 12 juni 2021.