ZIJN EN SCHIJN: De bezette stad
‘Toen er boots dreunden door mijn stad, huiverde de stad’, opende Bernard Dewulf op 24 januari zijn column in dS-weekblad, de weekeind-bijlage bij De Standaard. Ik mag Dewulfs schrijfsels wel maar kunnen we hier nog van een dichterlijke vrijheid spreken? De boots zouden dus door zijn stad, Antwerpen voor alle duidelijkheid, ‘dreunen’. Dewulf verwijst naar de para’s die worden ingezet ten gevolge van de verhoogde dreiging na de aanslagen in Parijs.
Ik heb niks met para’s en wat mij betreft verdwijnen ze liever morgen dan dinsdag pas. Maar de dreiging is wat ze is, spijtig genoeg. Laat het debat daarover alvast steunen op feiten. Wel, in feite (de feiten dus) staan er op enkele strategische plaatsen in Antwerpen para-duo’s opgesteld. Ze zijn, opgeteld, met enkele tientallen. Wie ze wil zien, moet er naar op zoek. Dreunen doen ze al helemaal niet, tenzij daarmee het getrappel wordt bedoeld waarmee ze hun tenen af en toe proberen op te warmen.
‘Boem, paukeslag’, schreef Paul Van Ostayen in zijn bundel Bezette stad. ‘Alle begrippen vallen’, lezen we daarin. Als Dewulf enkele stilstaande para-koppels in een paar specifieke wijken van de stad (zijn) beschrijft met het beeld van ‘dreunende boots’ (schijn) dan vallen alle begrippen inderdaad. Misschien past dan ook die andere snede uit Van Ostaeyens beroemde gedichte: ‘de eer wankelt’. Is het niet die van dichter Dewulf, dan toch van journalist Dewulf.
Wie op de Meir kaki zag, liep achter een hondeneigenaar met minder ontwikkelde burgerzin.
Politici die de indruk wekken dat winkelen op de Antwerpse Meir een stuk minder prettig is geworden door de inzet van kaki, doen alsof Van Ostaeyens ‘daar ligt alles plat’ realiteit is geworden in Antwerpen 2015. Wie op de Meir of een andere Antwerpse winkelstraat echter kaki wil zien, moet dat zoeken op de grond, want er lopen wel eens hondeneigenaars rond met minder ontwikkelde burgerzin. Dat is het zijn. Gewapende para’s op en rond de Meir, dat is schijn.
Er ligt serieus werk op de politieke plank. Het ‘zijn’ is uitdagend genoeg om het werk niet te bemoeilijken met ‘schijn’. ‘Ophouden’, zou mijn goede collega Zuhal Demir zeggen. ‘Stop!’, ‘Halt!’, wijst Paul Van Ostaeyen de weg in Bezette stad. Die verhoogde teneurdreiging zorgt alleen voor hoofdpijn en de inzet van paracetamol.
Het Schijn, dat is die zijtak van de Schelde die door het Rivierenhof loopt. Vandaar de naam van dat park trouwens. Zoals elke Antwerpenaar weet, laat je het Schijn best gewoon stinken. Er komt toch maar even zinloos als zielig geScheld van.
“Lot et Schijn mor stinke
et kan ni beter zijn
Ge moet er ni' van drinke
drinkt dan liever wijn”
(uit de Axl Peleman-versie van die Antwerpse klassieker)
Hier geplaatst op 1 februari 2015.
Foto: Boem Paukeslag
TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.
- Login om te reageren