Stoner en Jos: over les geven

Stoner en Jos: over les geven

‘Het gebrek aan liefde kenmerkt de slechte docent’, zegt de auteur van de succesroman Stoner. Jos leerde me dat al zo’n twintig jaar geleden.

 

Vandaag wordt de bundel ‘Visie(s) op onderwijs’ aan de pers voorgesteld. Uitgeverij Pelckmans brengt het boek als volgt  onder de aandacht:

 

‘Het Vlaamse onderwijs zit in het oog van vele stormen. In de steden worden onze scholen overspoeld met anderstalige en kansarme jongeren. Het bedrijfsleven smeekt om meer en beter technisch opgeleide afgestudeerden. De besturen van vele scholen zijn versnipperd en de bestuurders worden hoogbejaard. Het gebouwenpark van onze scholen is grotendeels verouderd en een grootscheepse vernieuwing ervan is onbetaalbaar op korte termijn. Maar desondanks dit alles, wordt ons onderwijs bij de beste van de gehele wereld gerekend.

 

Kan ons onderwijs, gelet op de aangehaalde gevaren, deze reputatie hoog blijven houden?

 

In Visie(s) op onderwijs wordt op verschillende van deze uitdagingen uitgegaan. De auteurs - zowel politici, begaan met onderwijsbeleid, als ‘onderwijsprofessionals’ - belichten telkens een deelproblematiek in het onderwijs: de groei van het privaat onderwijs op internationaal vlak, de keuzevrijheid in ons onderwijs, de hervorming van het secundair onderwijs, de taalproblematiek in ons onderwijs, de relatie met de arbeidsmarkt, de kwestie van vroege of late studiekeuze.’

 

Voila, daarmee weet u het ook. Ik heb voor die bundel, samengesteld door Boudewijn Bouckaert, een bijdrage geschreven onder de titel: It’s the teacher stupid (vrij naar Clinton)’Het is mijn vaste overtuiging dat goed onderwijs in eerste instantie een zaak is van goede leerkrachten. In mijn bijdrage probeer ik een beeld te schetsen vanuit de leraarskamer. Het is uit het hart geschreven, gesteund op mijn dertig jarige ervaring op de werkvloer.

 


‘Ik wil u allen bedanken dat u mij hebt laten doceren.’


 

Gisteren sloeg ik de laatste bladzijde om van de roman ‘Stoner’, hét boek dat iedereen in 2013 moest gelezen hebben. Ik las het nu pas, want reserves zij doorgaans op hun plaats bij ‘boeken die iedereen moet gelezen hebben’. Ben blij dat ik die reserve voor dit boek opzij heb gezet, onder meer omdat het leven van een docent erin wordt verhaald. William Stoner was weliswaar een professor aan een universiteit diep weggestopt in de Verenigde Staten die doceerde van na de eerste wereldoorlog tot de beginjaren ’60. Dat staat allemaal ver af van mijn realiteit… en misschien ook weer niet. Les geven is toch ook vooral les geven.

 

Zijn toespraak, nu ja het mag amper die naam hebben, bij zijn pensionering ontroert. De lezer weet dat hij doodziek is, de aanwezigen niet. “Hij zweeg lange tijd en keek de gezichten langs. ‘Ik heb gedoceerd…’ hoorde hij zijn vlakke stem zeggen. ‘Ik heb bijna veertig jaar aan de universiteit gedoceerd. Ik weet niet wat ik gedaan zou hebben als ik geen docent was geweest. Als ik niet had gedoceerd, had ik misschien…’ Hij zweeg even, alsof hij was afgeleid. Toen zei hij, op besliste toon: ‘Ik wil u allen bedanken dat u mij hebt laten doceren.’

 

Liefde voor de zaak

 

In het nawoord wordt geciteerd uit een zeldzaam interview met auteur John Williams (1922-1994). Daar zegt de schrijver over deze roman en het hoofdrolspeler: “Hij was bezig met datgene waarmee hij bezig wilde zijn, hij had enige aanleg voor wat hij deed, hij had een zekere mate van inzicht in het belang van de taal die hij vervulde. Hij was getuige van waarden die belangrijk zijn. (…) Wat ik in de roman belangrijk vind, is Stoners gevoel van een vak. Doceren is voor hem een vak – een vak in de goede en eerzame zin van het woord. Zijn vak gaf hem een bepaald soort identiteit en maakte hem tot wat hij was.

 

Mooi zinnen maar nu komt hét: “Waar het om gaat, is de liefde voor de zaak. En als je ergens van houdt, ga je het begrijpen. Het gebrek aan die liefde kenmerkt de slechte docent… Je zult nooit alle gevolgen kennen van wat je doet. Volgens mij staat het allemaal in grote lijnen beschreven in wat ik in Stoner heb geprobeerd te bereiken. Je moet erin blijven geloven. Het is belangrijk om de traditie overeind te houden, want de traditie is de beschaving.

 

Vreemde woorden als ik dan het slot van mijn bijdrage aan ‘Visie(s) op onderwijs’ nalees. Ik geef het hier gratis weg. Wie de rest er van wil lezen, moet het boek kopen.

 

Besluit: wij willen les geven omdat we ambitie hebben met onze leerlingen! Goed onderwijs staat of valt met gemotiveerde leerkrachten. Geef ons vertrouwen. Dat is de hervorming waar wij op de werkvloer op wachten.

 

NASCHRIFT:

 

Ik heb het verhaal meermaals verteld in kleiner gezelschap, nooit eerder op schrift gezet. We schrijven ‘ergens in de jaren ’90’, ik had er een decenniaatje lesgeven opzitten. Op de personeelsvergadering ontstaat een discussie over ik-weet-niet-meer-wat. Jos zat, zoals gebruikelijk, in een hoek de zaak ogenschijnlijk weinig geïnteresseerd gade te slaan. Toen vroeg hij het woord. Hij beperkte zijn interventie tot één zin: ‘Je zult allemaal wel gelijk hebben maar ik stel me soms de vraag: zien jullie die gasten graag?’ Die zin blijft sedertdien door mijn hoofd spelen. Vanaf die dag is voor mij elke regel, elke verplichting, elke richtlijn ondergeschikt aan dat allesbepalende criterium. Bedankt Jos.” 

 

‘Visie(s) op onderwijs’, Pelckmans, 2014, samensteller Boudewijn Bouckaert

 

FOTO: de roman Stoner zonnend in een struik

 

(25 maart 2014)

 

TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.

 

Labels