Over de wazigheid van N-VA
Een weekeinde lang bogen duizenden leden van N-VA zich over 438 resoluties waarop 2500 amendementen werden ingediend. Toch blijft de partij volgens sommigen wazig…
Het is vrijdag 7 februari, één week na het veel besproken congres van N-VA, ‘Verandering voor Vooruitgang’. Het werd een bijzonder congres voor mij, want enkele dagen eerder was bekend geworden dat ik voor die partij zou opkomen op 25 mei. De startavond moest de deelnemers opwarmen met toespraken van Frits Bolkestein, Manuela Van Werde en Herman De Bode. Ik mocht het podium ook bestijgen. Het was een meer dan aangename ‘opdracht’ om zowat 2000 nieuwe partijgenoten toe te spreken. (Zie hier voor de tekst.)
Maar het congres mocht natuurlijk voor een heel andere reden bijzonder genoemd worden. N-VA zette voorbije weekeinde een indrukwekkende prestatie neer. Dat moesten vriend en vijand erkennen, al gebeurde dat bij sommige van die tegenstanders toch weer wat zurig. De organisatie verliep feilloos, de opkomst was indrukwekkend, de sfeer danste het hele weekeinde van gemoedelijk over gedreven naar geestdriftig. De slotzitting met zowat 4000 aanwezigen mag uniek genoemd worden. Dit lukt vandaag geen enkele partij in dit land. <Of word ik nu teveel partijmilitant? ;-)>
G veel-meer-dan 1000
Ik heb het als versbakken lid uiteraard slechts van horen zeggen maar het congres rondde een lang proces af. In de maanden voor het grote weekeinde kwamen de teksten ter sprake in de partijafdelingen, wat resulteerde in zowat 2500 amendementen op de voorgestelde resoluties. Als oefening in democratie en participatie stelt deze hele congresoperatie het veel besproken G1000-initiatief van David Van Reybrouck ver in de schaduw. Spijtig dat alleen mensen van N-VA betrokken waren maar zo gaat dat wellicht met partijcongressen.
In nogal wat (pers)commentaren klonk het ’s anderendaags dat N-VA wazig blijft. ‘Wat wil de partij aanvangen met haar confederalisme’, vroeg Fabian Lefevre in Het Nieuwblad. Tine Peeters had het in De Morgen over ‘één vage zin van 20 woorden’ in de toespraak van Bart De Wever. Ze ontdekte geen duidelijkheid ‘over wat confederalisme betekent’.
Als een partij 438 resoluties goedkeurt, kan eventueel de vraag gesteld worden of dat er niet een beetje veel zijn maar bezwaarlijk dat die partij niet voor duidelijkheid zorgt. Hendrik Vuye – geweldig dat mijn goede vriend ook de stap naar N-VA zet – zegt het in een ander verband mooi: ‘Vergelijk dat <programma van 70 bladzijden> met het 5-5-5-plan van Open VLD op hun website: welgeteld drie A4'tjes. En weet u wat het “positief confederalisme” van CD&V inhoudt? Dat is verdorie het best bewaarde geheim sedert de schepping.
Vraagt een sportjournalist ooit aan een spits: ‘Hoe ga je de bal trappen als je een strafschop mag nemen’?
Hoe uitgebreid moet een partij uit de hoek komen vooraleer erkend wordt dat ze klaar en duidelijk is? Zeg van N-VA wat je wil, aanbid of verguis de partijstandpunten, maar ontkennen dat N-VA op de proppen komt met een programma dat staat als een huis is natuurlijk te gek voor woorden.
Spits wil scoren
‘Ja maar neen’, volgt de reactie, ‘de strategie die zal worden gevolgd, blijft onduidelijk’. Vraagt een sportjournalist ooit aan een spits: ‘Hoe ga je de bal trappen als je een strafschop mag nemen’? Het antwoord zal uiteraard niet veel verder reiken dan ‘Ik wil scoren’. Ook N-VA wil scoren. Wat wil N-VA scoren? Dat staat in 438 resoluties beschreven. Het komt neer op twee kernelementen. Wij willen dat in Vlaanderen een beleid wordt gevoerd dat de vertaling is van de wil van de Vlaamse kiezer. Niet zomaar toevallig één keer. Wij willen dat in Vlaanderen altijd een beleid wordt gevoerd dat de vertaling is van de wil van de Vlaamse kiezer.
Het eerste gaat over de vraag wat er wordt gedaan, het tweede over de vraag waar het wordt gedaan. Op beide terreinen doet N-VA een eigen aanbod. N-VA wil bij voorkeur het eigen programma uitvoeren op Vlaams niveau. Dat kan vandaag ruim onvoldoende omdat de bevoegdheden verspreid liggen. Dus moet er ook institutioneel vooruitgang geboekt worden door verandering. Het streefdoel is duidelijk: het fenomeen België mag Vlaanderen niet langer hinderen. Hoe verder de invloed van België kan worden teruggedrongen, hoe beter.
Kortom, N-VA wil inderdaad scoren. Maar zal N-VA mogen meespelen? En hoe zwaar zal het gewicht van N-VA zijn? Vermoedelijk weten al die commentatoren het wel, maar hier even ter herinnering: daarover wordt beslist op 25 mei.
Daarna heeft N-VA bondgenoten nodig en die zijn er niet, klinkt het volgende klassieke verwijt. Toen MR en CD&V hun bondgenootschap lanceerden en zich voorstelden als de as van de volgende regering werd die vraag niet gesteld. Nochtans komen beide partijen zelfs mét Open Vld en Cdh niet veel verder dan een derde van de Kamerzetels. Wie nemen zij aan boord? Welke antwoord geven CD&V en MR op de grote bondgenotenvraag? Als N-VA niet in aanmerking komt, blijft er alleen de PS over om aan een meerderheid te komen. Blijkbaar gaat het zelfs in dat zogenaamde alternatieve CD&V/MR-project in de kern over de vraag: met N-VA of met PS.
Het zal meer dan een slok op de borrel schelen of N-VA 51% van de stemmen haalt dan wel 10%. In het eerste geval kan de rest er niet om heen, in het tweede komt er van die mooie congresplannen niets in huis. De score zal op 25 mei ergens tussenin landen; het resultaat van de zoektocht naar bondgenootschappen en de vertaling in beleid dus ook. Wazig? Gewoon de logica zelve van het bedrijf dat bekend staat onder de naam ‘politiek’.
Vrijdag, 7 februari 2014
- Login om te reageren