Nu de rook om Fidels baard is verdwenen
‘Fidel Castro is dead!’. Dat tweette president-elect Donald Trump vorige week. Ik ben Trump niet en gebruikte in mijn worp in twitterland niet alleen meer woorden maar ook wat meer nuance: ‘#Fidel Castro had felle voor- en tegenstanders, hoor ik. Ben eigenlijk altijd beetje beide geweest.’ Ik geef toe, de nuance die ik gebruikte, was ook uiting van mijn slechte karakter dat altijd moeite heeft om de provocatie te mijden. Want hoort iemand zoals ik zo’n linkse dictator als Castro niet gewoon onomwonden te veroordelen en zijn dood te bejubelen? Enkele reacties op mijn tweet leerden weer dat ook de politiek incorrecte wereld haar politieke correctheidsregels kent en koestert.
Castro/De Roover was altijd een aparte combinatie. Vader, absoluut geen linkse rakker, sprak in de jaren ’60 en ’70 Fidels naam altijd uit met een zweem van sympathie in de stem. Het waren de jaren dat die stem diep in mijn zich ontwikkelend breintje drong.
Castro stond symbool voor de kleine die zich verzette tegen de grote, David tegen Golliath, de voorman die rechtlijnig zijn principes volgde. De kleurrijke Cubaan, een politieke hipster-avant-la-lettre, stond ook in zekere zin voor de nationalist die het Amerikaanse imperialisme weerstond. In de strook van het Vlaams-nationalisme waar ik opgroeide, wekte dat warme gevoelens op.
Fidel Castro verbeeldde ook een Droom, met grote D. Samenwerking, gelijkheid, solidariteit, sociale rechtvaardigheid en soortgelijke: je moet wel een heel cynische misantroop zijn als die streefdoelen onverschilligheid oproepen. De socialistische idealen leken zelfs een beetje op wat we elke zondag in de mis te horen kregen. Allemaal kinderen van God toch? In Mattheus staat met zoveel woorden: ‘Voor zoveel gij dit een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij gedaan’.
Wanneer het natuurlijke gedrag van de mens te veel wordt gedirigeerd richting het ultieme heil, moet er extreme dwang aan te pas komen.
Nu stelt de katholieke kerk zich een stuk realistischer op dan het socialisme. Waar de eerste het heil toch in essentie voorbehoudt aan het hiernamaals, mikt de tweede heel concreet naar het hier&numaals. En dan dreigt het mis te lopen want die mooie principes botsen mits te strikt doorgedreven op de gegevenheid van zeer vele mensen.
Beschaving betekent de excessen van het menselijk gedrag intomen via opvoeding en regelgeving. Wanneer het natuurlijke gedrag van de mens echter te veel wordt gedirigeerd richting het ultieme heil, moet er extreme dwang aan te pas komen. De creativiteit om regels te ontduiken groeit namelijk alleen maar naargelang die regels de vrije ruimte sterker inperken.
Aangezien het socialisme dat heil hier en nu wil verwezenlijken, los en zo nodig tegen de menselijke natuur, mondt dat verhaal vroeg of laat uit in extreme dwang. Wie boven het maaiveld komt, wie de indruk wekt boven het maaiveld te willen komen of wie er van verdacht wordt boven het maaiveld uit te zullen komen, moet in die heilstaat gekortwiekt worden. Het socialisme gaat er van uit wetenschappelijk ontdekt te hebben hoe de mensen naar het ultieme geluk kunnen gevoerd worden en dus kan en mag het maaiveld nooit als norm betwist worden in die socialistische visie.
Daarom wijs ik het socialisme af, om pragmatische redenen, en Fidel was daarbij – onbedoeld – een inspirerende leermeester met zijn Cubaanse model.
Hier geplaatst op 27 november 2016.
Foto: De Rook om de Baard van Fidel
TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.
- Login om te reageren