Nog één goed voornemen om het af te leren

Nog één goed voornemen om het af te leren

Over racisme en zo, omdat het zo weinig aan bod komt

Dalilla Hermans bekloeg zich onlangs in De Standaard over het steeds toenemende racisme. Goed dat we daar op gewezen worden maar helpt eenzijdig culpabiliseren?

Zo’n eindejaarperiode kan voor van alles gebruikt worden. Voor het lezen en wegwerken van oude kranten bijvoorbeeld. De Standaard van 18 december was ongelezen gebleven. Vreemd genoeg, want die dag kleefde een lange zitting ons urenlang in het parlementaire groen en dan zou je denken dat er toch wat krantenleestijd te vinden is. Niet dus, waarmee bewezen wordt hoe intensief kamerleden de debatten volgen Knipogen.

 

Ik las het opiniestuk van Dalilla Hermans bij verschijnen dus niet. Ze is stafmedewerker bij de Vereniging van Vlaamse Jeugddiensten, groeide op in een klassieke wit Vlaams gezin maar is zelf zwart van huidskleur, getuige het kleine fotootje dat bij het opiniestuk hoort. Nu las ik haar hartenkreet wel.

 

Dalilla Hermans is het beu, ‘boos, achterdochtig, bitter soms’. Ze boert goed in het leven. Goed gezin, mooie kinderen, goede baan. Maar ze ergert zich aan het dagelijkse racisme, waarmee ze al haar hele leven wordt geconfronteerd en dat volgens haar toeneemt: ‘Het probleem wordt steeds groter’.

 

(Uiteraard staan er de nodige uithalen naar N-VA-politici in – weliswaar omfloerst, zonder de partij te noemen – maar die wil ik even terzijde schuiven. Als ik me al moest opwinden over wild getrap naar N-VA restte geen tijd voor nuttige dingen. Dalilla is nu eenmaal ‘bitter soms’, zoals ze zelf schrijft. Ik probeer haar daarin niet te volgen.)

 

De voorbeelden die ze geeft, blijven me verbijsteren. Skinheads die op haar plassen als ze 14 is; ik mag aannemen dat we niet in een maatschappij willen leven waar zoiets getolereerd wordt. Een hondendrol in de brievenbus, pinten over de kop, … Prettig is anders, om het zacht uit te drukken. Wie bijvoorbeeld wel eens in de wereld van de sociale media treedt, botst zelf snel op vormen van goor racisme. Mij vervult het met haast fysieke afkeer. We kunnen ons moeilijk alleen beroepen op de zogenaamde westerse waarden als dat ons goed uitkomt. Spijtig genoeg beperkt achterlijk extremisme zich niet tot de fundamentalistische moslimwereld.  

 

Persoonlijke ervaringen beïnvloeden ’s mensen denken over de samenleving. Dat is uiteraard ook voor Dalilla Hermans zo. Ze is hypergevoelig geworden en dat tekent haar oordeel.

 

‘Als wij als maatschappij de dialoog over racisme niet opentrekken en de mensen die erdoor getroffen worden niet mee uitnodigen aan de gesprekstafel, dan zal dat serieuze gevolgen hebben’, schrijft ze. Of nog: ‘Als we op tv, voor de klas en in de krant steeds dezelfde blanke gezichten zien, ongeacht het onderwerp en het publiek, dan zal dat serieuze gevolgen hebben’. Onze maatschappij is hyperdivers, zegt ze, en ‘het wordt tijd dat erover kan en mag gepraat worden.’

 

Tja, persoonlijke ervaringen vormen een oordeel, maar ze kunnen die ook misvormen. ‘Op tv, voor de klas en in de krant’ krijgen we steeds meer niet-blanke gezichten te zien. Die trend is onmiskenbaar en ook toe te juichen. 

 

Eén voorbeeld slechts. Onlangs organiseerde ATV, de Antwerpse regionale televisie, een debat over de stakingen. Tussen Zuhal Demir (N-VA), Meyrem Almaci (Groen) en Nahima Lanjri (CD&V) zat die eenzame ‘witte’ vertegenwoordiger van de socialistische vakbond. Het kan Dalilla Hermans ontgaan zijn maar dat is Vlaanderen vandaag en niemand die verbaasd met de ogen knipperde.

 


De grote meerderheid goot geen bier over Dalilla heen. Ik wens evenmin vereenzelvigd te worden met die minderheid die dat wel doet als zij met agressieve zwarten op de tram.


 

Over racisme wordt wel degelijk breed gedialogeerd – of toch gesproken, soms is het dialoogelement ver weg – en er mag én wordt over superdiversiteit gepraat. Constant haast. Je moet stekeblind zijn om dat niet op te merken.

 

Dalilla Hermans staat zelf prominent op de opiniebladzijden van een leidende Vlaamse krant en ze is bijlange niet de enige. De weg is lang maar we zijn wel degelijk aan de tocht begonnen, de ene al wat eerder dan de andere en sommigen blijven nukkig aan het startpunt staan. Maar de karavaan zet zich in beweging al zal die wellicht nooit in groep de eindmeet bereiken.

 

Het beest van de ‘veralgemeningen’ moet wel degelijk dag-in-dag-uit bevochten worden. Ook als iemand als Dililla Hermans zich daar aan bezondigt. Neen, ik laat me niet zomaar aanpraten dat ‘de Vlamingen’ bekrompen vreemdelingenhaters zouden zijn. De grote meerderheid goot geen bier over Dalilla heen. Ik wens evenmin vereenzelvigd te worden met die minderheid die dat wel doet als zij met agressieve zwarten op de tram.

 

Vele Vlamingen worstelen met vragen over die diversiteit, net zoals vele nieuwkomers. Logisch ook, want er gebeurt zo veel in onze wijken en zo snel ook. Jonge mensen als Dalilla beseffen dat te weinig maar neem van mij aan dat 50 jaar amper een zucht duurt in het menselijke brein. Zoals Paul Scheffer al lang geleden schreef: zowel autochtonen als allochtonen zijn in een nieuw land terecht gekomen. Daarmee leren leven, vraagt tijd en zorgt voor wrijving. Maar wie beweert dat alleen autochtone Vlamingen daar problematisch mee omgaan, dwaalt en maakt zich schuldig aan wat de kern van de zaak is: veralgemenen.

 

Dalilla reageert inderdaad bitter. Begrijpelijk. Vele Vlamingen met een kleurtje zitten in die fase. Net zoals vele bleke exemplaren. Het harde, beschuldigende discours van Dalilla Hermans of van haar overzijde helpt ons niet opschuiven naar een betere samenleving.

 

Tussen de regels lees je wel eens bij dit soort opiniestukken de vraag: Welke zin heeft het je als (wat) bruin(er)e Vlaming in te spannen om volwaardig deel te nemen aan de samenleving als je toch op racisme blijft stoten? Terechte vraag. Ik keer ze ook om. Welke zin heeft het om ‘bange blanke mannen’ van antwoord te dienen als ik daarna moet lezen dat alle Vlamingen, ik dus ook, bewust of onbewust blijven discrimineren? Waarom zou ik blijven proberen empathisch te zijn voor de gevoeligheden van mensen met een andere achtergrond als ik verdacht wordt gemaakt wanneer ik Zwarte Piet naast de Sint wil zien lopen? Neen, het is een heilloze weg om pas stappen te willen zetten als ‘de overzijde’ dat ook doet. Dan blijven we ter plekke trappelen. Inderdaad, we zullen meer teleurgesteld worden dan ons lief is; de ene in de andere. Zo gaat dat bij moeilijke opdrachten.  

 

Maar nu het jaar toch net begonnen is en al zijn goede voornemens duidelijk uit de mode misschien toch nog deze om het af te leren: als we ons nu toch eens allemaal wat meer bezig hielden met mensen uit ‘onze groep’ (jawadde) op de vingers te tikken wanneer die zich onverdraagzaam opstellen, in plaats van dat vingertje steeds voorspelbaar naar de andere kant te richten?

 

’t Is maar een ideetje en gaat wellicht dezelfde weg op als die andere goede voornemens. En toch zou het ons een heel eind doen opschieten. En hou daarbij, zoals bij alles, de wijze les van Forrest Gump in het achterhoofd: shit happens onderweg.

 

P.S.: En mijn eerste nieuwjaarswens – veel leesvaardigheid aan iedereen.

 

Geplaatst op 3 januari 2014.

 

Foto: Het vingertje.

 

TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.

Labels