N-VA wil parlementair debat bij coronamaatregelen

N-VA wil parlementair debat bij coronamaatregelen

 

Vandaag legt N-VA-fractievoorzitter Peter De Roover een wetsvoorstel neer tot vaststelling van een crisistoestand tijdens dewelke maatregelen om die crisis het hoofd te bieden versneld door het parlement worden behandeld. Dit moet vermijden dat het parlement bij crisistoestanden, zoals een pandemie, door de regering uitgesloten wordt van de besluitvorming. De N-VA vreest dat de pandemiewet waar de federale regering aan werkt de rechten van het parlement bij wet terugschroeft, wat neerkomt op een volmachtenwet.

”Sedert oktober, kort na de start van de regering-De Croo, bevraag ik de premier en de ministers van binnenlandse zaken en justitie met de regelmaat van een klok over het uitblijven van een deugdelijke wettelijke regeling bij het uitvaardigen van maatregelen in de bestrijding van corona. Dat de regering zichzelf de facto volmachten blijft toekennen, op basis van een breed betwiste interpretatie van de Wet Civiele Veiligheid, is onaanvaardbaar, zoals deskundigen zowat eensluidend bevestigen. Die manier van handelen zorgt voor juridische onzekerheid, inhoudelijke slordigheid en een ernstig democratisch tekort”, vindt De Roover.

Reeds maanden kondigt de regering een zogenaamde pandemiewet aan maar we moeten vaststellen dat concrete teksten achterwege blijven. De N-VA-fractie legt daarom een eigen voorstel op tafel omdat er dringend een eind moet gesteld worden aan het gebruik om ingrijpende maatregelen te nemen bij Ministerieel Besluit. De N-VA-kamerfractievoorzitter hoopt de regering tot spoed aan te zetten door dit voorstel neer te leggen.

“Wij willen het debat scherp stellen met ons wetsvoorstel”, zegt De Roover. “Vormt het parlement een hinderpaal om bij een ernstige crisis doeltreffend op te treden of moet de volksvertegenwoordiging ook, en misschien zelfs zeker bij zo’n crisis, de besluitvorming in handen houden? Dat is de kernvraag die nu op tafel ligt en waarop een eenduidig antwoord moet volgen.”

Met het wetsvoorstel tot vaststelling van de crisistoestand kiest de N-VA er nadrukkelijk voor het parlement aan zet te houden. Wanneer zich een bijzondere noodsituatie voordoet, wordt bij wet voor een beperkte periode een crisistoestand vastgesteld. In dat tijdvak moeten alle maatregelen die de regering voorstelt ter bestrijding van die noodsituatie, in het bijzonder wanneer ze een impact hebben op de rechten en vrijheden van burgers, bij wet geregeld worden. Op die manier wordt het parlement expliciet betrokken bij de besluitvorming.

“Er kan in theorie één deugdelijk klinkend argument worden aangevoerd om het parlement na de acute fase, die afgedekt wordt door de Wet Civiele Veiligheid, niet te betrekken bij het uitvaardigen van maatregelen die zeer ingrijpend zijn op ieders dagelijks leven”, meent De Roover, “en dat is de traagheid van optreden. Daar voorzien wij een oplossing voor in ons wetsvoorstel. Wanneer een crisissituatie heerst, moet het parlement zich zo organiseren dat het binnen zeven dagen tot besluitvorming komt. Dat mag de bevolking ook verwachten van de volksvertegenwoordiging die zo waarborgt dat alle maatregelen democratisch correct en na een open debat worden uitgevaardigd. Ons voorstel koppelt snelheid van optreden aan deugdelijke democratische besluitvorming.”

Het wetsvoorstel voorziet bovendien de mogelijkheid voor de regering om zo nodig onmiddellijk in te grijpen maar ook dan blijft het laatste woord bij het parlement, dat binnen de zeven dagen oordeelt, onder meer over de proportionaliteit van de doorgevoerde maatregelen.

De in het wetsvoorstel bepaalde manier van werken biedt dan ook een reeks van voordelen:

• Ook bij crisis blijft de normale democratische controle van het parlement op het nemen van maatregelen ten volle spelen;

• Door een parlementaire behandeling kan de kwaliteit van besluitvorming verhogen, aangezien eventuele onduidelijkheden tijdens het debat aan het licht komen, vóór de maatregelen uitgevaardigd worden;

• Alle argumenten, pro en contra voorgestelde ingrijpende maatregelen worden, tenzij in absoluut acute omstandigheden, in alle openheid vooraf besproken, wat het draagvlak kan versterken;

• Na goedkeuring krijgen de maatregelen het statuut van wet, zodat de burgers zich desgewenst ook kunnen richten tot het Grondwettelijk Hof, indien zij daar redenen toe zien;

• Alle adviezen, zoals die van de Raad van State of de Gegevensbeschermingsautoriteit, die de voorbije maanden niet werden ingewonnen, worden wel gegeven en helpen om tot afgewogen besluitvorming te komen;

• Het wetsvoorstel biedt de flexibiliteit om in alle noodsituaties gebruikt te worden eens de acute fase achter de rug is en er geen reden meer bestaat om de besluitvorming te delegeren aan de uitvoerende macht, in het bijzonder niet wanneer het gaat over rechten en vrijheden van burgers;

• Tenslotte biedt dit voorstel een alternatief voor het regime van volmachten, waar de pandemiewet een versie van dreigt te worden.

“Wij willen over onze teksten open van gedachte wisselen met deskundigen buiten het parlement en de collega’s binnen de Kamer die bondgenoot zijn in het verzekeren van de volwaardige rol van de volksvertegenwoordiging”, verduidelijkt Peter De Roover, “en staan open voor alle verbeteringen aan de tekst, voor zo ver die volwaardige rol van het parlement bij de besluitvorming als doelstelling gerespecteerd wordt. Wie het parlement als besluitvormer wil uitschakelen bij een crisistoestand, moet evenwel niet op onze medewerking rekenen. In die zin kan ons voorstel ook gewoon een democratiewet genoemd worden tegenover een verkapte volmachtenregeling onder de naam pandemiewet.”

 

Artikel verschenen in Het Nieuwsblad en op mijn Facebookpagina op 23 februari 2021.