Moedig op zoek naar nieuwe midden

Moedig op zoek naar nieuwe midden

Ook deze zomer kletterde het meermaals tussen CD&V’ers en N-VA’ers. Als het over ‘kibbelen’ gaat, vinden beide partijen elkaar snel. Volgens Wouter Beke en Joël De Ceulaer omdat ze zo fundamenteel van elkaar verschillen. Het omgekeerde is natuurlijk waar.

 

De christendemocratie zit met problemen, dikke problemen. Nederland, België, Duitsland, Oostenrijk en Italië omvatten de strook van Europa die tot niet zo lang geleden hét kernland van de christendemocratie vormde. Nu rest er bij de aanhangers vooral heimwee. In Italië verdween het fenomeen helemaal; in Nederland zit de CDA diep verscholen in het peloton van kleine middenmotors; de Oostenrijkse ÖVP haalde bij de laatste verkiezingen het slechtste naoorlogse resultaat; Angela Merkels CDU/CSU moet voor het eerst een succesrijke partij ter rechterzijde dulden. Duitsland leek in 2013 het laatste land waar de christendemocratie zich wist te handhaven op een hoog niveau. De winst bij die verkiezingen onder leiding van een toen onbetwist populaire kanselier lijkt intussen eerder een opflakkering dan een herstel. Sedert Merkels verklaringen over de vluchtelingencrisis vertoont de populariteitslijn van haar partij in peilingen een behoorlijke knik neerwaarts.

 

In Vlaanderen krijgt de ooit onoverwinbare christendemocratie elke verkiezing weer een nieuwe klap. Alleen in combinatie met de Vlaams-nationale N-VA kon de neergang even worden omgebogen maar vandaag kampeert de CD&V ruim onder de 20%-grens. In 2010 en in 2014 stak de N-VA de CD&V ruim voorbij en nam de fakkel als dé Vlaamse Volkspartij over.

 

Dus moet CD&V op zoek naar een nieuwe adem. De buitenlandse voorbeelden geven weinig reden tot optimisme. Ooit stond de C garant voor een zeer brede aanhang. Vlaanderen was in grote meerderheid katholiek en de CVP bood het warme politieke nest voor al die gelovigen. Een beetje voorzichtig zijn in de stellingnames, de Vlaamse katholieke common sense vertolken - de volksaard zeg maar - meer bleek niet nodig om het centrum van het Vlaamse (en dus Belgische) politieke terrein te bezetten. Maar de aantrekkingskracht van die C is vandaag zo goed als verdwenen en wie gelooft dat daarrond nog een dominante volkspartij kan worden uitgebouwd? Van de C zal het dus niet komen als CD&V weer de koppositie wil innemen. Om het zo uit te drukken: mocht de C(!)D&V niet bestaan zou je ze in die vorm niet meer uitvinden, althans niet met de ambitie de nummer één te worden.

 

 

Broertjes

 

 

De CVP probeerde altijd Vlaamsgezinder te zijn dan liberalen en socialisten. Toen de Volksunie daarop ging concurreren, verloor de CVP meteen pluimen. Het Volksunie-publiek kwam in grote mate uit dezelfde sociologische kringen als de CVP. Ook voor de oorlog was gebleken dat een aanzienlijk deel van het electoraat weifelde tussen ‘katholiek’ en ‘Vlaams-nationaal’. Ook toen werd er, niet toevallig, een kartel-avontuur aangegaan trouwens.

 

Die kartels bleken in beide gevallen (die voor de oorlog en die tussen CD&V en N-VA) geen lang leven beschoren. Dat ze ontstonden is even veelzeggend als dat ze mislukten. Je zou christendemocraten en Vlaams-nationalisten ruziënde broertjes kunnen noemen, uit hetzelfde nest maar met heel verschillende karakters. De ene is het brave ventje, haartjes mooi gekamd, broek en kousen ook woensdagavond nog proper. De braafste van de klas. De andere is de schavuit, grote bek, de propjesschieter in de klas, schaafwonde op minstens één knie. In de jaren ’70 was het bijna letterlijk zo in de misviering van mijn gemeente: de CVP’ers waren de notabele parochianen, zetelend in het kerkfabriek of de kaarsen ontstekend en rondgaand met de schaal; de Volksuniërs zaten achteraan en bij een Franse preek gooiden ze plastieken protestmuntjes in de schaal. Vele CVP’ers spraken er schande van. Op het parochiefeest vond je de Vlaams-nationalisten in de bar; de ene CVP’er tapte bier, de andere zat in de sjiekere bodega. In de late uurtjes mengden ze zich onder elkaar. Met een pint op werd menig CVP’er een beetje VU’er.

 


Je zou christendemocraten en Vlaams-nationalisten ruziënde broertjes kunnen noemen.


 

De electorale kavel van partijen schuurt altijd wel ergens tegen die van de concurrentie maar de haag is niet tussen alle partijerven even lang. Niet alleen om historische redenen is de gemeenschappelijke kiezersgrens tussen CD&V en de N-VA erg groot. Vandaar ook dat de strijd om dé Vlaamse volkspartij te zijn/worden/blijven tussen beide gaat.

 

De gelijkenis tussen de maatschappijvisie van de CD&V en de N-VA is dan ook treffend. Joël De Ceulaer noemde in een essay over de CD&V in De Morgen van 6 augustus terecht het personalisme als de potgrond waarin de christendemocratie wortelt. Hij bepaalt dat personalisme als volgt: “Het is een ideologische denkstroming met diepe filosofische wortels, die in Europa tot ontplooiing kwam in de eerste helft van de twintigste eeuw, vooral in het werk van twee Franse katholieke denkers: Jacques Maritain en Emmanuel Mounier. Tegenover de opmars van totalitaire systemen, van communisme tot nazisme, stelden zij in hun wereldbeeld de menselijke persoon centraal. De christendemocratische 'persoon' is meer dan het liberale 'individu' - hij maakt deel uit van een gemeenschap en wordt als het ware geroepen om die gemeenschap mee vorm te geven. Elke politieke actie moet de waardigheid en zelfverwezenlijking van de persoon versterken.”

 

Hij gaat verder: “Mounier was, lang voor Wouter Beke dat predikte, de man van het moedige midden. De liberalen denken dat de maatschappij wel zal functioneren als ieder individu zich vrij kan ontplooien, aldus Mounier. Ze zijn optimistisch over mens, en pessimistisch over de macht. Anderen geloven dat de maatschappij alleen kan functioneren als ieder individu in toom gehouden wordt door de macht van de staat. Ze zijn pessimistisch over de mens en optimisch (sic) over de macht. De juiste keuze ligt, aldus Mounier, in het midden: hou de menselijke natuur in toom, maar bescherm elke persoon tegen machtmisbruik.” Tussen socialisme en liberalisme dus.

 

In Wikipedia lezen we bij het lemma Emmanuel Mounier o.m.: “Voor Mounier is het individu, die hij door autarkie en isolement gekenmerkt ziet, het tegendeel van de persoon, die in relatie staat tot de gemeenschap en zich voortdurend ontwikkelt.”

 

Zowel De Ceulaers passage als dat zinnetje in Wikipedia zijn uiteraard ook ten volle toepasbaar op de gemeenschapspartij N-VA. Leg er de beginselverklaring van de N-VA even naast: “In een ‘globale’ wereld die steeds complexer en drukker wordt en waarin steeds meer zekerheden sneuvelen, wenst de Nieuw-Vlaamse Alliantie elke Vlaming een warm nest te bieden. Daarom ijvert de NVA voor een echte en hechte samen-leving, een gemeenschap van vrije Vlamingen die verantwoordelijkheid opnemen voor het geheel: vrij en verantwoordelijk. Overal, van wijk tot wereld, werken we aan een nieuw burgerschap in samenhorigheid. Sleutels daartoe zijn respect voor de persoonlijke integriteit en vrijheid enerzijds, verantwoordelijkheid en gemeenschapszin anderzijds.

 

Als unieke ongebonden partij, los van drukkingsgroepen, zuilen of financiële machten, is de Nieuw-Vlaamse Alliantie het syndicaat van het algemeen Vlaams belang. Sociale, economische en ecologische vraagstukken worden beantwoord vanuit het gemeenschapsbelang, zónder vernauwende ‘linkse’ of ‘rechtse’ ideologische oogkleppen. Ronduit en rechtlijnig, zonder taboes.”

 

Pas toegetreden tot de N-VA mocht ik het congres toespreken op 31 januari 2014. Daar verklaarde ik mijn keuze voor de N-VA met een knipoog onder meer als volgt: “Jaren geleden noemde ik de Vlaamse Volksbeweging de ‘vakbond van alle Vlamingen’. Ik las op de webstek dat de N-VA zich ‘syndicaat van het algemeen belang van de Vlamingen’ noemt. Ik dacht: als ze dan toch mijn oneliners beginnen over te nemen, dan kan ik net zo goed helemaal mee aan boord stappen, toch?”

 

CD&V en N-VA hebben gemeen dat ze kiezen voor het algemeen belang. ‘#Helfie’ of ‘warme buurt waar sociale samenhang groeit’; wie de campagnes niet meemaakte, kan ze niet bij de juiste van beide partijen plaatsen.

 

 

Vlaamser, meer ambitie en minder gebonden

 

 

Toch zijn ze geen kopie van elkaar, onder meer door hun verleden. Er staat geen ‘C’ in ‘N-VA’, die niet wortelt in een geloofsovertuiging en als pluralistische partij open staat voor mensen met allerhande persoonlijke en religieuze overtuigingen. Door de erosie van de ‘C’ in onze samenleving is de CD&V op dat punt intussen ook sterk opgeschoven naar het pluralistische levensbeschouwelijke midden waar de N-VA per definitie te vinden is. Dat onderscheid is de jongste decennia eerder verkleind dan toegenomen.

 

Uiteraard verschillen CD&V en de N-VA in hun visie op België. De christendemocraten blijven zweren bij een loodzwaar en peperduur federalisme met teveel overheden, teveel parlementen, teveel regeringen, teveel overheid en teveel ‘overhead’, teveel bevoegdheidswrijvingen en te weinig ruimte voor de verschillende politieke voorkeuren in Vlaanderen en Wallonië. Hier kan het onderscheid misschien verklaard worden door het historische verschil in de afbakening van het concept ‘gemeenschap’. De CVP steunde haar samenhorigheidsgevoel op het christelijk geloof (in Vlaanderen het katholieke). De N-VA ziet de Vlaamse ruimte als bron van gemeenschappelijkheid. Het N-VA-project zoekt het algemeen belang tussen mannen/vrouwen; ouderen/jongeren; actieven/passieven; autochtonen/allochtonen; gelovigen/ongelovigen … die allemaal samen de Vlaamse democratie bevolken en invulling geven.

 

Een ander verschil betreft de bestuurservaring en het daaruit voortvloeiende pragmatisme als tweede natuur van de Vlaamse christendemocratie. De N-VA is jonger en dus ambitieuzer, legt zich minder neer bij bestaande structuren waar de CD&V altijd wel op één of andere manier de eigen vingerafdruk op herkent.

 

En dan zijn er uiteraard de banden met de zuilen. De N-VA moet als zuilloze partij geen vakbonden, ziekenfondsen, werkgeversorganisaties bedienen, dus ook niet desgevallend ten nadele van het algemeen belang. De CD&V blijft in vele concrete politieke dossiers de gebonden zuilenpartij die een stuk macht probeert te bestendigen en gebruiken buiten de ruimte waar het kieshokje over beslist. De CD&V vertaalt die banden met de zuilen graag als keuze voor het middenveld. Vanuit de beginselen van de N-VA vormt een levend middenveld, het actieve en ondernemende Vlaanderen, het kostbare weefsel van de samenleving, weliswaar in een niet-verzuilde versie.

 

Niettegenstaande die verschillen lijkt het door de gelijkenissen niet voor de hand liggend om voor beide partijen een apart breed electoraat te vinden. Er zijn tenslotte maar 100% stemmen te verdelen en verkiezingen zijn per definitie een zero sum game; wat de ene haalt, kan de andere niet meer winnen. De Vlaams-nationalisten slaagden er pas in 2010 in, na decennialange tevergeefse pogingen, om voor de keizer een echt alternatief te worden voor CVP/CD&V. En nu is dus de CD&V op achtervolgen aangewezen en dient er een nieuwe eigen USP gevonden te worden.

 

Die speurtocht loopt niet van een leien dakje. Bij CD&V heeft men het graag over het ‘moedige midden’, naar de titel van het boek dat voorzitter Beke in 2013 schreef, maar waarnemers kunnen vaststellen dat de partij eerder moedig op zoek is naar een nieuw midden. En dat gebeurt niet echt ontspannen. Wouter Beke is in de omgang een bijzonder aimabel man maar de voorbije weken leek er toch sprake van zomerstress. Hij haalde ongemeen fel uit naar de N-VA. Beke had het over ‘ranzig discours’, ‘fatsoensgrenzen overschreden’ en op 8 augustus in Het Nieuwsblad kwam de voorspelbare verwijzing naar, jawel: “De drang om Trump en andere ­populisten naar de kroon te steken, is blijkbaar groot.”

 

De CD&V-voorzitter is natuurlijk ook berekend boos. Als de N-VA kan afgeschilderd worden als rechts of zelfs uiterst-rechts, valt het centrum weer open voor andere gegadigden, CD&V op kop uiteraard. Daarbij kan de lettercombinatie Trump vandaag uitstekend dienst doen. Een doorzichtig maneuver maar in bepaalde kringen werkt het wel.

 

Noch de ‘C’, noch de ‘V’ in CD&V zal de CD&V een specifieke wervende eigenheid geven. De ‘C’ is uitgebloeid, de ‘V’ zit verankerd in de N-VA. De zoektocht om economisch links van het centrum een eigen gelaat te tonen, kan niet echt succesrijk genoemd worden. Ofwel kiest de CD&V voor de noodzakelijke maatregelen die deze regering neemt, ofwel opteert ze voor het structuurconservatisme van de vakbonden. Galopperend op beide paarden, dreigt het te scheuren tussen de benen. De maneuvreerbaarheid op dat sociaaleconomisch terrein is niet onbestaande maar klein. Ze kan alleen voldoende electorale voeding bieden als de concurrentie (lees in eerste instantie de N-VA) het economische midden zou afgeven. De CD&V heeft dat verhaal dus niet echt zelf in handen.

 

 

Schaffen, schaftte, geschafft

 

 

De jongste weken en maanden lijkt de zoektocht een andere richting uit te gaan met als richtsnoer: “Merkel”. De Duitse kanselier wordt voorgesteld als hét voorbeeld door haar genereuse aanpak van het vluchtelingenthema. De voluntaristische slogan ‘Wir schaffen das’ koestert Beke zoals zijn oude voorgangers een paternoster. Daarbij wordt graag vergeten dat Angela Merkel vooral uitermate populair was tot voor haar ‘Wir schaffen das’-uitspraak en dat het onder haar leiderschap is dat er voor het eerst na de oorlog rechts van de CDU/CSU een levensvatbare partij is kunnen groeien. Onder haar voorgangers was dat nooit gelukt omdat die ook nadrukkelijk vermeden electorale zuurstof in de rechtse tent te spuiten. De in de DDR geboren en getogen domineesdochter heeft die pijler onder haar partij nogal lichtzinnig weggehaald.

 

Beke is soms zelfs Merkeliaanser dan Merkel zelf. Hij verwijt de N-VA in De Morgen van 30 juli in het terrorismedebat ten onrechte in oorlogstermen te spreken (“Volgens mij heeft de Belgische regering de oorlog nog niet verklaard”), terwijl de Duitse kanselier zelf spreekt over Krieg. In haar toespraak van 28 juli na de aanslagen in Duitsland klonk het letterlijk: “Ich glaube dass wir in einem Kampf oder meinetwegen auch in einem Krieg gegen ‘ISIS’ sind.”   

 

Alleszins wil de CD&V zich profileren als de zachtmoedige partij met een open hart voor alle mensen, in het bijzonder voor alle mensen in nood. Beke ziet zelfs een fundamentele kloof tussen zijn partij en de N-VA: “Het DNA van onze partijen is inderdaad verschillend. De eerste zin van onze statuten is: Bij ons telt elke mens. Bij de N-VA gaat dat over een onafhankelijk Vlaanderen. Dat is een groot verschil. Maar goed, dat is democratie.” (De Morgen, 30 juli 2016).

 


Beke is soms zelfs Merkeliaanser dan Merkel zelf.


 

Het verhaal klinkt dan dat de CD&V open staat voor alle mensen (lees: de N-VA niet) en een humaan vluchtelingen- en integratiebeleid voorstaat. Maar noem het geen slappe kost want daarop reageert Beke in De Morgen ook fel: “Wat is dat nu voor zever? Natuurlijk moeten we ervoor zorgen dat ons land veilig is. Waarom zouden wij niet geïnteresseerd zijn in de veiligheid van onze eigen mensen? Daar gaat het toch in de eerste plaats over. En Wir schaffen das, is een appèl aan iedereen. Aan politiediensten, aan militairen, aan inlichtingendiensten, inwoners en leerkrachten.” Probleempje dat dan meteen opduikt: zo komt hij toch weer erg dicht bij het N-VA-verhaal. Humaan maar niet slap versus streng maar rechtvaardig. Warm maar niet naïef versus realistisch maar niet koud.  

 

Er zijn signalen dat de CD&V in de zoektocht naar een nieuw verhaal nadrukkelijk mikt op kiezers die de islam belijden. Het Nieuwsblad vatte op 8 augustus een lang telefoongesprek met mij daarover als volgt samen: “N-VA-fractieleider Peter De Roover ziet er een duidelijke ­tactische zet in voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2018. ‘In de grote steden is CD&V volledig weggespeeld. Ze willen nu duidelijk de allochtonen overtuigen die wat ontgoocheld zijn in SP.A. Feit is dat CD&V de strijd om dat allochtone publiek heeft opengegooid.’”

 

Het debat over het onverdoofd slachten loopt wat dat betreft veelbetekenend. CD&V is de enige partij die zich blijft verzetten tegen een algeheel verbod op onverdoofd slachten en politoloog Dave Sinardet verwijst daar nadrukkelijk naar in hetzelfde artikel in Het Nieuwsblad: “Een terechte vaststelling? ‘Er zijn wel signalen in die richting, zoals de positionering van CD&V bij het verbod op onverdoofd slachten’, zegt Sinardet. ‘Voor heel wat moslimkiezers zijn dat soort thema's bepalend voor hun stemkeuze. De claim van N-VA is dus niet geheel onterecht. CD&V kan de moslimkiezer ook ­aanspreken vanuit hun eigen ­positie als geloofspartij.’” En daarmee krijgen we toch nog die link naar de ‘c’ (kleine letter) die dan staat voor ‘geloof’.  

 

Hoeveel soelaas biedt dit pad dat zeker in theorie naar vruchtbare electorale vijvers kan leiden? Als CD&V daarin niet ver genoeg gaat, is het verschil met de N-VA weer klein want ook die kiest voor een inclusief Vlaanderen, dus mét volwaardige deelname van alle nieuwe Vlamingen. Gaat de CD&V daarin wel een stuk verder, dreigt de partij stamkiezers te vervreemden en komt ze in het vaarwater van Groen, die andere buurman van CD&V met de aanpalende tuin aan de linkerzijde.

 

 

Mens = Mens

 

 

Joël De Ceulaer ziet wel brood in de profilering van CD&V als standvastige goedemensenpartij die, in tegenstelling tot de concurrentie, het morele kompas wel blijft hanteren. In het uitgebreid en boeiend artikel waarnaar al verwezen, beargumenteert hij waarom de linkse kiezers vaker voor de CD&V zouden moeten stemmen. “Deze week werd nog maar eens bewezen wat allang niet meer bewezen hoeft te worden: dat CD&V en N-VA fundamenteel verschillende partijen zijn…” begint hij zijn pleidooi waarmee hij al in de eerste zin botst met mijn analyse (zie hoger).

 

“Ik zou met dit essay een gewaagde stelling in de groep willen gooien: de ideologie van de christendemocratie, het zogenaamde personalisme, is in een aantal opzichten superieur aan de andere ideologieën, van links tot rechts. Dat blijkt althans uit de manier waarop CD&V en haar buitenlandse zusterpartijen zich opstellen in de felste debatten van deze tijd. Er zit in de christendemocratie een kern van fatsoen die blijkbaar onverwoestbaar is. Als CD&V dat goed uitspeelt, heeft ze nog veel potentieel aan de linkerzijde, bij kiezers die het gezwalp van de andere partijen niet meer kunnen aanzien”, gooit De Ceulaer in de groep.

 

Met de eerste zin kan ik uiteraard volledig instemmen omdat ook de N-VA zich kan vinden in een niet religieus geïnspireerd personalisme. In de volgende zin gaat De Ceulaer feitelijk in de fout want die buitenlandse zusterpartijen van de CD&V zitten doorgaans een stuk scherper dan hij hier doet vermoeden. De Nederlandse CDA, grote delen van de CDU, de CSU en de Oostenrijkse ÖVP staan erg dicht of pal op het standpunt van de N-VA.

 

De Ceulaers stelling dat nationalisten, net zoals liberalen, socialisten of ecologisten en in tegenstelling tot christendemocraten een volmaakte wereld voor ogen hebben en streven naar perfectie, houdt natuurlijk geen steek voor ons Vlaams-nationalisme. Ook dat hebben ons Vlaams-nationalisme en de christendemocratie gemeen: ze starten van concrete mensen, in concrete situaties wars van utopische wensdromen.

 

Maar in de vluchtelingencrisis, het omgaan met diversiteit en inwijking, kortom het menselijk omspringen met mensen, zou de CD&V dus weer het verschil kunnen maken. “Is dat niet precies waarom onze partij 70 jaar geleden werd opgericht? Omdat mensen belangrijk zijn. Het klinkt misschien oubollig. Maar het is nog steeds waar. Mensen hebben waarde. Zonder A- of B-statuten. Een mens is een mens”, citeert De Ceulaer Beke om het verschil met de andere partijen en dus ook met de N-VA aan te geven. De journalist verduidelijkt voor de slechte verstaanders: “En daarom zal een personalist in de vluchtelingencrisis rustig voet bij stuk houden en samen met de Duitse bondskanselier Angela Merkel blijven zeggen: ‘Wir schaffen das.’ De christendemocraat heeft geen keuze, hij moet dat zeggen. Hij moet, dwars door alle abstracte principes heen en tegen alle praktische bezwaren in, blijven herhalen: een mens is een mens, ook als hij een vluchteling is.”

 

Mooi klinkt het zeker, of melig, zoals De Ceulaer het noemt. Echter, was de weg naar de hel niet geplaveid met goede voornemens? Die benadering roept namelijk toch vooral vragen op. Als concept valt het idee ‘een mens is een mens’ niet te betwisten. Maar als je alle mensen even graag ziet, zie je eigenlijk niemand graag. Als je met iedereen even solidair bent, ben je met niemand solidair. Als je iedereen wilt helpen, help je niemand. Hans De Booijs ‘Ik hou van alle vrouwen’ kan ook niet geïnterpreteerd worden als een ode aan de trouwe liefde.

 

Moeders of vaders die geen speciaal oog hebben voor hun eigen kinderen zijn geen goede ouders. Vandaar het in het christendom niet onbekende concept ‘naastenliefde’, dat impliceert dat er zoiets als een naaste bestaat, degene die dicht bij staat. Als “een mens een mens is”, zelfs “tegen alle praktische bezwaren” in, wordt het mooie principe een gevaarlijk dogma dat de realiteit uit het oog dreigt te verliezen. Consequent doorgedacht betekent dat natuurlijk gelijke gezondheidszorg, gelijke sociale bescherming, gelijke pensioenrechten voor alle aardbewoners en dus een verregaande ontmanteling van ons model voor de inwoners van het eigen land.

 

De CD&V struikelt trouwens met de eigen slogan die de partij in oktober 2015 lanceerde op basis van dat ‘een mens is een mens’-idee. De ‘Wij’ in die slagzin “Waar een wij is, is een weg” verliest natuurlijk alle betekenis als er geen ‘Zij’ zou bestaan. Op #ikbenwij volgt, ook als het niet wordt uitgesproken, #dusbenikgeenzij.  

 

Het is natuurlijk aan de CD&V om de bovenstaande keuze te maken of niet. Maar als de N-VA die keuze niet maakt, heeft dat niets van doen met ranzigheid, gebrek aan empathie of onfatsoen maar met een realistische, niet dogmatische invulling van het personalisme. Het stond toch in de definitie van De Ceulaer: ‘de persoon: hij maakt deel uit van een gemeenschap, geroepen om die gemeenschap mee vorm te geven’.

 

Het zachte deken der empathie wordt erg dun wanneer over de hele wereld uitgespreid. Dan rest slechts een schaamlap die niemand nog verwarmt. Het koude zal dan zegevieren.    

 

 

EINDE

 

 

BIJSLUITER: “Stemadvies in de krant is niet meer van deze tijd”, besluit Joël De Ceulaer zijn essay waarin hij in De Morgen van 6 augustus de linkse kiezers oproept wat vaker voor CD&V te stemmen. Politici die advies geven aan andere politieke partijen is van geen enkele tijd geweest. Beschouw dit artikel zeker niet als zodanig. Het wil wel een antwoord bieden, via een analyse van de CD&V, op een naar mijn mening verkeerde framing van mijn eigen partij, die niet alleen voorkomt bij Beke of De Ceulaer. Bij deze…

 


 

Hier geplaatst op 20 augustus 2016.

 

 

Foto: Uit de hele oude verkiezingsdoos (c) KULeuven

 

 

TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.

 

 

LEESTIP: Deze tekst werd opgenomen in de selectie van mijn schrijfsels uit 2016. Belangstellig voor die bundel op papier? Stort 19,95 euro (verzending inbegrepen) op rekeningnummer BE52 4143 3177 6109 met vermelding van uw volledige adres en binnenkort liggen 226 blz. De Roover in uw bus

Labels