Islam-bashen via de Grondwet of dé Waarheid beteugelen?

Islam-bashen via de Grondwet of dé Waarheid beteugelen?

Wie beweert dat de N-VA moslims viseert door te eisen dat God of levensbeschouwing niet boven de wet staan, steekt zelf alle moslims in één fundamentalistische zak. Zij voeden de kloof in onze samenleving.

 

De N-VA wil een toevoeging in de Grondwet: “Niemand kan zich op grond van religieuze of levensbeschouwelijke motieven onttrekken aan de geldende rechtsregels of de rechten en vrijheden van anderen beperken." Het grondwetdebat werd niet door ons geopend maar wij willen daarin wel onze voetafdruk plaatsen. Het N-VA-initiatief lokte een boeiende discussie los, wat op zich al een verdienste is van het voorstel. Bijvoorbeeld: moet in de Grondwet uitdrukkelijk neergeschreven worden dat God of levensbeschouwing niet boven de wet staan? Dat is een interessante vraag met zinvolle pro’s en contra’s.

 

Opvallender nog was de bewering dat het voorstel van de N-VA zou gericht zijn tegen de godsdienstvrijheid in het algemeen en de islam in het bijzonder. Joël De Ceulaer schreef voor De Morgen van voorbije weekeinde een lang stuk onder de titel: “Gij zult niet knoeien aan de Grondwet”, daarmee al meteen aangevend dat het de bedoeling zou zijn om te gaan knoeien.

 

Op basis van een intentieproces gevoerd door een academicus schrijft de journalist: “De Kamercommissie lijkt de minderheid te viseren, in plaats van de minderheid te willen beschermen. Toch?” In een begeleidend cartoon ‘bijzondere grondwet voor politici die de grondwet willen herzien’ luidt artikel 1 zelfs beschuldigend “Gij zult de grondwet niet misbruiken om islamitische burgers te stigmatiseren”. Lees: daar zijn die politici volop mee bezig. Tenzij zo’n bewering klopt – wat niet het geval is zoals verder wordt betoogd - verdiept dergelijke betichting zelf de kloof met de moslimgemeenschap. Zo maken diegenen die waarschuwen voor het uitdiepen van de tegenstellingen zich daar zelf schuldig aan.

 

Jogchum Vrielink (KU Leuven) gaat stevig te keer in genoemd artikel: “Met die hele schijnvertoning hebben de Kamerleden maar één bedoeling. Ze willen de islam bashen, dat is alles. Ze willen een boodschap versturen waarmee ze mensen zullen stigmatiseren en verdeeldheid zullen zaaien.” Een loodzware aanklacht die hier bijzonder lichtzinnig de wereld wordt ingestuurd.

 

Hij hakt verder: “Als je expliciet zegt dat de godsdienstvrijheid altijd het onderspit delft, dan heb je de facto de godsdienstvrijheid opgeheven.” In het voorstel van de N-VA, op muziek gezet door Veerle Wouters en Hendrik Vuye, staat nergens, noch impliciet noch expliciet, dat de godsdienstvrijheid altijd het onderspit delft en is er natuurlijk geen sprake van het opheffen van die godsdienstvrijheid. Vreemd dat een academicus dat zelfs maar durft insinueren, laat staan beweren.

 

Godsdienstvrijheid mag niet verward worden met de vrijheid om een godsdienst of een levensbeschouwing daadwerkelijk te beleven. De ruimte om een godsdienst te beleven is niet onbeperkt en vanzelfsprekend onderhevig aan (grond)wettelijke bepalingen. Ja, ik mag geloven dat Christus is gestorven aan het kruis maar mijn buurman niet aan een kruis nagelen om duidelijk te maken hoeveel pijn zoiets doet, zodat die zou beseffen hoe groot dat offer van Gods zoon wel was. Dat blijft even ongeoorloofd als een christelijke sekte daarvan een religieuze plicht zou maken.

 

Ja, ik mag vasten maar anderen het recht op vlees niet ontzeggen in de veertigdagentijd. De godsdienstvrijheid vormt een basisbeginsel van onze samenleving, de beleving daarvan organiseren binnen het wettelijk kader natuurlijk evenzeer. 

 


Godsdienstvrijheid mag niet verward worden met de vrijheid om een godsdienst of een levensbeschouwing daadwerkelijk te beleven.


 

In dezelfde De Morgen schreef moraalwetenschapper Patrick Loobuyck een inleiding op het filosofieboek bij de krant, handelend over Jürgen Habermas. Loobuyck schrijft dat die Duitse filosoof de jongste jaren veel schreef over de ‘post-seculiere samenleving’.

 

Wat moeten we daar onder verstaan? Loobuyck: “Deze is tegelijk seculier én stelt zich blijvend in op de aanwezigheid van religieuze groepen. Het seculiere karakter impliceert dat de overheid haar wetgeving steeds met levensbeschouwelijk neutrale argumenten kan beantwoorden. Dat iets in de Bijbel, de Koran of de sharia staat, is dan ook niet het soort argument dat in het parlement gebruikt kan worden.

 

Wie wetten wil invoeren waar alleen religieuze beweegredenen voor bestaan, overtreedt de spelregels. Wetten binden immers alle burgers en moeten daarom met argumenten ondersteund worden die voor elk redelijk individu zeggingskracht hebben.

 

Dat komt wel erg dicht bij hetgeen ik in juli 2015 voor De Standaard schreef: “Godsdienst kan dienst doen als inspiratiebron en in talloze gevallen is gebleken dat mensen tot meer in staat zijn, als ze gedreven worden door een ‘geloof’. Maar God is en mag nooit een politicus worden. In politieke debatten mag geen enkele God ingezet worden als argument, laat staan een Heilig Boek.” Het past ook helemaal in de tekst die wij nu aan de Grondwet zouden willen toevoegen, al gaan wij verder dan religie alleen door ook levensbeschouwelijke motieven te noemen.

 

Loobuyck vervolgt: “Maar het post-seculiere perspectief omvat ook een opdracht voor de seculieren. Zij mogen de religie niet zomaar als een dwaas anachronisme afschrijven. De religie is nog steeds een drager van mogelijks relevante betekenissen - ook voor religieus amuzikale mensen. Met name in gevoelige morele debatten zou de rede zich luisterend moeten opstellen ten aanzien van het religieuze discours, om ervan te leren en te onderzoeken wat ook in seculier-filosofische termen te vertalen is.”

 

Loobuyck plaatst ‘de seculieren’, de neutralen, nogal gemakkelijk tegenover ‘de religieuzen’, de niet-neutralen. Daarover is een mooie boom op te zetten. De niet-religie of de anti-religie kunnen alle kenmerken van een religie vertonen maar dat hier even als bedenking terzijde.

 

Terug naar de bijkomende beschuldiging dat we eigenlijk vooral de islam willen treffen. Achter dat verwijt gaat een heel islamvijandige gedachtegang schuil, waar we ons nadrukkelijk van moeten afzetten. Moslimfundamentalisten en islamhaters hebben met elkaar het idee gemeen dat er maar één en ondeelbare islam mogelijk is, de fundamentalistische. Volgens beide uitersten bestaan er geen gematigde moslims die kunnen leven binnen een gemeenschap waar God geen politicus is en de wet in het maatschappelijk leven boven de Heilige Boeken staat. Volgens de moslimfundamentalisten is dat een afvallige, voor de islamhaters een hypocriet die zijn ware gelaat verstopt.

 

Maar blijkbaar denken de journalisten en academici die een voorstel zoals dat van de N-VA islam-vijandig noemen er ook zo over. Viseren we de hele islamgemeenschap door te verwachten dat niemand zich op grond van religieuze of levensbeschouwelijke motieven kan onttrekken aan de geldende rechtsregels of de rechten en vrijheden van anderen mag beperken? Wie dat beweert zegt toch gewoon dat moslims zich wel degelijk allemaal willen onttrekken aan geldende rechtsregels of de rechten en vrijheden van anderen beperken op grond van hun religie. De Ceulaer, Vrielink en tutti quanti scharen zich daarmee impliciet achter het denkpatroon van moslimfundamentalisten en islamhaters; alle moslims zijn volgens hen fundamentalisten.

 


Niet toevallig heette de partijkrant van de Sovjet-Unie 'De Waarheid'.


 

Laten we niet flauw doen en mét onder meer Habermas vaststellen dat de islam het seculariseringsproces dat de katholieke kerk voltrok in de nasleep van het Tweede Vaticaans Concilie nog grotendeels moet doormaken, zoals Loobuyck schrijft. Maar de vaststelling blijft dat de meeste moslims in de dagelijkse praktijk wel degelijk, zoals de meeste andere mensen, respect opbrengen voor onze basisrechtsregel zoals de N-VA suggereert die in de grondwet te verankeren. Niet dé moslims wijzen we daarmee met de vinger, wel degenen onder hen die hun godsdienst als allesbepalende norm willen hanteren en opleggen. 

 

Aanhangers van godsdiensten of ideologieën die hun Waarheid-met-grote-W aan anderen willen opleggen omdat het de enige Waarheid zou zijn, bedreigen de kern van onze gewenste samenleving. Daarover had ik het in een vraaggesprek met Doorbraak in juli 2014: “De waarheid - de waarheid met een Grote W - duldt geen concurrenten. Als je de Waarheid meent ontdekt te hebben, word je gevaarlijk. Dan lijkt het een noodzaak om het offer te brengen van kleine, menselijke slachtoffers. Dat is in mijn ogen ook de oorzaak van de Terreur na de Franse Revolutie, van concentratiekampen, van de Goelag enzovoorts. Niet toevallig heette de partijkrant van de Sovjet-Unie Pravda (vertaald: 'De Waarheid' - red.)!
 

Uit de opgesomde boeken heb ik geleerd dat de Grote Waarheid de grootste vijand is van de tolerantie en van de vrijheid. Wie de Waarheid ontdekt heeft, kan geen vrijheid meer laten in zijn denken. Het ontdekken van de Waarheid is volgens mij de gemeenschappelijke kern van het communisme, het fascisme en het religieus fanatisme. De Grote Waarheid is het gevaarlijkste wat er is. Er zijn kleine waarheden en die zijn van toepassing op verschillende vlakken en in diverse periodes.”

 

Want daarover gaat het echt: het gevaar beteugelen dat uitgaat van ‘dé Waarheid’, uit welk boek die ook opborrelt.

 


 

Hier geplaatst 17 mei 2016.

 

Foto: Een Heilig Boek

 

TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.

Labels