Hoog tijd dat de V-halsjes in de indexkorf komen

Hoog tijd dat de V-halsjes in de indexkorf komen

 

Daarnet ‘leukte’ (help, zoek een fijn alternatief voor ‘liken’, want dat vind ik absoluut niet leuk) ik volgende tweet van de Gentse filosofieprof Ignaac Devisch: “Wat als .. we het nu eens 1 journaal/per week niet over C-19 hebben, bv. op zat. avond? (tenzij urgenties) Doel? bewustzijnsvernauwing tegengaan en ons hoofd even met andere dingen vullen dan vaccins en curves.” Kans dat zijn voorstel wordt uitgevoerd: nul. Dat maakt het niet minder raadzaam. Nog even en we zijn bereid onszelf collectief van een klif te smijten als dat het virus uit de wereld kan helpen.

Maar de zaterdagavond is intussen voorbij en al kronkelend door enkele dingen die me voorbije week opvielen, botste ik teveel op Covid om er over te zwijgen.

Bent u die coronamaatregelen bijvoorbeeld intussen ook al een beetje gewend? Vreemde vraag natuurlijk wanneer we te allen kant horen dat de corona-moeheid steeds zwaarder doorweegt. Het aantal mensen dat de vrijheidsbeperkingen nog wil aanvaarden, zou sterk afnemen. Logisch, want na middernacht de hond uitlaten of een gezellig avondje thuis met een handvol vrienden doorbrengen zijn activiteiten die we nooit eerder van het etiket ‘crimineel’ voorzagen. Dat is dus wel even wennen.

En toch wennen we er aan, althans ik wen er op een heel bijzondere manier aan. Na de aftiteling van een film verbaas ik me er geregeld over dat ik me er tijdens het kijken over verbaasde dat die mensen elkaar de hand schudden, naar de bioscoop gaan of in groep een praatje slaan met buren en vrienden. Ben ik de enige die al zo ver heen is dat dergelijk gedrag vreemd begint over te komen?

Angst doet wat met een mens… en met een organisatie. Neem nu de Europese Unie, hét baken van samenwerking, dé remedie tegen bekrompenheid en hét alternatief voor benepen nationalisme, neemt nu haar toevlucht tot wat vaccinnationalisme is gaan heten. De open handelsgrenzen, hét alfa en omega van de veel geprezen Europese gedachte, moeten dicht van commissievoorzitter Ursula von der Leyen. Vaccins die binnen de Europese Unie worden gefabriceerd mogen, behoudens uitzonderlijke omstandigheden, het grondgebied niet verlaten en pas nadat Frau von der Leyen haar zegen heeft gegeven.

Dat die Britten zowat daags na de uittrede uit de Europese Unie zo veel massaler aan vaccins geraken dan de club die ze net verlaten hebben, moet aardig wat maagzuur door de slokdarmen gepompt hebben in en rond het Berlaymontgebouw. Dan zakt de Europese broek wel gênant diep tot op de Unie-enkels, daarmee de slapheid van het project voor ieders ogen blootgevend. Dat we dat nog meemaken, de Europese Unie die voor gesloten grenzen pleit.

Grenzen geven van nature een gevoel van veiligheid, ook in tijden waar de globalisering op zo veel vlakken domineert. Toen de overheid vorige week besloot de grenzen te sluiten, klonk weinig kritiek, tenzij dat ze dat al eerder had moeten doen. Als het over ‘grenzen’ gaat, dan sta ik al mijn hele bewuste leven aan de zijde van degenen die het nut daarvan beklemtonen. Goede grenzen zijn als voordeuren en hebben twee kwaliteiten: ze kunnen open (anders zijn het muren) en ze kunnen dicht (anders zijn het gaten). Lang leve de goede grenzen dus.

Bij deze maatregel wringt er natuurlijk wel iets in rationele hersenbreinen. Om reden van epidemiologische veiligheid, zo wordt ons gezegd, is het verboden zich naar Nederland te begeven, alwaar het niet mogelijk is te gaan shoppen, tenzij om pindakaas in te slaan, en de voordeur om 21 uur in het slot moet. We moeten, omwille van corona, in eigen land blijven, waar we kunnen flaneren over drukke winkelstraten en tot middernacht bescheiden stapjes in de wereld zetten. De logica ontgaat een beetje maar het wekt wel de indruk dat de overheid durft optreden.

We kennen natuurlijk het argument. Verplaatsen is des duivels geworden. Wat we nu al enkele eeuwen mogen beschouwen als dé kern van al wat vooruitgang genoemd wordt, de toename van ons verplaatsingsvermogen dankzij de drastische afname van de kostprijs per kilometer beweging, wordt nu met de vinger gewezen als als dé brandstof van alle (virus)ellende. Men zegge het voort: het heil ligt weer opnieuw Onder de Kerktoren, voor zo verre daarmee niet het café met die naam bedoeld wordt.

Daarmee is niet gezegd dat alle oude waarheden in hun oorspronkelijke luister worden hersteld. De stoffen zakdoek bijvoorbeeld, zo lang hét symbool van burgerlijk fatsoen en hygiënische levensstijl, komt zwaar onder virologenvuur. De snotvod – voor dat verraderlijke textiel hanteren we vanaf nu best een denigrerende benaming, teneinde er bij jongelui meteen een gezonde afkeer van te kweken – maakt ziek want vormt een verzamelbekken van viezigheid en, uiteraard, virussen. Vandaar dat het ranzige doekje uit de indexkorf werd gesmeten. Wanneer de prijs van katoenen zakdoeken verhoogt, zal dat onze lonen niet langer doen stijgen.

Marc Van Ranst vindt dat helemaal terecht en stelt zich de vraag wie zoiets nog gebruikt. Hij herinnert het zich nog amper. Hier past van mijn zijde alvast een moment van stilzwijgen want ik verlaat het huis nooit zonder zakdoek bij me, me daardoor al decennia bloot stellend aan het gewriemel van de meest vieze beesten. Een mirakel dat ik het nog kan navertellen.

Van Ranst houdt de vinger duidelijk dichter op de pols van de nieuwe gebruiken en vandaar de absolute noodzaak dat hij zaterdagavond het Ketnet-Gala met zijn aanwezigheid opfleurde. Daar kwam kritiek op maar mag die man nu ook eens uit zijn kot komen en waarom zouden we hem een keertje een televisieoptreden misgunnen?

Van Ranst had al zo’n moeilijke week want kreeg een blauwe tsunami van kritiek te verduren. MR-voorzitter Bouchez, VLD-collega Lachaert én minister Van Quickenborne hijgden hem epidemiologisch onverantwoord fel in de nek. Die vinden dat virologen een beetje beter hun plaats moeten leren kennen en horen te vermijden dat ze de draagkracht bij de bevolking uithollen door teveel paniekzaaierij.

Mooi, die pleidooien voor de democratie boven de technocratie. In diezelfde geest zouden die blauwe jongens bijvoorbeeld ook een volwaardige parlementaire behandeling van de corona-maatregelen kunnen eisen. Maar dan botsen ze wel bij een terzake zeer hardhorige premier De Croo.

Alleszins, wat hun bedenkingen bij de virologen betreft: ’t zal nog niet waar zijn zeker. Ik kan niet anders dan volmondig akkoord gaan met deze blauwe politici want maanden geleden kwam soortgelijke kritiek uit mijn pen/mond. Op 28 juli 2020 schreef ik in De Tijd over de verschillende rollen van experts en politici. Een citaatje: “Op Twitter geven polls de keuze tussen de kop van een politicus en die van een expert. Een senior writer vat het samen: ‘omdat ze het niet begrijpen’ <hij heeft het over politici met die ‘ze’>. (…) Vooral de vermeende keuzemogelijkheid tussen politici en experten is stuitend, maar ze is een logisch gevolg van het feit dat experts voortdurend communiceren over politieke besluitvorming. Het gaat nochtans over twee totaal verschillende rollen, met andere verantwoordelijkheden. Politici zijn per definitie geen expert, en gelukkig maar. Expert ben je op één terrein. Een dergelijke beperking kan een politicus zich niet veroorloven. Over zo’n onbekend fenomeen als het nieuwe coronavirus leren experts dagelijks bij en ze brengen besluitvormers van die wijzigende kennis op de hoogte.”

Politici moeten tenminste publiek verantwoording afleggen bij verkiezingen; gezondheidsexperts – virologen bijvoorbeeld – zullen nooit moeten komen uitleggen hoe het komt dat de werkloosheid is gestegen of de overheidstekorten toenamen. Iets in die aard zei ik op 23 oktober 2020 bij Ivan De Vadder op diens Afspraak op Vrijdag.

Maar… ik was wel zo kies om daarbij de naam van de heer Van Ranst niet te vernoemen. Ik zou niet durven een man te hekelen die tussen zijn drukke bezigheden door nog de tijd neemt om onze kinderen te vermaken op televisie zodat zij toch enkele prettige momenten mogen beleven in deze moeilijke tijden en hun ouders even zo veel momenten van deugddoende rust. Wordt het niet de hoogste tijd dat V-halstruitjes opgenomen worden in de indexkorf?

 

Zondagsmijmering verschenen op mijn Facebookpagina op 31 januari 2021

Labels