Het verdwijnende weefsel van het Midden-Oosten
Wat bezielt mensen om hun eigen verleden te willen kapot slaan? Het vernietigen van duizend jaar oud assyrisch erfgoed, van eeuwenoude manuscripten en documenten in Mosul, de gevleugelde stier van Nineveh, de vervolgingen en verplichte bekeringen van religieuze minderheden als Yezidi’s in Noord-Irak, de Kopten in Egypte, de Syrische christenen, en soefistische en shi’itische minderheden binnen de islam… Westerse ogen zien alleen maar geradicaliseerde individuen, maar wie het grotere kader kent begrijpt dat dit deel uitmaakt van een breder project dat zich al een tijdje in het Midden-Oosten – en niet alleen in door IS gecontroleerde gebieden – aan het voltrekken is, waarbij de banden die zich eeuwenlang tussen de verschillende volkeren hebben opgebouwd over verschillende decennia worden vernietigd.
Niet alleen vormt het pre-Islamitische verleden een potentiële bron van verzet tegen de Islam, zoals in Iran het geval is, het voorziet de samenleving ook van een historisch weefsel die de volkeren met elkaar verbindt en zo een bescherming biedt tegen extremisme.
Enkele voorbeelden. Neem nu de manier waarop de zoroastrianen worden behandeld in Iran. Zij zijn een van de oudste religieuze groeperingen van de wereld, maar tot nader nog springlevend in het Midden-Oosten. Recent echter hebben ze het zwaar te verduren, om precies te zijn, sinds de revolutie van 1979. Waarom net deze groep? De religie werd zo’n drieduizend jaar geleden gesticht door een profeet genaamd Zarathustra in centraal Azië. Zoroastrianen geloven dat de wereld ontstaan is uit een strijd tussen goed en kwaad. Al het goede in de wereld (leven, licht, vruchtbaarheid, geluk…) werd geschapen door Ahura Mazda, al het kwade (dood, duisternis, ziekte, lijden,…) door Angra Mainyu. Voor Nietzsche waren het de uitvinders van de moraal. Zarathustra zou als eerste een besef van goed en kwaad als twee elkaar tegengestelde krachten hebben ontwikkeld. De invloed van deze gedachte op het monotheïsme is dan ook immens geweest. Voor Nietzsche diende de moraal te worden afgeschaft, maar voor de nationalistische Iraniërs vormde en vormt het pre-islamitische verleden van hun land net een bron van trots. De seculiere nationalisten die Iran tussen 1906 en 1979 regeerden herinnerden zich graag het ‘heidense’ verleden, tot ergernis van religieuze leiders. Onder de pahlavi-dynastie veranderden de Zoroastrianen van één van de meest vervolgde religieuze minderheden plots in een symbool van het Arabische nationalisme. Na de islamitische revolutie van 1979 werden religieuze vrijheden van minderheden echter teruggeschroefd en vonden er terug vervolgingen plaats, gevolgd door grote immigratiestromen naar de VS, Engeland of Canada. De Britse diplomaat Gerard Russell beschrijft hoe ook vandaag nog nationalistische Arabieren zich elementen uit de traditie en de theologie van het zoroastrianisme toe-eigenen als vorm van verzet tegen de politieke macht van de mullahs, zoals het Nowruz festival in de lente, wanneer de dagen langer worden dan de nachten (en goed kwaad overwonnen heeft). Seculiere en islamitische Iraniërs vieren Nowruz vaak uitbundiger dan zoroastriaanse Iraniërs… Bij het Westerse publiek zijn de zoroastrianen vandaag wellicht het best bekend als de decadente en oorlogszuchtige religie van het Perzische rijk uit de film ‘300.’ Dat die film zo’n protest teweegbracht bij de Iraniërs – ondanks alle pogingen van de ayatollahs - toont dat tenminste één deel van het Midden-Oosten haar pre-Islamitische verleden nog niet vergeten is.
Het ziet er echter (nog veel) slechter uit voor de yezidi’s. Zij vormen wellicht de meest bekende vervolgde religieuze minderheid van het Midden-Oosten. In augustus vorig jaar kwamen zo’n 8000 yezidi’s vast te zitten in het Sinjar-gebergte op de grens tussen Syrië en Irak, op de vlucht voor de troepen van ISIS. Op het eerste gezicht is hun religie bijzonder vreemd voor een religie als de Islam – of andere monotheïstische godsdiensten. Yezidi’s geloven in reïncarnatie en offeren stieren, hun tradities verbieden hen sla te eten of blauw te dragen. Mannen moeten een snor hebben. Bovendien lijken ze de duivel te aanbidden in de vorm van een pauw, genaamd Melek Taoos, Azazael of Iblis, in de monotheïstische traditie beter bekend als Ha-satan, de duivel. Dit wordt vaak als reden aangegeven voor hun vervolging, maar in werkelijkheid is het niet zo eenvoudig. Melek Taoos is dan wel de duivel uit de monotheïstische religies, volgens de yezidi’s heeft hij echter berouw getoond van zijn daden en nadat hij na 7000 jaar in de hel alle vuur had uitgedoofd met zijn tranen heeft hij vergiffenis gekregen. De naam ‘yezidi’ komt volgens sommige bronnen van kalief Yezid, een van de vroege soennitische leiders van de islam en weinig geliefd bij sji’itische moslims. Yezidis bidden ook vaak op christelijke heiligdommen en dragen kruisbeelden als talismannen of amuletten. Voor de Yezidi's was Abraham de eerste profeet en Mohammed de laatste, en ook de Griekse filosofen waren profeten. Je zou verwachten dat met zo’n open, inclusieve houding de yezidi’s alom gerespecteerd worden, maar het tegendeel is waar. Vandaag is het grootste deel van de yezidi’s in het Midden-Oosten op de vlucht. Meer en meer leden kiezen ervoor te emigreren. In Duitsland alleen al wonen er vandaag meer dan honderdduizend…
En dan zijn er de kopten, zij zijn zo ongeveer de uitvinders van het kloosterleven: de eerste christelijke monnikkengemeenschap werd in 320 in Egypte gesticht. Kopten geloven dat christus slechts één natuur had, en scheurden zich in de vijfde eeuw van de Europese kerk af. Toen de islamitische Arabieren binnenvielen in de 7e eeuw werden de koptische Egyptenaren snel overwonnen. Tot ver in de tiende eeuw echter bleven de meeste Egyptenaren echter christenen, en bleef het Koptisch een algemene taal tot in de dertiende eeuw. Eenvoudig leven was het niet in die tijd, maar pas met de komst van het religieuze extremisme van de Mongoolse bekeerlingen in de vroege dertiende en veertiende eeuw werden Egyptische christenen massaal vervolgd. In de 19e eeuw was de situatie echter verbeterd: de speciale belastingen werden in 1855 afgeschaft, de eerste premier van het land was een Armeense christen genaamd Nubar Pasha, en er zouden nog christenen volgen in die positie. In 1928 werden de moslimbroeders opgericht, die de secularisatie van Egypte wilden tegengaan en een islamitische staat wilden stichten. Kopten werden wegens hun belangrijke rol in de seculiere overheid vaak door de moslimbroeders aangevallen. Toch bleef de situatie altijd leefbaar, en soms zelf goed te noemen. Nasser, die wel eens de laatste Arabier van het Midden-Oosten wordt genoemd had goede relaties met de koptische paus en zijn strenge veiligheidsapparaat hield islamisten stevig onder de knoet. Na de dood van Nasser in 1970 koos zijn opvolger Anwar Saddat de kant van de Islamisten. De situatie voor de Egyptische christenen verergerde zienderogen. Scholen doceerden niet langer de culturele geschiedenis die christenen en moslims gemeen hadden (in 2011-12 vond een Pew-poll dat slechts een vijfde van de Egyptische moslims iets afwist van het christendom, enkel de Islam wordt nog in de scholen gedoceerd), kerken mochten niet langer gebouwd of hersteld worden… Ook het pre-christelijke Egypte willen sommigen liever zo snel mogelijk vergeten. In 2012 riep de islamitische politicus Murgan al-Gohary op om de sfinx en de piramiden te vernietigen. Salafistische groeperingen in Egypte boycotten het vieren van het Shamm al-Nessim festival dat teruggaat op de religie van de Farao’s. ‘Farao’ is een vies woord voor de salafistische moslims…
Dat deze – en andere - minderheden het zolang hebben uitgehouden in het Midden-Oosten mag op z’n minst gezegd opmerkelijk genoemd worden, zeker in vergelijking met de pre-monotheïstische godsdiensten in Europa, die reeds lang verdwenen zijn. Maar door het vele geweld en de onverdraagzaamheid waarmee vandaag hun bestaan wordt bedreigd loopt een rode draad. Net zoals in Iran Khomeini zoveel mogelijk elke referentie naar het Zoroastrische verleden wilde doen vervagen, hielden Mubarak en houden de Moslimbroeders in Egypte niet van de farao’s en de weinige gebruiken die nog uit die tijd overblijven. Net zo jaagt IS op Yezidi’s en christenen en trachten ze elke referentie naar hen uit te wissen. Nieuw is dat allemaal niet, en er speelt een diepere reden mee, die te maken heeft met de complexe dynamiek van de volkeren.
Niet alleen vormt het pre-Islamitische verleden een potentiële bron van verzet tegen de Islam, zoals in Iran het geval is, het voorziet de samenleving ook van een historisch weefsel die de volkeren met elkaar verbindt en zo een bescherming biedt tegen extremisme. Je bent nu eenmaal minder geneigd de ander te verraden als je een geschiedenis deelt met hem. Of als je pas nog hetzelfde historische festival hebt gevierd, of als je samen hetzelfde heiligdom hebt bezocht. Het is dit bredere weefsel dat in het hele Midden-Oosten aan het verdwijnen is. Dit terug opbouwen kan decennia of zelf eeuwen duren, en zolang het er niet is, is er niets dat de gefragmenteerde volkeren van het Midden-Oosten tegen het vuur van het extremisme en de onverdraagzaamheid beschermt.
Hier geplaatst op 10 maart 2015.
Foto: Zoroastristische vuurtempel in de Iraanse stad Yazd zoals gevonden op internet.
TIP: Dankzij internet kunnen wij ook veel mensen bereiken buiten de klassieke media om. Help daarbij en deel dit artikel. Gewoon op de knop hieronder drukken.
- Login om te reageren