Geniet voor het laatst van 7,5 extra zonnedagen

Geniet voor het laatst van 7,5 extra zonnedagen

 

Op zondag opgewonden mijmeren is wellicht noch goed voor de tikker, noch voor andere wezenlijke onderdelen van ’s mens lijf. Elk jaar tegen eind maart geniet ik minstens één zondag van een heerlijk euforisch gevoel. Het had dit weekeinde moeten zijn maar een dikke wolk duwt die euforie in een diepe schaduw en dwingt me tot opgewonden mijmeren.

Sommige thema's snijdt een mens niet zonder gevaar aan. Een politicus, zo lijken sommigen te denken, moet zo veel mogelijk vermijden mensen tegen zich in het harnas te jagen, zeker uit de eigen achterban. Klopt, en corona maakt dat soms heel moeilijk. Terecht merken klaarkijkers op dat de kloof tussen de verbodsbrigadiers en de versoepelingspara’s door alle partijen en strekkingen loopt. Wie ‘iets’ (eender wat) zegt dat verder gaat dan slap geneuzel, stoot wel een aantal mensen uit de achterban tegen de coronaborst. Het is te veel of het is te weinig en dikwijls is het tegelijkertijd te veel voor de ene en te weinig voor de andere.

Het thema wat mij elk jaar wel en dit jaar minder in euforische gelukzaligheid brengt heet ‘zomeruur’. Ik ben namelijk enorme voorstander en dat zint niet iedereen. Volgens Europees onderzoek zou zowaar 85% van de burgers in de Europese Unie tegenstander zijn van de overschakeling in maart naar zomeruur en de terugkeer in oktober naar wintertijd. Vreemd, want ik moet die overblijvende 15% dan wel ongeveer allemaal persoonlijk kennen. Uit mijn directe omgeving kan ik de tegenstanders van dat heerlijke zomeruur op één hand tellen. Zes maanden lang genieten we van een zonne-uur extra; per jaar ruim 180 uren ofwel 7,5 volle dagen meer licht om van te genieten. Dat we in oktober weer terugkeren, klinkt ook nuttig. We willen niet dat de zon in december pas om halftien ’s ochtends opkomt.

‘Vroeger’, toen de dieren nog wat te zeggen hadden, paste de natuurmens het leefpatroon aan naargelang de seizoenen. Dat doen we niet meer, want de school begin om 8.30uur, welk seizoen ook. Dankzij dat handigheidje met de kleine wijzer, leven we toch ongeweten meer naar het ritme van de zon. Puur natuur, die regeling.

In De Standaard komt een slaapspecialiste aan het woord en die behoort duidelijk tot die 85%. Om wetenschappelijke redenen naar het schijnt en dus las ik het vraaggesprek met bijzondere aandacht. De Standaard vraagt: “Komt het zomeruur, in de nacht van 27 op 28 maart, dan ongelegen?” Onze slaapspecialiste antwoord fors: “'Het is een ramp.” Ho maar, een ramp dus. Straf dat ik die nooit heb ondervonden, niet bij mezelf, niet bij de drie kinderen die ik mee naar de meerderjarigheid leidde, wat toch bizar is voor wat een ramp zou moeten heten.

“Het brengt ons in een toestand van constante jetlag, die veel problemen voor de gezondheid veroorzaakt”, gaat ze verder. Bij een jetlag denk ik eerder aan intercontinentale vluchten dan aan een vliegtochtje naar Londen waar een éénuurverschil in het vaste pakket zit. Nooit veel last gehad van een jetlag na een uitstap over het Kanaal maar dat zal aan mijn ijzeren gestel liggen (of aan het feit dat er elke week meer dan een uur verschil zit tussen mijn vroegste bedtocht en de laatste; dat niet-militair slaappatroon went dus wellicht en maakt me vermoedelijk immuun voor jetlags na Londenreizen).

“Velen onder ons zijn al maanden verward, ook omdat ze in een ander ritme zitten, en daar komt nu nog een verstorende factor bij”, klinkt het volgende argument. De coronamaatregelen kruipen niet in de koude kledij, dus bij dat argument kan ik me nog iets voorstellen want ik ben in een tolerante bui vandaag (dankzij het zomeruur wellicht; dat maakt mensen blij).

“Door het zomeruur missen we één uur broodnodige slaap en zal het 's ochtends weer donkerder zijn, terwijl we er zoveel deugd van hebben om 's morgens het licht in onze ogen te laten binnendringen. Het zomeruur verwijdert ons twee uur van de zonnetijd, hoewel we ernaar moeten streven om onze biologische klok, onze sociale tijdsindeling die bepaald wordt door de maatschappij, en de zonnetijd zo goed mogelijk te laten samenvallen”, verliest ze me daarna weer helemaal want daar gaat het natuurlijk om.

Bekijk even mee de tabellen. Vanmorgen kwam de zon op om 7.22u; dat was zonder zomeruur 6.22u geweest; ze gaat straks onder om 20.08u en niet, als de klok was blijven staan, om 19.08u. Wie dus vanmorgen niet voor 7.22u opstond heeft er vandaag een uur extra licht bij gekregen zonder daar vanochtend iets aan licht voor in te boeten; dat is dus een uur minder donker. Heerlijk het licht ’s ochtends in de ogen én toch niet om 19.08u in het donker gezet: reken uit de winst.

De Standaard verder: “Onze omgang met licht is van groot belang. Wat doen we verkeerd?” Onze slaapspecialist: “Ik sta elke ochtend tien minuten voor een geopend raam licht te drinken. Via mijn ogen dringt dat licht binnen tot diep in mijn hersenen, waar het een startschot is voor de interne huishouding. Ik begin cortisol te produceren, een stresshormoon dat een energieboost veroorzaakt. Het licht stuurt een positief signaal naar mijn gemoedscentra in de hersenen. Overdag veel daglicht zien leidt tot een gezonde slaap. Mijn brein programmeert meteen ook het normale slaapmoment in, om 's avonds op tijd de productie van het slaaphormoon melatonine in te zetten. Dat het dan op tijd donker wordt, versterkt dat proces.”

En nu de feiten: half juni komt de zon met zomeruur op om 5.19uur; zonder om 4.19uur. Hoeveel mensen hebben iets aan dat uurtje licht om 4 uur? Anderzijds gaat het zonnelicht met zomertijd uit om 22.02u en niet om 21.02u. Jawel, een uur langer licht en toch lopen die felle zonnestralen niet meteen diep door tot diep in de nacht.

Wie het mij vraagt mag dus noteren dat we dankzij de wissel zonne-/wintertijd gewoon dichter bij de natuur aanschuiven: wakker als het licht is en slapen wanneer de zon onder de horizon is verdwenen.

Dat ze er mee stoppen na dit jaar vormt uiteraard de reden dat mijn euforie vandaag in de schaduw aan het oefenen is om zich om te scholen tot melancholie. Volgend jaar 7,5 dagen minder lichtgenot; ja, dat maakt me pissig. Het leven is al zo kort…

Ik eindig met een poging om alle vrienden die daar anders over denken weer aan me te binden: een VLD-voorzitter die tweet dat een debat in het parlement (#zootje) over de coronamaatregelen tijdverlies is; een CD&V-minister van binnenlandse zaken die twee dagen na de beslissingen om niet-essentiële winkels te onderwerpen aan allerhande beperkende maatregelen meedeelt dat ze eens zal nakijken of die winkels eigenlijk wel een gezondheidsprobleem hebben veroorzaakt; een groene NMBS-minister die meent dat corona – eens meegetreind naar de zee – er niet over peinst om mee terug te keren zodat aan-het-raampje-zitten alleen op de heenreis zinvol is; een premier met Open VLD-lidkaart die op de Zevende Dag stamelt: “tja, wat is het om liberaal te zijn?”: we zijn het er toch allemaal over eens dat een mens daar mistroostig van wordt!

En zo zie je toch maar dat de regering-De Croo daadwerkelijk verbindend werkt; ze verbindt al wie onderbouwd en democratisch gecontroleerd beleid belangrijk vindt in hun afkeer voor dit paarsgroen zootje met oranje spikkels.

 

Zondagsmijmering verschenen op mijn Facebookpagina op 28 maart 2021.

Labels