Franstaligen niet altijd tegen confederalisme

Franstaligen niet altijd tegen confederalisme

De Franstaligen verzetten zich met alle kracht tegen het confederalisme, als we hen mogen geloven. Maar ze maken er mooi gebruik van als het hen goed uitkomt.

Hendrik Vuye schreef voor Knack online weer een schitterend artikel, waarin hij besluit dat de PS Belgisch kiest wanneer dat het best uitpakt, Waals wanneer het beter past. Opportunisme als politieke ideologie. Met Hendrik heeft N-VA een echte topper in huis gehaald, dat zal nu intussen wel in brede kring duidelijk geworden zijn. (Klik hier en léés dat artikel!)

 

Zijn met citaten uit het verleden geïllustreerde verhaal telt nog een dimensie. Ook als de PS in een ‘Belgischgezinde periode’ zit, maakt die partij graag gebruik van confederale technieken, waarbij er niet Belgisch wordt gehandeld maar vanuit een deelstaatlogica. De splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde bleef jarenlang geblokkeerd hoewel een uitgesproken Belgische meerderheid voor was. In de Kamercommissie binnenlandse zaken werd dat op die historische dag in november 2007 gedemonstreerd. De stemming bleef zonder gevolgen. Een meerderheid van zowat 60% der Belgische volksvertegenwoordigers koos voor een zuivere splitsing maar 60% volstaat niet in ons systeem. Die oplossing zinde de PS en de andere Franstalige partijen niet en dus verlieten ze de Belgische logica en trokken hun Waals, Franstalig, Brussels en zelfs – pour la besoin de la cause - Duitstalig pakje aan. Het regende blokkerende belangenconflicten vanuit de talrijke niet-Vlaamse deelstaten, de boel bleef muurvast zitten en de zuivere splitsing kwam er nooit.

 


Een meerderheid van 60% volstaat niet in het Belgische systeem


 

Tweede voorbeeld: het idee van een federale kieskring is in de versie die de voorstanders graag voorschotelen ook absoluut niet Belgisch maar confederaal geïnspireerd. De zetelverdeling tussen ‘Vlaamse’ en ‘Franstalige’ zetels wordt vooraf vastgelegd. De Belgische meerderheid zou wel eens Nederlandstalig kunnen zijn en zo ver loopt de Franstalige liefde voor het vaderland niet. Daarom gaat ook die federale kieskring er niet van uit dat er Belgen zijn maar dat België bestaat uit twee groepen. Zelfs kunstgrepen die het land moeten redden, hanteren de logica van de twee democratieën.  

 

Nummer drie om het af te leren: de talrijke grendels die ons land kent, zijn natuurlijk in wezen confederaal. Het is een confederale logica om de deelnemende gebieden een vetorecht te geven. Maar dat werkt pas met een dunne bovenlaag. Als die koepel over ruime bevoegdheden beschikt – zoals België ook vandaag nog - maakt dat het systeem erg kwetsbaar voor chantage en wederzijdse blokkeringen. Dat is één van de fundamentele zwakheden van België. De Franstaligen noemen zichzelf goede patriotten maar wantrouwen de Belgische meerderheid en lieten grendels invoeren om die desgevallend te blokkeren.

 

Uiteraard moeten de bevoegdheden van de Belgische koepel zo ver mogelijk worden teruggedrongen, tenminste tot het punt waar België geen schade meer kan berokken aan Vlaanderen of Wallonië. De tegenstanders van echte autonomie voor Vlaanderen zijn wel voorstander van confederale technieken om de ‘Belgische’ meerderheid schaakmat te zetten wanneer die Nederlandstalig is. Als het is om Vlaanderen ruimte te geven zijn ze tegen het confederalisme gekant. Belgische logica.

 

Labels